Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 651 van 728

...  639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664  ...
[14] Nu hebben jullie een duidelijk inzicht in alles: het geestelijke zowel als het natuurlijke ligt voor jullie open! Dat zal echter niet het geval zijn bij degenen, die het ernst is om kinderen van God te worden. Overdenk daarom wel, wat jullie nu in dit opzicht willen doen! Er wordt jullie iets groots aangeboden, maar er wordt ook niet weinig van jullie verlangd!'
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Dit standpunt is kort en duidelijk genoeg om daaruit op te maken, dat wij slechts dàt willen, wat wij kunnen. Kindschap van God ja of nee, dat is om het even! Wij willen het, als het bereiken ervan onze krachten niet te boven gaat. Gaat het echter ten koste van méér dan de inzet van al onze krachten, dan kunnen wij het ook niet willen, omdat het in dat geval voor ons onbereikbaar is.
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Engelen uit de hemel hebben jullie een huwelijk, d.w.z. een rechtmatig verbond van een man met een fatsoenlijke vrouw voorgeschreven. Ze hebben jullie ook de juiste geestelijke verwekking van de kinderen aangeduid, waarnaar jullie tot op heden nog hebben gehandeld. Hoe komt het echter dat nu de vaders gelijk dieren met hun eigen dochters slapen, terwijl ze toch een gebod hebben, dat een vader zelfs niet eens een gééstelijke verwekking bij zijn dochter straffeloos mag overwegen?
Hoofdstuk 177: Nogmaals verduidelijking van de vraag over het kindschap Gods door Petrus - Zijn kritiek met betrekking tot de bloedschande onder de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Zou echter een dergelijk verzoek voor de Heer een zonde zijn, dan zouden wij er wel op moeten blijven staan, dat ons zou worden toegestaan om liever zo te blijven als we nu zijn, dan dat wij dit zichtbaar zekere met iets hoogst onzekers en moeilijk bereikbaars zouden omruilen!
Hoofdstuk 177: Nogmaals verduidelijking van de vraag over het kindschap Gods door Petrus - Zijn kritiek met betrekking tot de bloedschande onder de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Zie vriend, dat is mijn mening! Als je het goed vindt, dan zeggen wij allemaal ja op jouw voorstel; stem je er echter niet mee in, dan zeggen wij allemaal nee. Want iets onmogelijks kan de Heer Zelf van ons niet verlangen, - tenzij Hij ons helemaal omvormt en ons leven voorziet van heel andere en tot nu toe onbekende eigenschappen en vaardigheden. Tegen de almacht van de Heer kan geen enkel wezen protesteren, dus ook wij niet!'
Hoofdstuk 177: Nogmaals verduidelijking van de vraag over het kindschap Gods door Petrus - Zijn kritiek met betrekking tot de bloedschande onder de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Daarom is mijn antwoord op jouw vraag het volgende: Even als tot nu toe willen wij voor eeuwig in alles helemaal van Hem afhankelijk zijn, omdat het onmogelijk is van iemand anders af te hangen! Eveneens willen en zullen wij Hem ook eeuwig uit de diepste grond van ons leven voor alles danken, daar wij iedere gave van Hem voor oneindig goed aanzien en als zodanig ook door en door erkennen. Vragen zullen wij de Heer echter nergens om en we willen en kunnen dat ook niet, omdat wij maar al te duidelijk inzien, dat de Heer oneindig veel beter weet wat wij allen nodig hebben, en het niet nodig heeft om eerst door ons daarop opmerkzaam te worden gemaakt door een nietszeggend verzoek van ellendige en vergeleken bij Hem, nauwelijks halflevende schepselen. Zo zal het ook voor eeuwig verre van ons zijn, Hem door een smeekbede te zeggen dat Hij een harde God is en zulke zwakheden heeft, die pas door verzoeken van de zijde van de schepselen in de ware orde kunnen worden gebracht.
Hoofdstuk 178: Petrus' voorstel om te danken en te bidden - Uhrons veelzeggende afwijzing van een smeekbede tot God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zo is het bij de mens niet, want deze weet wat hij nodig heeft. Als de mens zich verzadigd heeft, dan weet hij dat hij weer zal moeten eten om zich te verzadigen. Hij kent echter ook de Gever. Daarom dient hij niet alleen te danken, wanneer hij zich heeft verzadigd, doch moet veeleer nog de dank met de smeekbede gepaard laten gaan. Daardoor erkent hij de Schepper des te meer en betuigt hij dat hij alles slechts van Hem krijgt en ook voor de toekomst het goede en noodzakelijke van Hem verwacht.
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Heeft echter de Heer van ons, onvolmaakte bewoners van de aarde, het gebed uitdrukkelijk verlangd, dan ben ik wel van mening, dat Hij ze bij jullie niet als overbodig zal beschouwen!
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Daarom is tenslotte mijn opdracht van de Heer aan jullie allen daarop gericht, dat jullie in het vervolg weliswaar alles wat jullie nu hebben, van de Heer zult ontvangen, maar alleen via de weg van het gebed. Wie van jullie echter niet zal bidden, die zal ook niets of niet veel krijgen.
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] De Heer beloofde - zoals wij weten - Zijn koningen op aarde een eeuwige heerschappij en ze stierven als elk ander mens. Zo beloofde Hij een bepaald volk een eeuwig land en rijk, maar zoals wij vernamen, heeft dit uitverkoren volk nu geen rijk en geen land meer! Ook weten wij dat Hij wijze mensen uitkoos, die aan het volk Zijn Wil, datgene wat Hij zou doen, moesten openbaren. Als dan echter de tijd kwam, dat een dergelijke openbaring had moeten worden vervuld, dan werden de wijze mensen voor zwetsers aangezien; want de Heer liet niet gebeuren, wat Hij door de wijzen liet verkondigen! En meer van dergelijke zaken!
Hoofdstuk 180: Het bevestigend antwoord van de wijze zonnemens aan Petrus - Zijn kritiek op de beloften van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Diegenen echter, die het nieuwe huis zullen bewonen en tevens de nieuwe stad en de vele huizen van de stad, die zullen groter zijn dan het nieuwe huis en de stad en de vele huizen van de stad.
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Het huis zal van buiten echter klein zijn, maar daarentegen zeer groot van binnen ter opname van talloze bewoners, en zo zal ook de stad zijn en ook de vele huizen in die stad!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Wilt U echter beslist alleen maar geestelijk en in bovenzinnelijke beelden hemels met ons spreken, geef ons dan eerst het benodigde begrip; want anders zijn Uw woorden voor ons geen verrijking en voor U geen eer. Wat men niet begrijpt - of het nu van God of van een geest of van een mens komt, dat kan men ook niet naar waarde schatten. En hoe zou men eren, wat men niet kan waarderen?
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] JOHANNES zegt: Goed, let dan op: het nieuwe huis is de nieuwe openbaring van de Heer aan jullie, die Hij nu juist opbouwt in jullie harten. De levende stad die uit de hemelen neerdaalt, zijn de Heer en wij, Zijn kinderen, vol van het eeuwige leven. Jullie echter zullen in deze aan jullie gerichte openbaring binnengaan en daarin een echte levenswoning vinden, dan zal deze leer zich naar jullie buigen en aan jullie onderdanig zijn.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als jullie echter in deze openbaring actief gaan leven, dan zul je daardoor een nog grotere wijsheid bereiken dan wij jullie nu geven. En dan zal het zo zijn, dat jullie in deze weinige woorden, waarvan het uiterlijk omhulsel werkelijk klein is, een innerlijk oneindig groot wijsheidsgehalte zullen vinden, zo groot, dat jullie dat in zijn totale volheid in eeuwigheid wel nooit helemaal zullen begrijpen. En talloze nakomelingen zullen in deze wijsheid wonen en zullen toch nooit aan haar uiterste grenzen komen.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664  ...