17481 resultaten - Pagina 656 van 1166
... 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 ...
[3] En de achterblijvende kinderen van de middag bogen voor de hoofdstamouders en dankten hen voor zo'n blijde boodschap en prezen Mijn naam en loofden Mijn liefde uitbundig en werden met vreugde vervuld over Mijn grote erbarmen.Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ook deze weg was een lievelingsweg van Adam. Hij wandelde hier graag, in het bijzonder op zeer warme dagen, omdat er steeds koele winden waaiden en bovendien wekte deze aanblik bij hem ook steeds grote zielsverrukkingen uit vroegere tijden. Wanneer hij dan daarvandaan terugkeerde, sprak hij met zijn kinderen in zeer verheven woorden over Mijn liefde, genade, wijsheid, erbarmen, heiligheid, grootte en macht; en vandaar dan ook, dat hij deze weg 'De beschouwing over de zeven machten uit de eeuwigheid van de grote God Jehova' noemde.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Asmahaël keerde zich vol eerbied tot Adam en zei: "O vader der vaderen der aarde! Je vraagt hier aan de zwakke, terwijl er aan de sterksten al te groots en te veel wordt aangeboden; maar als ik de hoge en steile, met water bevloeide, spitse zuilen uit lichtblauw gesteente bekijk, gevormd door de machtige vinger van de eeuwige God, dan denk ik in mijn hart: voor de grote is het grote niet groot en voor de kleine heeft het grote geen nut! Wat moeten bergen dan wel voor een betekenis hebben voor een mug?! Wat voor nut hebben de vingers van onze handen voor een vlieg?!
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O vaderen der vaderen der aarde, hetgeen ik nu gezegd heb is alles wat ik in staat ben te zeggen; O leer mij het anders te zien en indien mogelijk zulke grootsheid der dingen geestelijk te begrijpen! Amen."
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Daarom zullen wij met Gods machtige bijstand ons heden in mijn woning beraden wat er in dit opzicht te doen valt.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] 'O kom en zoek mij dat nietige, lastige ding in mijn oog!' En heeft zijn broeder het gezien, begraven in het tranende oog van de broeder, dan roept hij: 'O broeder! De nietige vijand van jouw gezichtsvermogen berokkent je geen schade meer; hij ligt nu in de zegevierende vloed van je tranen begraven! Medelijdende tranen zullen je tot je vreugdevolle blijdschap spoedig van deze gevreesde, nietige vijand bevrijden; want nu het stofje zelf één geworden is met je tranen, zal het nooit meer je zien belemmeren en je verhinderen de lichtende verten van de eeuwige schepping te aanschouwen!'
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En direct daarna stond Seth op en zei tegen Adam: "Lieve vader! Moet ook Henoch ons hier niet een korte uitleg over deze prachtige omgeving geven, net als in jouw grot?! Zie, ik verlang zeer daarnaar! Hoe dikwijls heb ik daar al over nagedacht, maar kon toch nooit iets anders opbrengen dan wat mijn ogen zagen en mijn oren hoorden, namelijk deze ten hemel rijzende, gelijkvormige stenen spitsen met hun merkwaardige waterstralen, die als talloze parelen ruisend over de steile wanden naar de aarde omlaag storten en door dit harmonische ruisen het oor op een wonderlijke wijze tot verrukking brengen.
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Adam vond het verzoek van Seth zeer passend en redelijk en zei: "O Seth, je bent me voor geweest! Want dat was allang mijn eigen wens; laat het daarom geschieden zoals je het gewenst hebt! En jij, lieve Henoch, doe dat en reik je dorstende vaderen een koele, versterkende dronk van jouw liefde, zoals ik en Seth dat wensen! Amen."
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Nu stond Adam op en zei: "Amen!" en vervolgde met te zeggen: "Mijn zeer geliefde Henoch, deze keer zie ik heel duidelijk dat de woorden die jij nu hebt gesproken, niet in je lichaam zijn ontstaan, maar de Heer, ons aller almachtige Schepper en meest heilige Vader, heeft ze van tevoren getrouw in je hart gelegd!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Ik zeg het je nog eens: niet nu, maar te gelegener tijd! Wij allen danken nu de Heer, dat Hij ons waardig heeft bevonden voor zo'n belangrijke leer en daarna willen we ons opstellen om de reis te vervolgen en wel in de reeds bekende volgorde in de naam van Jehova! Amen."
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Maar voor zij zich in beweging zetten, zei Adam tegen Seth: "Luister, mijn geliefde Abel-Seth, ik heb honger - mijn ledematen, die bezig zijn moe te worden, zeggen me dat -; maar je kent de gelofte van de huidige dag, die ik met jullie allen de Heer heb gedaan toen de kaken van het dier ons allen tezamen deden huiveren.
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Wat valt hier aan te doen? Ik zou het Henoch wel willen vragen; maar waarlijk, hier op deze plek is het de eerste keer in mijn leven dat ik geen moed heb een kind te vragen dat bovendien nog een kind van nakomelingen is! -, hoe ik mijn moeheid, zonder mijn gelofte te breken, het hoofd zal bieden!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] 'O Heer, goede, meest heilige Vader! Ik was niet en U hebt mij in het bestaan geroepen; en ik bestond in al de moedige volheid van krachtin het blijde, lichte leven vanuit U. Het behaagde U, mij met menige zwakheid te beproeven; ik herkende door Uw genade de nieuwe beproeving en bracht U in mijn afgematte staat een offer van kinderlijke liefde. U hebt nu mijn vermoeidheid weer aangezien en ik leef nu juichend een nieuw, verbazingwekkend zalig leven in U, o Jehova! Aan U zij in eeuwigheid alle roem, prijs, eer, lof en dank!'
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zo kwam de stoet, ofschoon enigszins moeizaam, desalniettemin toch tamelijk snel vooruit. Op de hele, bijna een half uur durende weg werd geen woord gewisseld; maar in stilte bad iedereen in zijn hart tot Mij voor sterking en het behoud van Adam. Vooral Henoch was vol onwankelbaar vertrouwen en in zijn liefde voor Mij voelde hij heel goed aan dat Ik zijn onverzettelijke vertrouwen in Mijn erbarmen en genade wis en zeker niet te schande zou maken.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar hoewel de overigen ook inzagen dat voor Mij niets onmogelijk is, twijfelden zij toch aan Mijn wil, omdat zij in hun hart nog niet de voortreffelijke vrije kunst geleerd hadden om op de onwrikbare wegen van de zuivere liefde te rekenen en op Mijn eeuwige, boven alles onuitsprekelijke trouw te rekenen, - een kunst die Mijn goede Henoch reeds zeer goed beheerste, vandaar dat hij er dan ook altijd volkomen zeker van was dat onvermijdelijk ook zou volgen hetgeen hij in zijn terechte liefde van Mij verwachtte.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)