Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 654 van 1490

...  642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667  ...
[8] Heb Ik dan ongelijk als Ik zeg: 'Ik zal ook deze geestelijk doden opwekken, wanneer ze uit het vlees van deze wereld treden, en Ik zal hen richten en hen het loon voor hun daden laten vinden!'?
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Zeggen de wijzere wetten van Rome al niet: 'Volenti non fit iniuria*!'? (* Latijn voor: Aan degene die het zelf wil geschiedt geen onrecht.) Of zou Ik Mij soms uit een soort liefde voor Mijn tegenstanders van Mijn eeuwige levens en waarheidslicht moeten ontdoen en het kleed van leugen en bedrog aan moeten trekken? Dat zal hopelijk toch niemand van jullie wensen? Maar zelfs voor dergelijke door zichzelf verworpen zielen heb Ik jullie twee troostende dingen gezegd; één keer in de gelijkenis van de verloren.zoon en later bij een soortgelijke omstreden kwestie als nu, toen Ik tegen Jullie heb gezegd dat er in het huis van Mijn Vader zeer veel woningen -maar om Mij nu duidelijker uit te drukken - zeer veel leerinstituten en opvoedingsinrichtingen zijn, waar zelfs de op deze wereld meest verworpen menselijke duivels bekeerd en verbeterd kunnen worden.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] En zolang er een schepping zal bestaan, zal er tegenover het goddelijk zuiver geestelijke ook een materieel scheppingsobject bestaan, dat in zekere zin tegenover de zuivere Godheid het duistere levensproefobject vormt. Daarmee is echter niet gezegd dat dit duistere object voor de hele eeuwigheid duister en slecht moet blijven, evenmin als deze hele aarde en de voor jullie zichtbare hemel met zijn sterren eeuwig zullen blijven zoals jullie dat alles nu zien; maar hij zal vergaan en in de loop van de tijd der tijden geheel en al opgelost worden, en in plaats daarvan zal een nieuwe schepping komen. Daarom zeg Ik jullie nu al: zie, Ik maak alle dingen nieuw, en jullie zullen allemaal nog Mijn helpers aan de nieuwe schepping zijn!
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als jullie in Mijn naam in de wereld uitgaan om de volkeren Mijn evangelie te verkondigen, zullen jullie het de kinderen ook als melkvoedsel moeten voorzetten. Want als jullie met leringen als deze zouden beginnen, zouden de mensen jullie als waanzinnigen beschouwen en helemaal niet luisteren naar wat jullie zouden onderwijzen en zeggen -waarover jullie je echter helemaal geen zorgen hoeven te maken, want er zal jullie altijd in de mond worden gelegd hoe en wat jullie moeten spreken. Al het overige zal Mijn geest dan doen bij allen die door jullie Mijn geest ontvangen en daarin wedergeboren worden. En daaruit zal dan ook het waarmerk bestaan, dat Mijn woorden niet uit de mond van een mens, maar uit de mond van God tot jullie zijn gekomen. En nu, Mijn Simon Juda, ben je nu meer verlicht dan voorheen?'
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Simon Juda zei: 'Heer en Meester, deze keer heb ik alles wat U nu hebt uitgelegd heel duidelijk begrepen, beter dan ooit tevoren; maar ik moet bekennen dat Uw te grote wijsheid mij bijna verpletterde. Voor U is het wel gemakkelijk om over dergelijke oneindig grote dingen nog gemakkelijker te praten dan een huisheer over zijn huisraad, maar ons aardse verstand voelt daarbij het gehele gewicht van Uw eindeloze alwetendheid tegenover zijn eigen volkomen onbeduidende onwetendheid.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Dat is voorlopig ook helemaal niet nodig, maar Mijn geest zal dat wel doen bij velen die Ik daartoe zal roepen. Voor de kinderen van deze tijd is het voldoende dat de mensen in Mij geloven, dat Ik wat dit lichaam van Mij betreft uitgegaan ben van God de Vader en dat ieder mens door dat geloof zal overgaan tot de ware kennis van God, tot de ware liefde voor Hem en voor zijn naaste en daardoor ook tot het eeuwige leven.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want wie door de bazuin gewekt wordt, wordt niet ten dode opgewekt, maar ten leven; wie echter het geschal van de bazuin niet wil horen zal ook niet opgewekt worden, maar in de nacht van zijn graf en in gevangenschap van de zee blijven tot de tijd dat deze hele aarde door het vuur wordt opgelost. Want evenals ten tijde van Noach zullen ze huwen en ten huwelijk wor den gegeven en zich niet bekommeren om de stem van Mijn gewekten. De eerstgenoemden zal Ik dan echter in één ogenblik van de aarde wegrukken en de laatstgenoemden met al hun lievelingen prijsgeven aan het allesvernietigende vuur, aan het ontstaan waarvan de dan levende onboetvaardige mensen zelf het allermeest zullen bijdragen.