Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 649 van 1037

...  637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662  ...
[1] Toen werd Ik, d.w.z. Mijn omhulsel, weggedragen naar het graf dat op een aanzienlijke afstand buiten de stad Jeruzalem gelegen was en toebehoorde aan de hogepriester Nicodemus. Toen Mijn lichaam, dat volgens oosters gebruik rijkelijk voorzien was van specerijen en in witte linnen doeken was gehuld, in het graf werd bijgelegd, stonden Mijn vrienden wenend en klagend om Mij heen. Welk een verdriet deze trouwe zielen vervulde, toen ze in de veronderstelling verkeerden dat ze Mij voor de laatste keer op aarde zagen en ze zielsbedroefd afscheid van Mij namen - daarvan is in Mijn lijdensverhaal al melding gemaakt.
Hoofdstuk 5: Begrafenis en Opstanding - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Toen Ik zag, dat Mijn leerlingen Mij herkenden en Mij weer net als vroeger aanhingen, verzamelde Ik hen in een buiten de stad gelegen herberg en sprak met hen over Mijn dood en Mijn opstanding, en eveneens over Mijn spoedig daarop volgende hemelvaart naar de Vader. Mijn vrienden waren zeer bedroefd toen ze hoorden dat Ik hen voor altijd zou verlaten. Maar Ik troostte hen en beloofde hun een Trooster te zenden, die hen zou sterken en in alle waarheid zou leiden. Met deze troost stelden allen zich tenslotte tevreden.
Hoofdstuk 5: Begrafenis en Opstanding - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[4] Het eerste woord, dat Ik toen gesproken heb: "Heer, vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen" had niet zozeer betrekking op de blinde joden, maar veel meer op die nakomelingen, die na het aannemen van Mijn leer Mijn naam zouden dragen en in latere tijden voor Mij tempels zouden bouwen. Deze mensen hebben zich, ondanks Mijn leer die inhoudt dat Mijn rijk niet van deze wereld is, zo sterk aan de aardse materie gehecht, dat Mijn uitspraak die ik ooit deed tegenover de rijke zoon van de farizeeër: "Waarlijk, Ik zeg je, een kameel gaat eerder door het oog van de naald dan een dergelijke rijke naar het hemelrjk!" volledig op hen van toepassing is.
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[7] Het tweede woord luidde: "Mij dorst!" 0, zeker dorstte Ik daar en dorst Ik nog steeds naar zovele zielen, die in hun waan tegronde gaan en die hun heil slechts zoeken in hun wereldse genoegens en zich noch om een God, noch om een eeuwigheid bekommeren.
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[17] Het is daarom de hoogste tijd om Mijn kinderen weer in alle ernst op de juiste weg terug te brengen. Maar dat gaat helaas niet meer met zachtaardige middelen, maar slechts met alle gestrengheid van het gericht. Want ook het spreekwoord zegt: "Wie niet horen wil, moet voelen". En daarom moet Ik, om de volkeren niet helemaal in hun mateloze verblinding te laten afglijden naar de eeuwige dood, een flinke straf over hen laten uitstorten.
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[23] Toen sprak Ik Mijn laatste woord: "Het is volbracht!" - Ja, het was volbracht, het grote werk van de verlossing! Maar wat baatte het vele duizenden zielen, die weliswaar ook door Mijn dood en Mijn middelaarschap van de erfzonde werden verlost (maar Mij in de geest en in hun daden niet navolgden)? De hemel was voor hen geopend, maar door hun zondige, liefdeloze natuur en hun onboetvaardige levenswandel trokken zij weer opnieuw de eeuwige verdoemenis naar zich toe!
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[54] Dit getuigt van volmaakt geloof en van vurige Godsliefde. En Christus beloont deze deugden met hem in vertrouwen te nemen en aan hem het geheim te openbaren van Zijn kruisdood: 'Het geheim van het kruis moet voor alle komende tijden de grondsteen worden van het Godsrijk, en tegelijk de toegangspoort ervan. Mijn kruis mag je dus niet bang maken!' En voorts: 'Slechts drie dagen lang zal Ik dood zijn naar het lichaam... en op de derde dag zal Ik weer opstaan uit de dood als de eeuwige Overwinnaar van dood en hel; Mijn Almachtige Gerechtigheid zal dan allen die kwaad deden, straffen!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[43] Voor Abgarus was dit wederom geen kleine opgave. Onze koninklijke vriend werd hier gesteld voor een enorme opgaaf en een geweldige geestelijke beproeving, namelijk: Een pleger van hoogverraad, dus een gevaarlijk en zeer slecht mens, die hij wellicht pas na hevige strijd in verzekerde bewaring had kunnen stellen, omdat hij mogelijk de koning naar het leven had gestaan en naar diens troon gedongen, nu niet met wijsheid en gerechtigheid behandelen, maar met liefde en erbarmen!
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[49] Niettemin bevat de zesde brief van Abgarus weer een noodkreet: Tien dagen geleden heeft hier een aardbeving plaatsgevonden, die naar het aanvankelijk scheen praktisch geen schade had aangericht, maar na enkele dagen werd het water bij ons troebel. Iedereen die dit water dronk kreeg hoofdpijn en werd vervolgens geestelijk gestoord, geheel in de war. Er was tot dusverre echter geen kruid tegen gewassen! Daarom smeek ik U Heer in alle nederigheid en met wroeging in mijn hart, dat U mijn volk uit deze nood wilt helpen en redden. Abgarus blijkt nu niet te zijn teleurgesteld, niet geïrriteerd, dat hem na al zijn volgzaamheid! -nu dit ook nog moet overkomen, neen, hij smeekt 'in alle nederigheid en wroeging des harten'! En dat terwijl hij 'weet dat alle machten -zowel goede als kwade! -aan U onderworpen zijn, en op Uw wenk moeten verdwijnen.'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[42] En in dezelfde brief aan Abgarus gaat de Heer in Zijn Heilslessen nog verder, namelijk naar de hoogste en laatste vorm van naastenliefde, t.w de liefde jegens de vijand, doordat Hij -naar het schijnt slechts toevallig -eraan toevoegt: 'In Uw gevangenis zit momenteel een misdadiger tegen Uw staat, die volgens Uw overigens wijze wetten de doodstraf heeft verdiend. Ik echter verzeker U, dat liefde en barmhartigheid hoger moeten worden gewaardeerd dan wijsheid en gerechtigheid! Handel met hem dus liever volgens de beginselen van liefde en barmhartigheid, dan zit Ge met Mij op één lijn, alsook met Hem, Die in Mij is, en van Wie Ik -als op U gelijkend mens -ben uitgegaan!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[35] Nog schrijft de Heer aan Abgarus: 'Zij, die geloven dat Mijn leer van God komt, zullen op de jongste dag worden opgewekt ten leven; een ieder zal dan zijn loon naar werken op de geëigende wijze ontvangen. Maar zij, die liefhebben zoals Gij dat doet, die zullen de dood niet smaken! Zij zullen met een snelheid als die van een gedachte uit dit lichamelijk leven worden verheven tot in het allerhelderste licht van het Eeuwige Leven, en dan zullen zij bij Mij, hun Eeuwige Vader, komen inwonen!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[34] In ons zal dan ook een goedgelijkend beeld van God tot uitdrukking komen, zal de in onze zielen ingebedde goddelijke Vonk manifest worden, levendig! Onze grootste voldoening daarover zal dan bijdragen tot ons hoogste geestelijke welbevinden, als ook wij deze voortgang maken van eigenliefde naar zuivere en onbaatzuchtige naastenliefde, die ook op adequate liefdevolle wijze aan de allermeest verachte mensen broederlijk tegemoetkomt!
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[28] Voor Abgarus doet zich dus nu een gelegenheid voor om zijn liefde te verwijden en tevens uit te doen gaan naar deze volkomen vreemde arme zwerver, die 'zo maar' komt aanlopen, een doodgewone, misschien wel 'ordinaire' knaap!
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[24] Maar dan laat God het niet bij die naar Hem zoekende eigenliefde blijven, wanneer die hulp en redding wenst. Vanuit dat punt doet Hij dan onze liefde breder worden, zodat deze langzaam maar zeker niet slechts de directe naasten omvat, maar uiteindelijk alle wezens, die door onze hemelse Vader geschapen zijn.
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[17] 'Je zult je zoon weliswaar voor deze wereld en naar het lichaam verliezen,' schrijft de Heer door Zijn discipel, 'maar je zult hem geestelijk, namelijk in Mijn eeuwige Rijk, duizendvoudig terugwinnen!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
...  637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662  ...