Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 658 van 1166

...  646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671  ...
[8] Hierna stond Henoch op Mijn bevel meteen op en sprak uit Mij de volgende krachtige taal tegen Seth en ook tegen alle anderen:
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "O lieve vader Seth, zie, waar is de mens die als hij door een dwaling is gegrepen, zichzelf midden in die dwaling zou kunnen helpen?! Als hij spreekt, dan spreekt hij als in een droom; als hij handelt, dan handelt hij als een blinde; als hij loopt, dan loopt hij alsof hij geen botten in zijn voeten had; als hij zou willen staan, dan valt hij om als iemand die duizelig is; wil hij weer opstaan, dan ziet hij geen kans zijn voeten recht te zetten; en wil hij zien en horen, dan ziet en hoort hij de schaduw in plaats van de zaak zelf en het holle geluid in plaats van het levende woord.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Nu maakte je weer een fout omdat je ten eerste Adam en mij meer vergevingsgezindheid toevertrouwt dan de eeuwige liefde van Jehova Zelf, wiens meest eigen kinderen wij toch allemaal zonder uitzondering zijn of we nu goed zijn of vol ongehoorzaamheid zitten, en ten tweede schijn je te menen dat alles slechts hoofdzakelijk van mijn woorden afhangt, zonder te bedenken dat ook het door een steen gesproken woord van de Heer, hetzelfde heilige, levende woord is.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Vraag daarom niet om mijn tong, maar om het levende woord; sla geen acht op het werktuig, maar op de genade die van de Heer komt door wat voor een werktuig dan ook, hetzij door Henoch of door Asmahaël; dan zul je volkomen gerechtvaardigd leven in de eeuwige liefde van Jehova, die altijd het beste weet en ziet welk werktuig voor deze of gene het meeste deugt. Indien het echter de Heer welgevallig is ook door Asmahaël te spreken, zeg me, zullen dan die woorden van de Heer in mindere mate woorden van de Heer zijn?!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Als wij echter dienen, laten wij dan elkaar in alle liefde als broeders en kinderen van een en dezelfde Vader dienen, en laat onze allerhoogste wijsheid daaruit bestaan de heilige Vader boven alles lief te hebben. Laat niemand de ander een leer opdringen, als ware hij daartoe geroepen zoals een hond geroepen is om te blaffen en een haan om te kraaien! Wanneer echter iemand door de Heer is geroepen, laat hij daaraan gehoor geven, maar wel in de allergrootste liefde en deemoed; want pas daardoor zal hij getuigen dat zijn leer waarachtig is uit God, als de eeuwige oerbron van alle liefde en al het leven.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] O vader Adam, o kinderen, dank de Heer in mijn plaats; want ik ben het niet waard en ik ben te slecht, dat ik het zou durven wagen met mijn tong, die nog maar kort geleden het heilige woord van de Heer lasterde, de Heer van alle leven en alle liefde een onzuivere lof op te dragen!
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Nu stond Adam op en sprak een kort, wijs woord tot Seth en dit woord genas de zieke zodanig dat hij weer vol liefde en vertrouwen ten opzichte van Mij werd en keer op keer Mijn naam prees.
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Ontvang mijn zegen en wandel weer vrij en rechtvaardig voor God, voor mij en voor al onze kinderen! Amen."
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "O vaderen der vaderen der aarde! Wenend beschouwt mijn oog de smachtende schare heerlijke kinderen van de vaderen der aarde; ze liggen zo zwijgend en zo dood als stenen op de bodem van zeeën en andere grote wateren.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] O waarlijk, het zou voor mij veel gemakkelijker te begrijpen zijn dat ik en mijn wrede drager één enkel wezen vol nacht en vol licht in het midden van de aarde zouden zijn, dan dat onze God, onze machtige, eeuwige, vrije en heilige God ook maar één wezen zou kunnen laten ontstaan om het door geboden te onderdrukken en te dwingen zich vrij te bewegen, wat toch een nog grotere onmogelijkheid zou zijn dan wanneer de meest vrije, heilige Vader en Schepper Zichzelf door ijzeren ketenen gebonden tot een slaaf der slaven in de diepte van Lamech zou maken!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] O vaderen, arme vaderen, jullie hebben mij als leraar gekozen! Zolang ik kon liefhebben, kon ik spreken door de onbegrijpelijke genade van de Heer; maar de woorden van Asmahaël tonen mij nu al te duidelijk dat ik mijn woorden, die de eeuwige liefde mij inblies voor mij en voor de vaderen, nog nooit ook maar in de geringste mate heb begrepen. De vrije, zoete liefde is nu een dubbel ding geworden; zij is de hoogste vrijheid, maar tegelijkertijd ook de meest onveranderlijke, vaste wet der wetten, waardoor alles in het leven bepaald is. In vrijheid kan ik liefhebben en leven, - onder de wet moet ik liefhebben en leven of de eeuwige dood sterven! Maar hoe zijn vrijheid, de volle, ongebonden vrijheid en anderzijds de meest onveranderlijke wet onder één noemer te brengen?!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie kan mij nu met zekerheid zeggen, of mijn liefde vrijheid is of wet? Omdat ik liefheb en leef, is zij de vrijheid; maar omdat de liefde mij naar zich toe trekt en mij onuitsprekelijk goed bevalt, is zij een eeuwig richtende wet, waardoor ik, die door de onweerstaanbare aantrekking tot God in mijn hart moet liefhebben, dood, ja voor eeuwig dood ben en het noodzakelijkerwijs ook moet zijn!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Toen zijn grote verbazing over de woorden van Asmahaël wat afnam, stond Seth op en vroeg aan vader Adam: " Luister, geliefde vader, de inleiding van Henoch heeft mij op menige dwaalweg helder bijgelicht! Onderweg sliep ik in de geest in. Jij wekte mij uit mijn onnatuurlijke droom en wat mij zeer goed bekwam, was, dat je me zegende; maar wat kan er en wat moet er van ons terecht komen?
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Aan Henoch durf ik het nauwelijks te vragen! Als het jou niet zo vergaat als het mij vergaat en je licht ziet in deze woorden, deel mij dat dan getrouw mee, opdat niet vanwege mijn grote onbegrip hemel en aarde nog voordat wij onze geboortestreek zullen hebben betreden, te gronde gaan! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar Jared krabde zich achter zijn oor en merkte eindelijk op: "Zie, vader Enos, als een straal van de zon mij steekt, dan verlaat ik die plaats en vlucht naar de verkoelende schaduw! Indien nu de felle straal een gat in de grond zou branden, waarlijk, ik zou er mij weinig om bekommeren; want ik heb immers een goede schaduwplek gevonden! Ik moet toch wel buiten al mijn zinnen zijn, indien ik mijn schaduwplek zou verlaten eer de zon ondergegaan is!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671  ...