15542 resultaten - Pagina 66 van 1037
... 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 ...
[11] Aan de ene kant zitten de Romeinen als de berg Sinaï bijna op onze nek, aan de andere kant de zoon van de timmerman, die opeens, als uit de hemel gevallen, van lummelachtige krullenjongen getransformeerd is in een profeet, zoals er sinds Abraham nog nooit een onder de Joden heeft geleefd. Alles loopt hem na, groot en klein en jong en oud! Als Jehova nu Zelf naar de aarde zou afdalen, dan is het maar de vraag of Hij grotere dingen zou doen of zou kunnen volbrengen! ledere ziekte geneest hij door alleen maar op een afstand iets te zeggen, de doden roept hij uit de graven en geeft hen een volkomen gezond leven terug! Ook beveelt hij de winden en de golven der zee en zij gehoorzamen hem als de slaven hun meester! Als hij spreekt, is alles doortrokken van de diepste goddelijke wijsheid en iedereen is in de ban van de macht van zijn woord en volgt hem van de ene stad naar de andere. Bovendien heeft hij de groten uit Rome helemaal aan zijn kant, die hem als hij dat nodig zou hebben met hun legioenen ten dienste staan. Maar wij staan juist aan de rand van de verschrikkelijkste afgrond, en kunnen ieder ogenblik verslonden worden, en hebben ook niet één sterfelijk wezen aan onze kant -behalve deze oude slapers in de synagoge! Dus vraag ik nogmaals: Wat moeten wij doen?Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Er staat met goddelijke hoofdletters: 'En jouw rijk zal in eeuwigheid niet ophouden!' Kijken we nu eens naar het eeuwige rijk van David! O schitterende leugen van een profeet die David vleide! Hoe vaak eindigde het rijk van David reeds! Hij zelf heeft al het genoegen gesmaakt om dat aan de zijde van zijn zoon te beleven, en zou de zoon niet door een eik gevangen zijn, dan zou de brave David nog tienduizend psalmen voor zijn lieve Jehova hebben kunnen zingen, maar dan had Absalom toch op de troon gezeten! -Laten wij echter het verleden rusten en het beloofde eeuwige rijk van David in deze tijd beschouwen! O prachtig rijk! Misschien bevindt de ziel van David zich in de keizers van Rome, wier rijk er in ieder geval nu veel beter uitziet om eeuwig voort te duren, dan het slakkenrijk van de grote man naar het hart van God! Broeders, is het voor jullie nog niet zonneklaar dat onze gehele oude leer een pure fabel is, alleen maar bestaande uit verzonnen namen uit de oertijd?! En wij zijn nog steeds de dwazen, en zijn eraan gehecht alsof er werkelijk het een of andere heil te verkrijgen zou zijn! Wat voor ezel of os in mensengedaante zal er nog een oude, gerafelde mantel aan zijn lichaam dulden, als hij voor de oude, tien nieuwe van de beste kwaliteit kan krijgen?!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Geloven jullie mij echter niet, laten we ons dan bijvoorbeeld als Romeinen verkleden, naar Jeruzalem gaan, de tempel ingaan en ons daar als vreemden gedragen; dan zal er zich meteen een dienstbare geest melden, die ons haarfijn zal uithoren over: waar wij vandaan komen, wat wij in Jeruzalem zoeken, hoe lang wij in de 'Godsstad' zullen blijven, waarheen wij daarna zullen gaan, of we veel geld bij ons hebben, of we geen goud of zilver te verkopen hebben, en of wij soms voor een heel gering bedrag het allerheiligste zouden willen zien. Dan vragen wij alleen maar de prijs, en men zal honderd pond zilver zeggen. Dan zeggen wij dat het teveel is, en dat wij er helemaal niet op uit zijn om zulke zaken te zien; als de prijs dan tot tien pond gezakt is, tonen wij belangstelling. En we komen allen voor tien goedkope ponden in het allerheiligste als wij de desbetreffende opperbewaker vooraf plechtig bij alles wat ons lief is, beloven noch in het Joodse land, noch in verre vreemde landen ooit iets ervan te verraden, en ook niemand te vertellen in het allerheiligste te zijn geweest. Dat beloven we moeiteloos en zo komen wij als namaak-Romeinen in het allerheiligste en dan kunnen jullie jezelf ervan overtuigen of van alles wat ik jullie over de ark des verbonds heb meegedeeld ook maar één lettergreep gelogen is!
Hoofdstuk 51: De nagemaakte ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als dit allemaal nu zo wonderbaarlijk is, wat niemand van ons kan ontkennen, waarom zullen we de zoon van de timmerman dan niet voor iets hogers houden dan een leerling van de Essenen? Bij mijn weten kan hij die trouwens nooit gezien hebben, omdat hij nooit uit deze omgeving is weggeweest, behalve een paar keer met zijn vader en zijn broers naar Jeruzalem en, geloof ik, één keer naar Sidon om daar een huis te bouwen; maar verder was hij steeds thuis.
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nu komen de twee ENGELEN naar hen toe en zeggen: "Chiwar van zijn kant heeft goed gesproken en, oudste, jij hebt gelijk met te zeggen dat men helemaal voor God zou moeten zijn, omdat God iedere halfheid verafschuwt! Maar wij zeggen jullie als Zijn getuigen uit de hemelen: Wees niet bang voor degenen, die je ziel niet kunnen deren, maar vrees veel meer Hem, die Heer is over alle leven in de hemel en op aarde! Zonder Hem is er geen leven noch in de hemel noch op aarde! Laat je daarom door ons, Zijn waarachtige getuigen uit de hemelen, raden om dat te doen wat vriend Chiwar jullie heeft aangeraden."
Hoofdstuk 54: De raad van de engelen aan de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: " Ja, ja, zo is het: in het midden, zoals Ik je heb laten zien! Nu gaan we echter weer naar huis, want het is al ver in de middag!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen begonnen wij ons in de richting van de deur te bewegen, maar de Fanzeeën en OUDSTEN snelden naar de deur, die voor de helft geopend was, en deden vlug de grote deur helemaal open en zeiden: "Heer, er staat geschreven:. 'Verhoog de deuren en verbreed de poorten, opdat de koning der ere binnenkome! Wie is echter die koning? Het is Jehova Zebaoth! Alleen Hem zij alle lof, alle eer en alle prijs van eeuwigheid tot eeuwigheid!"
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Dan buigen ze allemaal diep voor ons en wij passeren de wijdgeopende deur en gaan naar huis, waar een goed maal op ons wacht, bestaande uit brood, wijn en allerlei zoete en rijpe vruchten. Wij zetten ons aan de tafels, danken en eten op ons gemak wat op de tafels aanwezig is, - blijven echter tevens tot zonsondergang aan tafel zitten onder het houden van allerlei verheffende toespraken en gesprekken.
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] En, beste vrienden en broeders, als men als mens met een redelijk verstand zulke dingen in het allerheiligste met eigen ogen heeft gezien, en men heeft zelf bij zulke gelegenheden als een pientere bruikbare helper dienst gedaan, dan wordt het voor een eerlijk mens heel moeilijk om te fungeren als een schandelijk betaalde bedrieger en belieger van het volk! Hoe vaak piekerde ik dan en zei tegen mijzelf: ' Als het allerheiligste, dat alle leven moet bevatten en waarop de gehele leer van God en alle wetten zijn gebaseerd, een doodgewoon, geheim gehouden bedrog is, wat moet je dan van de gehele leer en de wetten denken?' - Ik heb nu gesproken, hu zijn jullie weer aan de beurt; ik ben bereid om naar jullie te luisteren."
Hoofdstuk 51: De nagemaakte ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Zelf heb ik gisteren en ook al vandaag op een afstand in 't geheim geobserveerd wat er allemaal in en buiten het huis van de oude Jozef is gebeurd. Ik zeg je: alleen maar wonderen en nog eens wonderen! Twee zichtbare volmaakt levende engelen dienen hem! De vrouw van Faustus was in Kapérnaum en de timmerman wilde haar bij de ochtendmaaltijd hebben, maar het zou wel bijna vier uur gekost hebben om haar van Kapérnaum naar Nazareth te brengen. Maar wat gebeurt er? De timmerman wenkt de twee engelen. Die verdwijnen slechts enige ogenblikken en verplaatsen heel blijmoedig de mooie Lydia, de vrouw van Faustus, naar Nazareth! - Wat zeggen jullie daarvan? Dat gaat toch duidelijk boven ons verstand?!"
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CHIWAR zegt: "Jullie kennen de dochter van Jaïrus toch wel en jullie weten ook dat zij tweemaal is gestorven, en dat zij de tweede maal al een paar dagen in het graf lag. Maar wat jullie niet weten is, dat deze Sarah, die hemels mooie dochter van Jaïrus, de vrouw is geworden van Borus! Is het niet ongelofelijk dat een tweemaal totaal gestorven vrouwelijk wezen, de vrouw van een man wordt, en dan nog op een manier waarop de aarde nog nooit een huwelijk heeft meegemaakt?! Toen de zoon van de timmerman haar zegende, zag zij de hemelen geopend en talloze scharen vervulden de lucht en loofden God omdat Hij de mensen die eer en genade bewees. Toen het paar door Jezus gezegend was, sloten de hemelen zich op een zichtbaar teken van de timmerman en alleen de twee engelen bleven zoals ze voorheen waren, en zoals jullie ze hier in de synagoge kunnen zien, terwijl ze daar vlakbij de deur staan als twee hemels mooie jongemannen. Kijk naar hen en zeg of ze ergens anders vandaan kunnen komen dan alleen maar uit de hemelen!
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De OUDSTE zegt: "Denk je dan dat de tempel geen stappen meer zal doen, als de gemeenten en plaatsen de een na de ander, als rijpe vruchten van de boom, van haar afvallen? Ik geloof dat de tempel beslist niet lang op zich zal laten wachten en haar strafpriesters naar alle plaatsen zal uitzenden! En wee dan de afgevallen mensen, die zullen met allerhande dingen bitter geplaagd worden! Degenen, die de leer van de wijze Grieken hebben aangenomen, zou het dan nog beter kunnen vergaan dan de leerlingen van Jezus. Vooral als zij niet helemaal Jood en nog minder Griek zijn, en er zich wel van bewust zijn dat zij, of minstens enigen van hen, het slechte en nu geheel nietszeggende tempelinstituut en haar heilige mysteriën heel goed door hebben!
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na zonsondergang arriveert Roban, begeleid door Kisjonah uit Kis, bij Mijn huis en groet van verre al iedereen die hij tegenkomt. Kisjonah snelt met open armen naar Mij toe, begroet met tranen in de ogen Mij als eerste heel hartelijk en begroet dan na een poosje pas zijn dochter , die allang zijn hand vast hield en deze met kussen overdekte. Aldus begroet hij ook zijn schoonzoon Cornelius, en pas als hij verneemt dat de naast Mij zittende luisterrijke Romein opperstadhouder Cyrenius is, vraagt hij hem om vergeving dat hij hem over het hoofd gezien heeft!
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Terwijl Kisjonah dit nog aan het vertellen is, komt ROBAN naar Mij toe en zegt alleen maar: "Heer, ik ben de uwe, en geen macht behalve Uw wil alleen kan mij van U scheiden!"
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar je broeders zullen je alles wel uitleggen wat je moet doen en zeggen, en hoe je je moet gedragen tegenover de nieuwe overste. Hij zal in het begin weliswaar als een nieuwe bezem gaan vegen, maar binnen een half jaar zullen jullie voor wat geld alles met hem kunnen doen, want hij gelooft niet aan de tempel, maar voorlopig alleen aan het geld, later zal hij wel in staat zijn om in iets beters te geloven. - Ga nu echter naar je broeders en vertel hen alles wat je gezien en gehoord hebt!"
Hoofdstuk 56: Verslag van Roban en Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)