17481 resultaten - Pagina 654 van 1166
... 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 ...
[21] Wij hebben geen enkel gebod buiten dat van het eeuwige leven en dat is de liefde en het luidt: 'Je zult Mij, je God en heilige Vader liefhebben uit en met al de liefde die Ik je in eeuwigheid gaf tot eeuwig leven en als eeuwig Leven! Als je Mij liefhebt, verbind je je weer met Mij en aan je leven zal nooit een einde komen; maar laat je dat na, dan scheid je je van het leven. Je leven zal daarna weliswaar niet ophouden; ook zal Ik daarom voor eeuwig niet ophouden voor jou een richtende God te zijn. En zul je ook, als je van Mijn leven gescheiden bent, door de eeuwige ruimten van de diepten van Mijn toorn vallen, waarlijk, buiten Mij zal jouw eeuwige val niet zijn! Mij, je God, zul je nooit kwijt raken; maar je liefdevolle, beste, heilige Vader en met Hem een eeuwig, vrij, gelukzalig leven, zie, dat zul je verliezen!'Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Eén van de kinderen van de middag, uit de lijn van Seth en Enos, stapte op Henoch af, boog diep voor hem en zei: "Henoch, zie, in naam van allen sta ik hier voor je; mijn naam is Sethlahem (dat betekent: 'Een met wijsheid hoogst begaafde zoon van Seth').
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O Henoch, neem mij deze dubbele vraag niet kwalijk; want mijn wijsheid zegt me dat jij een ware ziener Gods bent. Want de liefde van de Allerhoogste heeft je hart gevuld en je tong werd aangeraakt door het vuur dat zeer machtig aan de vinger van God ontspringt. O, toon nu aan Sethlahem, hoe en wanneer je dat ten deel viel! Amen."
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] O Henoch, indien dit alles in jou niet als een vrije, geenszins verdiende zaak van boven door de heilige Vader aan jou gegeven was, waarlijk, dan zou je tot op dit ogenblik spreken zo als ik, klagend over de geweldige zielendorst en -honger!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Opdat je echter vanwege mijn niet begrepen woorden niet ten onrechte geërgerd je woning betreden zult, kalmeer daarom je hart en luister wat ik je te zeggen heb: Sethlahem, kijk in de blauwe verte en zeg me van het gras, de planten, bomen en struiken van welke soort en klasse ze zijn; zijn ze net als hier, of zijn ze anders,
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Maar als ik volgens jouw dwaas verlangen zou willen handelen, zie, dan moest ik je wel eerder vijandig gezind zijn om in staat te zijn, in mijn verdorvenheid jou, mijn lieve, arme broeder in God en Adam, te bedriegen!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Sethlahem die woorden had gehoord, viel hij voor Henoch neer en zei: "0 Henoch, jouw grote wijsheid heeft mij vernietigd, zodat het mij nu voorkomt alsof ik nooit heb bestaan; maar ik merk dat ik nu in mijn ondergang meer begrijp dan tevoren in mijn wijsheid. Neem daarom mijn dank aan voor zo'n geduld met mij van jouw zijde en omdat je niet boos werd over mijn grote dwaasheid die mij zo brutaal liet worden, dat ik het waagde voor jouw door liefde verlichte gelaat te treden en met je te twisten, jij die een levend werktuig in de hand van de almachtige, heilige Vader bent!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Stel het geval dat ikzelf daar reeds geweest zou zijn en daar alles zelf had bekeken. Maar het zou zo beschikt zijn dat de vaderen mij in jouw aanwezigheid daarover zouden uithoren en ik hun de blauwe verte zou onthullen. Als jij dat echter horen zou en niets zou weten omtrent het hoe, waarvandaan en waardoor, zei je dan tegen mij: 'Luister, wat jij me nu verteld hebt, bevalt mij bijzonder goed! Ook ik zou graag over de verre streken willen spreken zoals jij; zie, ik wil daarom bij jou in de leer gaan, opdat ik van jou leer daarover te spreken!' Waarop ik jou dan weer zou antwoorden: 'Luister, zoiets laat zich door een innerlijke zienswijze niet leren aan degene die naar een innerlijke overtuiging streeft, - en wat een moeizame weg tot zuivere kennis zou dat zijn en hoe onvruchtbaar!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Zie, mijn ogen heb je weliswaar blind gemaakt en ik zie nog niet in wat het juiste is; maar ik neem nu een ander licht in mij waar, dat mij een nieuw pad toont, weliswaar nog flauw verlicht, maar een pad dat mij in een ogenblik verder zal voeren dan het vruchteloze licht van mijn ogen mij in vele, ja reeds zeer vele jaren ooit heeft gebracht.
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] O Henoch, mocht mijn voet ergens op dit nieuwe pad een zeer mulle plek aantreffen, laat me dan bij je komen, opdat je me kunt tonen of ik de juiste weg bewandel.
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O Henoch, roep me, wanneer je mij in mijn blindheid een vergissing zult zien maken! Amen."
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] "O zeer waardige vaderen der vaderen der aarde! Wat moet en wat zou ik, die de duistere diepte van de dood sinds kort ternauwernood ontvloden ben, op deze zo heilige hoogten nu zeggen, terwijl alles - vol wonderen, vol genade, vol leven - het krachtigste woord op mijn bevende tong doet verstarren?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] O vaderen der vaderen der aarde, ik heb het nog amper gewaagd mijn ogen geheel te openen, opdat mij de mogelijkheid ten deel zou vallen de wonderen van de heilige hoogten te aanschouwen; nu zou ik arme, ik blinde, ik dode deze moeten vertolken voor jullie die vol genade, vol leven, vol macht en vol sterkte de dingen met de zeldzaamste vormen wel reeds lang vanuit innerlijke kracht hebben doorschouwd?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Hoe makkelijk is het te zeggen: 'Men hoeft het immers maar te zien, dat ginds in de morgen een dampende, naar de hemel reikende koning der bergen zich heel stoutmoedig verheft als moest hij de aarde beheersen!' O zeker, het oog van de dieren kan dat ook zien! Maar als ik mij afvraag: 'Versta jij, Asmahaël, zo'n machtig bouwsel?', dan klinkt het in de nacht van mijn hart: 'Hoe moeten de doden de doden begrijpen?! Jouw leven is slechts de schijn en de begoocheling van je zintuigen! De buigzame tong is alles wat je onderscheidt van de dieren!'
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Ik werd niet hierheen ontboden om mijn licht te laten schijnen, neen, slechts om verlicht te worden werd ik door de schitterende Abel hier bij je gebracht! Laat mij daarom nu jullie woorden vol licht en vol leven horen; het is nog lang geen tijd voor mij om te spreken! O wie zou er ook nog woorden kunnen vinden die heiliger zouden klinken dan die vol kracht en vol leven van boven van de tong van Henoch vloeien, waarvan één woord belangrijker is dan de zware last van de aarde van pool tot pool! Want waar het gesproken woord zich niet alleen maar als een welluidende klank rijkelijk laat horen, maar ook met goed gevolg en zegenend het leven overvloedig uit de dodelijke verborgen diepten in de mensen vrijmaakt, - O luister naar mij, arme: een dergelijk woord is toch belangrijker en groter dan alles wat het oog mogelijk vermag te zien en te waarderen naar de materiële betekenis ervan!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)