Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 652 van 1166

...  640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665  ...
[16] En daarom heb ook ik het vaste geloof: al is nu ook mijn geestesoog tengevolge van het te grote genadelicht uit de heilige hoogten van God verblind, dan zal een stille nacht van rust voor mijn hart en de verkoelende dauw van de liefde, ondersteund door een krachtig, lieflijk waaien uit de hoogte van de goede, heilige Vader, ook weldra op de grote morgen van de Geest over de landouwen van mijn hart een wonderbaar leven uit de ontbinding van mijn koude gedachten en gevoelens laten ontstaan. Amen."
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Daarom leef ik dan ook in de vaste overtuiging: Henoch werd net als de zon tot een onmetelijke hoogte boven mij uit verheven en nu wordt mijn gehele wezen door zijn grote licht verblind. Maar het heilige licht hoeft slechts net als het licht van de zon te werken en het zal tot een zegen worden voor mijn nacht; want evenals het licht het leven bewerkstelligt en de levende kiem uit de ontbinding te voorschijn trekt, vormt en hem dan op wonderlijke wijze leidt, zal ik zeker, niet minder dan een plant zijnde, in de stille rust van mijn deemoed door de Heer worden bedacht. O vader, daarvan ben ik zeker! De Heer geeft aan eenieder hetgeen Hem welgevallig is! Amen."
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Ik heb heel vaak zeer wijze daden door dieren zien doen; die dingen waren werkelijk zo verbazingwekkend, dat mensen die ondanks vlijtige inspanning niet tot stand zouden kunnen brengen; maar woorden om dat te benoemen wat zij deden, o luister, - woorden, dit wonder der wonderen, kon mijn luisterend oor nooit van de tongen van de meest wijze dieren horen!
Hoofdstuk 63: Asmahaël spreekt over het goddelijke woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Vergeef me, lieve vaderen, dat ik nu vrij en zonder ertoe uitgenodigd te zijn begin te spreken, - maar nu moet ik wel; want nu hebben jullie allemaal een helder licht van boven nodig en luister dus: wat mijn tong jullie nu zal verkondigen, zal een woord van leven zijn, een woord uit de hoogte en een woord uit de diepte, - dat van boven vol licht en dat uit de diepte vol leven; want boven is God het Licht van alle lichten en in Zijn diepte het Leven van alle leven.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Kinderen! Alhier verloor ik eens alles door mijn eigen schuld - en waarlijk, duizend maal meer dan ik toen verloor, heeft de Heer, onze meest liefdevolle, genadige, heilige Vader mij hier nu weer laten vinden!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] O paradijs, mooie tuin, lichte plek, waar ik nog in Gods hand schitterde als een opgaande zon en in alle volheid van het leven machtiger was dan alle werelden tezamen, toen was ik jouw overmoedige bewoner en jij mijn zwakke draagster!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Door mijn gedwongen vlucht ben je zonder last weliswaar opgerezen tot de ijdele hoogten van je zwakheid, want er drukt geen machtige voet meer op je; maar er is ook niet veel om je op te beroemen, behalve de ijdele herinnering, dat je eens mijn zwakke draagster was.
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Maar de Heer zag in Zijn erbarmen dat jouw grond te los was voor de tot vallen geneigde zware mens; daarom zette Hij stenen onder mijn voeten, opdat hun stevigheid mij zou bewaren voor een toekomstige val.
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] 0 kinderen, vol treurnis kwam ik hier aan, want ik moest mijn verlies bewenen, zoals ik dat vroeger al duizendmaal beweend heb; maar dit keer was het de laatste zucht en de laatste traan die jouw kale wand heeft bevochtigd, Van nu af aan zal ik je nooit meer betreden, jij oude, holle notendop van een uitgebrand leven, maar mijn voet zal nu juichend lopen op eigen bodem, omdat de vrucht van het eeuwige leven daarop tot rijpheid gedijd is!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] O kinderen, ik voel me buitengewoon goed en jij, mijn Henoch, zult daarvoor mijn eeuwige zegen hebben!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Kinderen heeft een van jullie nog enige twijfel, bewaar die dan voor de namiddag in mijn woning; en laat nu alle kinderen naderbij komen, opdat ik hen zegen en hun zeg dat zij, als zij dat willen, zich zoals altijd morgen voor zonsopgang naar de geheiligde plek van het brandoffer kunnen begeven! Amen."
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] De goede bodem, waarop nu mijn voeten rusten, heeft mij nu reeds ongeveer negenhonderd jaar voor een nieuwe val behoed, waartoe jij gedurende dertig jaar niet eens in staat was! Deze goede bodem maakte nu ook, of was de verdeemoedigende oorzaak, dat ik nu jouw stevige drager geworden ben, terwijl jij eens de mijne was. Want nu heb ik jou door de grote genade van boven oneindig veel heerlijker in mijzelf opgericht en ben ik ervan verzekerd dat je in mij in eeuwigheid niet ten val zult komen; en mocht het al mogelijk zijn dat je in mij zou vallen, dan zul je mij niet buigen en terneerdrukken, maar ik zal wel in staat zijn je met de genade van boven op te richten, opdat je een vaste inwoner kunt blijven van diegene aan wiens haren de Heer meer gelegen is dan aan de gehele aarde, die voorheen je wankelende draagster was!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Daarna zei Adam: "Welnu, mijn kinderen, laat ons in de richting van de middag trekken en daar hetzelfde doen als wij hier deden!
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En laat ons nu blijmoedig naar de middag wandelen. Laten Henoch en Asmahaël mijn leidsmannen zijn, en de overigen volgen mij op dezelfde wijze als hiervoor. Doch laten wij langs een schaduwrijke bosweg trekken omdat de stralen van de zon reeds flink sterk zijn geworden, zodat onze ledematen niet vermoeid zullen raken voordat de voorziene rust is aangebroken, na de trouw vervulde plicht; onderweg moet iedereen zwijgend doorlopen en er goed op letten waar hij zijn voeten zet, opdat zijn oprechtheid geen schade op zal lopen.
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En nu liepen de vaderen rustig voort over een schaduwrijke weg onder cederbomen en palmen in de richting van de middag en waren tijdens deze reis, die ongeveer een uur gaans duurde, goed gehumeurd en loofden en prezen Mij in hun harten; want zij hadden volop te zien, omdat de natuur geheel doorzichtig voor hun door Mijn woord gesterkte ogen was geworden.
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665  ...