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] En kijk, dat zal een laatste gericht op deze aarde zijn, waarvoor spoedig na jullie in het klein een eerste begin gemaakt zal worden! Maar jullie moeten natuurlijk ook niet denken dat zo'n vuur onmiddellijk in alle plaatsen en streken van de aarde tegelijk zal uitbreken, maar hier en daar, zo geleidelijk aan, opdat de mensen nog altijd de tijd en de ruimte zullen krijgen om hun leven te beteren.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Jij zult echter over het belangrijkste van Mijn ambt als leraar op deze aarde, dat je in het door jou geschreven en blijvende evangelie hebt opgenomen, over de buitengewone leringen en daden bovendien nog vermelden, dat je daarvan alleen maar zegt dat Ik nog heel veel dingen geleerd en gezegd heb die niet in dat boek geschreven staan; en ook al zouden ze in boeken opgeschreven zijn, dan zou de wereld, dat wil zeggen de mensen, ze toch niet vatten. En dat is voldoende.
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar Ik zei: 'Doe dat voor de twee pelgrims; wij blijven de hele nacht aan deze tafel zoals nu.'
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De waard ontbrak niet en vergezelde ons deze heuvel op, en begon ons uit te leggen wat er in oostelijke richting te zien was, in het zuiden, westen en noorden; want hij was zeer goed bekend in die streek, en Mijn leerlingen spraken met hem.
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen hij tenslotte ook wilde beweren dat de heuvel waar wij op stonden de berg Nebo was, waar Mozes' aardse leven beëindigd werd, zei Ik tegen hem: 'Vriend, nu ga je toch wat te ver met je kennis van deze streek; want de omgeving van de berg Nebo, van waaruit men ook de nevelige omgeving van Jericho helemaal kan overzien, ligt nog een kleine dagreis verder naar het zuiden. Maar aangezien je zo goed thuis bent in deze omgeving, kun je Mij misschien zeggen wie de bouwer van deze zwarte basaltstad is waar jij woont! Weet je hoe die heet?'
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De waard zei: 'Heer en Meester, in de geschiedenis ben ik slecht thuis; maar als ik mij niet vergis hebben de Gadieten deze stad gebouwd! Want men zegt dat vanaf daar verder naar het noorden het land aan de stam Gad heeft toebehoord, en verder naar het zuiden, samen met een gedeelte van het gelukkige Arabië tot aan de rivier de Eufraat moet alles aan de stam Ruben hebben toebehoord. De grenzen van deze twee landen schijnen in de boze tijd van de koningen echter sterk te zijn verschoven, en tegenwoordig weet men niet meer precies tot hoe ver de stam Ruben en tot hoe ver de stam Gad het land in bezit had. Wij houden deze stad van ons nog voor een werk van die stam.'
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Mijn beste vriend, dan heb je je bijna duizend jaar vergist, want de bouwer van deze stad alsook van nog verscheidene andere steden was Edon, die nog vóór Abraham leefde en die deze stukken land bezat, met nog een aanzienlijk deel van het gelukkige Arabië tot aan de Eufraat en samen met een groot gedeelte van het huidige Syrië tot ver voorbij Damascus; derhalve is deze stad, samen met verschillende andere steden, door Edon en zijn nakomelingen gebouwd en is daarom niet veel jonger in jaren dan Babylon.
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk, Mijn beste, wij staan nu op de heuvel waar Abraham en Edon stonden, terwijl ze God in het geloof van hun hart een offer brachten en de grenzen van hun landen vaststelden. Alles in westelijke richting behoorde, zover het oog reikt, aan Abraham, en het land in oostelijke richting tot aan de Eufraat behoorde aan Edon en zijn nakomelingen, die zich later voor het grootste deel met de nakomelingen van Abraham hebben verenigd. Kijk, nu weet je wie de bouwer van deze zwarte steden was, die zo stevig gebouwd zijn dat men ze over meer dan duizend jaar gerekend vanaf nu de alles vernietigende tand des tijds niet echt duidelijk zal aanzien.
Hoofdstuk 158: De historie van de basaltstad en haar omgeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667  ...