Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 651 van 1490

...  639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664  ...
[5] Na enkele dagen verlieten wij onder Mijn zegeningen op een ochtend ook deze stad weer en trokken naar een andere, meer naar het zuiden, en bereikten die eveneens tegen de avond.
Hoofdstuk 142: Op doorreis (4.3.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Halverwege hadden enkele leerlingen honger en dorst, want er waren langs deze verlaten weg ook alleen maar oude, verlaten waterputten en twee eveneens verlaten herbergen, die door enkele arme herders werden bewoond, die ons behalve wat kaas en melk niets te bieden hadden.
Hoofdstuk 142: Op doorreis (4.3.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarna reisden we rustig verder, bereikten de stad nog een uur voor Zonsondergang en werden daar door een orthodoxe jood, die hier een herberg bezat, vriendelijk ontvangen; we kregen direct brood en wat wijn, die de inwoners van deze stad zelf uit in het wild groeiende wijndruiven wisten te bereiden en die ook heel geschikt was om de dorst te lessen.
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De waard merkte wel aan enkele leerlingen dat de wijn hun niet zo goed smaakte, en daarom zei hij ook: 'Mijn beste vrienden, ik zie wel dat onze wijn jullie niet al te best smaakt; maar toch kan ik jullie geen andere aanbieden dan die, welke onze schrale streek voortbrengt. Om betere wijn hierheen te laten brengen, ontbreken ons de middelen, en daarom danken wij de Heer dat Hij ons zulke wijn heeft gegeven, waarmee wij op hete dagen onze dorst beter kunnen lessen dan de mensen in de grote steden, die de beste wijn alleen drinken om hun verwende verhemelte een groot genoegen te doen. Wij leven hier in deze stad, die heel ver van Jeruzalem ligt, niet op de manier van de wellustige veelvraten, maar op de manier van arme herders, en daarbij zijn wij gezonder en tevredener dan de rijken in de grote wereldse steden, die de hele dag zitten te bedenken hoe ze het overvloedigst kunnen zwelgen, maar geen tijd hebben om aan God te denken en Hem alleen de eer te geven. Drink onze wijn dus maar; hij zal jullie echt niet schaden!'
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Toen deze zich op een bed voor Mij bevond, vroeg Ik hem of hij ziende en niet meer verlamd zou willen zijn.
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Daarop sprak de genezen zoon, die goed thuis was in de Schrift en met name in de profeten: 'Vader, voorzover ik weet hebben de profeten, die ook van tijd tot tijd wonderen hebben gedaan, nooit gezegd: 'Ik wil, dat dit of dat gebeurt!', maar altijd: 'De Heer zegt, en het is Zijn wil dat dit of dat gebeurt en zal plaatsvinden, als het volk Israël zich niet van zijn zonden zal afkeren!'. Maar deze heiland heeft gezegd: 'Ik wil dat jij ziende en recht wordt!', en kijk, in één ogenblik werd ik ziende en recht in al mijn ledematen, waarvan de verlamming mij al verscheidene jaren en voor een deel ook al van kind af aan heeft gekweld!
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Als deze heiland dat allemaal door de macht van zijn woord en wil tot stand kan brengen, moet hij ontegenzeglijk meer zijn dan een profeet.
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Het wonder dat hij nu heeft gedaan doet mij sterk denken aan het betekenisvolle woord van een profeet, die uit de geest van jehova het volgende heeft gezegd: ' Als de grote Held, de Leeuw van Juda, de Koning der koningen, de Heer aller heerscharen in deze wereld zal komen, zullen de blinden ziende worden, de doven horen, de krommen recht, en de verlamde zal rondspringen als een hert, en dat zal Hij allemaal doen vanuit Zijn macht en Hij zal een rijk vestigen, waaraan geen einde zal komen.'
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Welnu, dat komt helemaal overeen met de manier van handelen en spreken van deze wonderheiland, en ik denk dat ik mij niet vergis als ik beweer, dat in Hem de zo vaak beloofde en door alle ware joden met vurig verlangen verwachte Verlosser schuilgaat.
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Reeds Zijn eerste woorden, die Hij tot mij richtte toen ik nog blind en verlamd te bed lag, hebben mij zo opgewekt, dat ik er niet meer aan kon twijfelen dat Hij mij zou genezen, en zo twijfel ik er nu ook niet meer aan dat Hij de Beloofde is; en omdat Hij naar ons toe is gekomen, is ons huis en daarmee ook deze hele plaats een groot heil ten deel gevallen. De tijd zal leren of ik mij vergist heb.'
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[20] De waard, de vader van de genezene, zei: 'Mijn zoon, je zou wel eens heel erg gelijk kunnen hebben; want ook ik ben stil in mijzelf op die gedachte gekomen! Maar laten we niet al te sneloordelen; want deze goede Wonderheiland zal vast wel bereid zijn om ons naar waarheid meer uitsluitsel over Zichzelf te geven!'
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[22] Toen de waard die wens van Mij hoorde, werd hij heel verdrietig en zei: 'O wonderbaarlijke Heiland! Daar hebben we het al heel lang zonder moeten doen; want van hier naar het Meer van Galilea is het te ver, evenals naar de rivier de Jordaan, en niet minder naar de Eufraat. Onze twee kleine beken, waarvan we het water in een vijver verzamelen voor onze huisdieren, zijn niet geschikt om vissen in te houden, en zo hebben we in deze stad eerlijk gezegd geen enkele vis.
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[23] In vroeger tijden moeten zich in de buurt van deze stad wel een paar heel grote vijvers met zoet water bevonden hebben, die heel rijk aan vis waren. Maar als gevolg van herhaaldelijke aardbevingen, waardoor deze streek ieder jaar wordt getroffen, zijn die vijvers hun water en daarmee ook hun vissen kwijtgeraakt, en daarom hebben wij hier in de wijde omtrek geen vissen en zal ik nu dus niet aan Uw wens kunnen voldoen.'
Hoofdstuk 143: De Heer in de arme herberg van de basaltstad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen hij samen met zijn vrouwen enkele van zijn andere kinderen de provisiekamer binnenkwam, trof hij daar tot zijn grote verbazing een hele mand aan met al helemaal schoongemaakte vissen van de beste en edelste soort, en hij beval dan ook zijn vrouwen zijn kinderen, die goed thuis waren in de keuken, om deze vissen heel goed te bereiden.
Hoofdstuk 144: Het viswonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Maar de waard zei: 'Denk daar nu maar niet teveel over na; want de man Gods, die mijn zoon enkel door Zijn woord en Zijn wil gezond heeft kunnen maken, terwijl alle geneeskundigen hem allang ongeneeslijk hadden verklaard, kan ook heel goed deze vissen op wonderbaarlijke wijze in onze provisiekamer gezet hebben. Gaan jullie nu aan het werk, en zorg dat jullie snel klaar zijn; al het overige zullen jullie later wel horen!'
Hoofdstuk 144: Het viswonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664  ...