16678 resultaten - Pagina 655 van 1112
... 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 ...
[12] Eenmaal buiten, begonnen zowel de burgers als de overste en de stadscommandant zich bij Cyrenius te verontschuldigen en sloegen vervolgens de weg naar de stad in.Hoofdstuk 241: Misdadig besluit van de jaloerse gasten. De grote brand te Ostracine - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] De aldus toe gesprokenen echter verontschuldigden zich met de woorden: 'Wij moeten vandaag nog een zeer belangrijke zaak afhandelen, weest u dus zo goed om ons bij uw intieme vriend te excuseren!
Hoofdstuk 241: Misdadig besluit van de jaloerse gasten. De grote brand te Ostracine - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Op dit moment voegde Zich het Kindje ook bij de sprekers en tegen Jozef zei Het:
Hoofdstuk 241: Misdadig besluit van de jaloerse gasten. De grote brand te Ostracine - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Jozef liet de gasten uit de stad dus maar vertrekken en begaf zich met het Kind je naar Cyrenius om hem te vertellen hoe zij zich verontschuldigd hadden en hetgeen het Kindje daarop had gezegd.
Hoofdstuk 241: Misdadig besluit van de jaloerse gasten. De grote brand te Ostracine - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Vandaag achtten zij het juiste moment gekomen om zich aldus op hun dwingelanden te wreken.
Hoofdstuk 242: Cyrenius maakt zich zorgen over de slachtoffers van de brand. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. God is voor iedereen een rechtvaardige Rechter - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Hij kan hen dus ook overal pakken, waar ze zich ook mogen ophouden.
Hoofdstuk 242: Cyrenius maakt zich zorgen over de slachtoffers van de brand. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. God is voor iedereen een rechtvaardige Rechter - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Op dat moment kwam Maria hevig verschrikt aanhollen; zij wees Jozef op een groot aantal gewapende krijgslieden, dat zich met versnelde pas in de richting van de villa voortbewoog.
Hoofdstuk 242: Cyrenius maakt zich zorgen over de slachtoffers van de brand. Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. God is voor iedereen een rechtvaardige Rechter - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Jozef kon dat begrijpen en begon dus onmiddellijk met zijn zoons met de verdeling, terwijl Cyrenius zich heimelijk met Jonatha en zijn hele gevolg terugtrok.
Hoofdstuk 243: Hoogmoed komt voor de val. Jozef behandelt de slachtoffers met waardigheid. De edelmoedigheid van Cyrenius jegens de gedeputeerden. Cyrenius bij Jonatha - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Toen Jozef zijn karwei aldus had verricht, vroeg hij stilletjes aan het Kindje, of het nu eigenlijk wel veilig was het huis in de steek te laten en zich naar Jonatha te begeven.
Hoofdstuk 244: Jozefs krachtdadige naastenliefde. Goede troost na zware beproeving. Bezoek aan en avondmaal bij Jonatha en de zijnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Deze woorden des Heren, door Jacobs mond gesproken, brachten Jozef zozeer tot rust, dat hij nu ogenblikkelijk met heel zijn familie opbrak en zich naar Jonatha begaf.
Hoofdstuk 244: Jozefs krachtdadige naastenliefde. Goede troost na zware beproeving. Bezoek aan en avondmaal bij Jonatha en de zijnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Bij deze vraag greep Cyrenius zich letterlijk bij de haren en maakte aanstalten om dat geschenk onmiddellijk zelf te gaan halen.
Hoofdstuk 245: Cyrenius maakt zijn schip klaar voor het vertrek. Jacob herinnert hem aan de globe. Goede raad van Jozef aan Cyrenius. Handel in vrijheid. ..naar Gods wil! Cyrenius neemt de drie jongens mee - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Met hartelijke liefde en diepe eerbied wendde Cyrenius zich nu tot het Kindje en vroeg Het, overeenkomstig Jozefs raad om advies.
Hoofdstuk 245: Cyrenius maakt zijn schip klaar voor het vertrek. Jacob herinnert hem aan de globe. Goede raad van Jozef aan Cyrenius. Handel in vrijheid. ..naar Gods wil! Cyrenius neemt de drie jongens mee - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[29] Hierdoor lieten zij zich dan tenslotte toch gerust stellen; en zij stonden op uit hun knielhouding.
Hoofdstuk 246: Cyrenius vraagt om de zegen van het Kindje en krijgt een goddelijk antwoord. Nobel afscheidsgebed van Cyrenius. Het Kindje zegent hen die afscheid nemen en stelt hen gerust met de woorden: Waar uw hart is, daar is ook uw schat! - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Nu groette de landvoogd Jozef -in Egypte voor de laatste maal en begaf zich aan boord.
Hoofdstuk 247: Jozef zegent Cyrenius. Jezus neemt afscheid van Cyrenius. Vertrek van Cyrenius. Jozef bij Jonatha - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Zou je niet liever wachten op de Heer, totdat Dié Zich vertoont?
Hoofdstuk 248: Jozef en Jonatha bemerken tijdens een vroege vistocht een schip dat in gevaar verkeert. Zij schieten te hulp en trekken het vlot - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus