10915 resultaten - Pagina 657 van 728
... 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 ...
[16] Die mensen echter, die met name op deze aarde in de zuivere liefde voor Mij zijn overgegaan, vanuit die liefde al het wereldse en materiële hebben afgelegd en niets anders dan alleen Mij wilden, hebben daardoor voor zichzelf de lange weg beduidend korter gemaakt: want zij zijn werkelijk Mijn kinderen en werkelijk Mijn broeders en zusters en komen dus na het vreugdevol afleggen van hun materiële lichaam onmiddellijk geheel en al naar Mij - en wel zij, die alle liefde voor Mij koesteren, in de bovenste, allerhoogste hemelen, waar Ikzelf wezenlijk woon.Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Kijk, dat is dus het verschil, dat er blijkt te zijn tussen de geesten van met name deze planeet aarde, na het afleggen van het lichaam. Iets dergelijks, alhoewel veel minder vaak, kan ook het geval zijn met de bewoners van de planeten Saturnus, Uranus en nog een derde, onbekende planeet4. Echter van geen van deze later genoemde planeten komen de geesten rechtstreeks in de bovenste hemel, maar alleen in de eerste wijsheidshemel.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Opdat jullie de ongegrondheid van deze bewering volledig en heel duidelijk inzien, zal Ik jullie weer door een voorbeeld op de juiste weg brengen. Stel je eens allerlei glazen bolletjes voor, waarvan het kleinste niet groter moet zijn dan een groot zandkorreltje; dan weer één, die zo groot is als een hennepzaadje; nog eentje, zo groot als een erwt, en nog weer één zo groot als een hazelnoot; dan nog weer één, zo groot als een echte noot; eentje als een gemiddeld grote appel; nog eentje zo groot als twee vuisten; eentje ter grootte van een menselijk hoofd; en zo steeds groter tot aan een bol, die een klafter5 in doorsnee meet. - Leg al deze bollen op een plek, die door de zon wordt beschenen, en onderzoek dan het weerkaatsende beeld van de zon op elk van deze verschillende glazen bollen. - Op het kleinste bolletje zullen jullie nauwelijks een glimmend puntje ontwaren; op de tweede zullen jullie een al iets sterker stralend puntje ontdekken; op de derde zal het vonkje jullie oog al feller treffen. Het beeld van de zon op het vierde bolletje zal voor jullie oog zelfs al een duidelijk waarneembare diameter krijgen, en jullie zullen er niet te lang naar kunnen kijken. Van de daarop volgende bolletjes zal het licht alweer feller, en de diameter van het verkleinde beeld van de zon aanzienlijk groter worden. Wanneer jullie bij het beschouwen aankomen bij de bol, zo groot als een mensenhoofd, zal het beeld van de zon als de diameter van een grote linze hebben, en zullen jullie niet meer in staat zijn er met het blote oog naar te kijken. Op de laatste en grootste bol zal het beeld van de zon echter al een doorsnede van een duim krijgen, en dan zullen jullie des te minder in staat zijn er met het blote oog naar te kijken.
Hoofdstuk 4: Leer van het zonlicht. De dampkring als lichtend omhulsel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Dat jullie echter alle dingen door de hulsglobe-achtige inrichting van het oog slechts in sterk verkleinde afmetingen waarnemen, wordt toch al meer dan voldoende bewezen door het feit dat alle voorwerpen, hoe klein ze ook zijn, onder de glazen van een microscoop tot buitengewone afmetingen vergroot kunnen worden, welke vergroting op zichzelf niets anders is dan het steeds dichter benaderen van het geziene voorwerp ofwel veeleer van het lichtbeeld ervan tot de werkelijke grootte van het voorwerp zelf.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Op dezelfde wijze lijkt ook de gehele mens op al die dingen. Wat is zijn hart in natuurlijk opzicht? Is het niet een centraalzon van het hele lichaam? En al die talloze zenuwen en vezels - nevenzonnen, enzovoort? De uiterlijke huid als omhulsel omspant het gehele levende organisme. Zou een mens echter zonder dit uiterlijke omhulsel kunnen bestaan, dat een goede en deugdelijke bescherming vormt voor het hele levenskrachtige innerlijke organisme van het lichaam van een mens alsook van ieder dier? - Hier hebben wij dus weer een overeenstemmend beeld van een hulsglobe!
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Jullie weten dat het geestelijke, absoluut gezien, niet kan bestaan zonder een uiterlijke omhulling of zonder een orgaan, waardoor het pas in staat is zich uit te drukken. Wat deze uiterlijke omhulling echter betreft, deze is op zichzelf niets anders dan Mijn liefdeswil, die het geestelijke omgeeft en het door zijn erbarmen innerlijk richt en daardoor in een orde plaatst, opdat het dan bestaat om een deel van Mijn wil uit te voeren en derhalve ook een doel te bereiken, dat met de bedoeling van Mijn eeuwige orde overeenkomt. Kijk, zo zit dat!
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Maar bereid je er wel op voor - want werkelijk, jullie zullen daar absoluut geen zogeheten kinderspel tegenkomen. Want alles, wat zich aan jullie op deze volmaakte planeet ter beschouwing toont, zal uitmunten in grootsheid, verhevenheid en diepe ernst! - Echter niet meer vandaag, maar binnenkort meer daarover!
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Op welke manier alle zonnen bij elkaar en iedere zon op haar beurt zo gaan stralen, dat het licht van een zon op het luchtoppervlak van een andere zon weerspiegeld wordt, zal jullie eveneens door een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld meegedeeld worden. Stel je een kamer voor, waarvan de muren enkel van gepolijst spiegelglas zijn, dat reeds van een metaallegering voorzien is en derhalve een volkomen zuivere spiegel vormt. Stel je bovendien de ruimte van deze kamer nog voor als volkomen rond, en wel zo, alsof de kamer een grote, holle bol was. Hang deze kamer of veeleer deze holle spiegelbol nu vol met allerlei grote en kleine spiegelglad gepolijste glazen of metalen bollen. Breng echter precies in het midden van deze holle ruimte een kroonluchter aan, die een sterk licht heeft. Wanneer dat allemaal gedaan is, kijk dan naar al die gepolijste bollen, die in deze holle ruimte hangen, en zie hoe ze allemaal zonder uitzondering van alle kanten zo verlicht zijn alsof het uit zichzelf stralende lichamen waren. - Waar komt dat eigenlijk door?
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Nu het vermogen van alle zonnen uiteengezet is, hoe ze als gevolg van hun uitgestrekte luchtoppervlak heel goed in staat zijn om het lichtbeeld van een andere zon, dat dit oppervlak raakt, op te nemen en het daarna weer door te geven op de manier, zoals een spiegel het licht opneemt en het weer teruggeeft - zullen jullie nu het sterke stralen van de zon des te beter begrijpen, als jullie weten, dat zich in zo’n hulsglobe een algemene, voor jullie begrippen eindeloos grote, uit zichzelf stralende zonnekroonluchter bevindt, waarvan het licht tot aan de wanden van de hulsglobe doordringt en derhalve op deze weg iedere zon al voor de helft verlicht; wanneer het dan echter van de buitenste wanden teruggekaatst wordt, verlicht het de tegenoverliggende zijde in volkomen gelijke mate. En als op deze manier alle zonnen van een hulsglobe verlicht zijn zoals het behoort, verlichten ze elkaar bovendien nog talloosvoudig over en weer.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Nu we dit weten, wordt het stralen van iedere zon jullie nog grondiger duidelijk, als Ik jullie zeg, dat desondanks iedere zon toch ook nog haar eigen licht heeft vanuit het gebied van de daar wonende geesten. Dit eigen licht is echter niet van die intense aard zoals jullie de zon waarnemen; maar het is veeleer slechts een voortdurend actief vermogen van het luchtoppervlak van het zonnelichaam, waardoor deze het van de centraalzon en van de wanden van de hulsglobe uitgaande licht en de uitstralingen van andere zonnen des te inniger en volmaakter in zich kan opnemen en daarna weer kan doorgeven. Om deze reden bestaan er op ieder zonnelichaam dan ook een groot aantal vulkanen, met name in het gebied van hun evenaar. Hoe het echter zit met deze vulkanen, die niet zelden voor het gewapende oog als zwarte vlekken zichtbaar worden, en hoe de luchtatmosfeer van de zon door hen steeds in staat wordt gehouden om licht op te nemen, zal jullie in de volgende mededeling bekend gemaakt worden.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Ja, dat is zeker zo; want denk je op jullie nietige hemellichaam maar eens het gewicht van één enkele berg in; en stel je dan het gewicht van het hemellichaam zelf voor; denk je dan nog eens jullie hele zon in, die ten eerste zeker een miljoen maal groter is dan jullie aarde en derhalve ook een miljoen maal grotere aantrekkingskracht in zich draagt dan jullie aarde bezit. Want als dat niet zo zou zijn, zou zij waarschijnlijk niet in staat zijn om nog hele hemellichamen, die soms zelfs vele duizenden mijlen van haar verwijderd zijn, dusdanig aan te trekken, dat die zich niet uit haar gebied kunnen verwijderen. Zoals echter de aantrekking op een lichaam is, zo staat ook het gewicht in verhouding tot een sterk vergrote aantrekkingskracht van zo’n groot hemellichaam.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Draag dat eens over op de zon, waar iedere omstandigheid miljoenvoudig versterkt wordt, dan zullen jullie heel snel en heel gemakkelijk ontdekken, in welke mate ook iedere zon in staat is door haar vulkanen een eigen licht te ontwikkelen. Dit eigen licht van een zon zou echter toch veel te gering zijn om veraf staande planeten volkomen te verlichten en te verwarmen. Desondanks dient dit eigen licht van de zon er met name voor, dat het oppervlak van de zonnelucht voortdurend in een uiterst gereinigde toestand en, zoals jullie plegen te zeggen, blinkend als een spiegel wordt gehouden, om daardoor steeds volkomen in staat te zijn het licht van de hoofdcentraalzon en derhalve ook dat van alle door deze zon verlichte zonnen op te nemen.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Als jullie die echter zien, vestig Ik jullie aandacht op de tweede, glazen bol, namelijk hoe het water zich daarin bij het ronddraaien tegen de evenaar aandrong. Wat zal er ook vanuit het inwendige van de zon dus wel niet in de richting van de evenaar moeten plaats vinden? Zullen daar niet ook alle enigszins vluchtige delen onder de evenaar samendringen en daar als gevolg van de grote middelpuntvliedende kracht het streven hebben om door de bovenste korst van de zon heen te breken en zich dan met de ongelooflijkste slingerende kracht en snelheid tot in het oneindige van de zon te verwijderen?
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Jullie hebben echter pas in de vorige mededeling gehoord wat de materie is (van welke aard die ook moge zijn), en wat het gevolg is, als die te sterk in het nauw gebracht, gestoten of geslagen wordt. Zal de materie bij zo’n enorm aandringen tegen de evenaar niet eveneens op een of ander punt even bovenmatig sterk in het nauw gebracht en onder druk gezet worden, gezien het feit dat de beweging en derhalve de middelpuntvliedende kracht van de zon aan de evenaar zo buitensporig krachtig en snel is?
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Wanneer echter deze wal niet muurvast, maar elastisch is, zullen de snelle en uitgebreide bewegingen en veranderingen van zo’n wal buitengewoon eenvoudig vanuit dezelfde oorzaak verklaard kunnen worden als het geleidelijke verdwijnen van de wal. -
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon