15542 resultaten - Pagina 658 van 1037
... 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 ...
[2] Men vraagt Mij hoe de overgang van het materiële naar het geestelijke leven -het zogenaamde hiernamaals -plaatsvindt, vooral bij de groten der aarde.Hoofdstuk 1: Inleiding door de heer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Zo mogen de zielen door de erbarmende liefde en wijsheid van de hemelse Vader innerlijke, geestelijke ervaringen opdoen, die deels een aangenaam en vreugdevol en deels een pijnlijk en schrikwekkend karakter hebben, terwijl zij als in een droom in de laagste of middelste regionen van de geestelijke wereld leven. Dit alles duurt voort totdat de ziel door dit geestelijke 'vagevuur' gelouterd is en uit haar droomleven ontwaakt om naar de lichte, zuivere sferen van de zaligen op te stijgen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Het volgende is echter zeer wezenlijk en belangrijk: dit fantasie en droomleven wordt aan gene zijde niet aan de willekeur van de ziel overgelaten, maar wordt door de leidende geesten en engelen wijs beïnvloed en tot een actief innerlijk leven gevormd. Door zinvolle gebeurtenissen en indrukken wordt de ziel van de ene ervaring naar de andere geleid op precies dezelfde wijze als in het aardse leven. Zo wordt de ziel tot het licht van hogere inzichten gevoerd. Soortgelijke dingen beleven en ervaren sommige mensen toch ook reeds aan deze zijde tijdens heldere dromen die door hun beschermgeesten bewerkstelligd worden. En op die manier -als het ware door versterkt en voortdurend visionair te dromen -moeten de zielen nu ook in deze nieuwe school aan gene zijde leren om de oude, slechte zelfgenoegzaamheid en zelfzucht van het gevallen wezen te overwinnen en de liefde tot God en de daadwerkelijke naastenliefde tot gebod en grondslag van hun leven te maken.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Daar de stamvaderen dat wel wisten, was dat ook het enige waar ze allen met zoveel ijver en grote toewijding naar streefden. Ja, het dingen naar Mijn liefde en de daarmee verbonden genade was hun enige zong, en het werkelijke streven ernaar de enige scholing en zelfgestelde taak in hun aardse leven. Dat was de reden waarom ook reeds hun kinderen op de leeftijd van zes tot tien jaar wijzen en onvergelijkbaar veel verstandiger wanen dan tegenwoordig in deze, nota bene, allerduisterste en werkelijk allerafschuwelijkste tijd allen tijden, de allergrootste geleerden, die nu niet veel méér weten dan de toenmalige kinderen aan de moederborst wisten.
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Daarom gaan we weer naar onze mooie oertijd terug! -
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zolang jullie je harten naar Mij gekeend zullen hebben, zal Ik met Mijn liefde zegenend bij jullie allen zijn en bij ieder in het bijzonden naar de mate van zijn liefde tot Mij en van daaruit tot zijn broeder; en die met een vlammend hart zullen Mij zelfs niet zelden te zien krijgen, in het bijzonder wanneer zij hun harten rein gehouden hebben vanaf de aanvang van hun bestaan en zich niet zo licht hebben laten overrompelen door de wereld!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Mijn geliefde Ghemela, kijk naar deze man, zijn naam is Lamech; net als jij is hij vol intens vlammende liefde tot Mij. Zie, deze man wil Ik jou geven; want Ik weet dat hij jou niet zal aanraken voordat Ik hem naar jou toe zal leiden.
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Daarom heb je niets te vrezen, want net zo rein en zo vol kuisheid als jouw hart is, is ook het zijne. Zoals jouw hart niet naar hem verlangt, maar alleen naar Mij, zo is het ook met hem gesteld; zoals jij van hem zou willen wegvluchten, zie, evenzo zou hij dat ook willen!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En Abedam raakte haar aan en sprak tot haar: 'Ghemela, jij reine, jou geschiede naar je liefde tot Mij. Amen.'
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Ben jij daartoe in staat? Want zie, ik wil niets anders dan alleen mijn Jehova liefhebben - en vanuit Hem pas al het andere, voorzover dat Zijn liefde en erbarming in zich draagt en mij kan dienen als wegwijzer naar Hem! -Wil je mij nu antwoorden op deze vraag van mijn hart?'
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wie ook deze Ghemela mag zijn, zie, ik heb toch immers nooit naar haar verlangd zoals naar geen enkel wezen van haar geslacht! Mijn hart was toch altijd slechts naar U gekeerd; dat weten toch al mijn voorvaderen van Seth af tot mijn lijfelijke vader Methusalah!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Zuriël begon echter te huilen, kwam naar Lamech toe en zei tegen hem: 'O Lamech, waarom sla jij de hand van mijn dochter af, terwijl zij toch door Jehova zelf aan jou gegeven is? - Wees niet zo hard, zie eens hoe zij huilt!'
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En Lamech ging meteen naar Ghemela en zei tegen haar: 'Ghemela, jij reinste geliefde van Jehova, jij wilt mij toch in jouw reine, van heilige liefde vervulde hart wel vergeven, omdat ik me juist om die reden tegenover jou heb misdragen. Want, daar ik eerder nooit een wezen zoals jij heb aangekeken en mijn zintuigen alleen op jouw en mijn Jehova waren gericht, was het toch ook wel begrijpelijk dat ik je een paar ogenblikken niet wilde aankijken, omdat ik vreesde mijn liefde tussen jou en Jehova te moeten delen, tot welk onverstandig idee ik - geloof niet - eigenlijk door jouw eren vraag werd verleid. Zoals jij het zelf zeker duidelijk genoeg begrepen zult hebben, heeft hier mijn, jouw en ons aller, enig geliefde Abba Abedam Emmanuël allergenadigst mijn ogen geopend en Zijn heilige voornemen getoond en het is mij nu volledig duidelijk geworden dat ik mijn liefde voor Hem niet alleen niet hoef te delen tussen Hem en jou, maar dat daardoor mijn liefde tot Hem alleen maar groter kan worden, steeds meer en meer, en dat ik daarenboven nog jouw reinheid volledig heb onderkend. Daarom geloof ik ook vast dat jij om dezelfde heilige reden mijn onhebbelijkheid, die de oorzaak was dat ik enigermate tegenover jou gezondigd heb, door de vingers wilt zien!'
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] En jij, Lamech, buig je over naar Ghemela, reik haar je rechterhand en verhef haar tot je vrouw en plaats haar voor Mij aan de zijde van je liefde, opdat Ik jullie voor alle tijden der tijden zal zegenen! Amen.'
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[33] En nu liet Lamech zich voor deze opdracht niet tweemaal manen, maar gehoorzaamde rein van geest, boog voorover naar Ghemela en sprak de volgende woorden tot haar:
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)