Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 658 van 728

...  646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671  ...
[26] Wat echter nog bij grote zonnevlekken de geringe verhogingen van de opgeworpen walvormige rand betreft, moet degene die zulke tegenwerpingen in het midden brengt eens proberen om met zijn ongewapende oog op tien mijl afstand een grashalm waar te nemen - wat toch bij lange na niet zo moeilijk is als wanneer hij met zijn gewapende oog op een afstand van bijna 23 miljoen mijl een verhoging wil ontdekken, die in het allergeweldigste, uiterste geval nauwelijks een tienduizendste deel van de doorsnede van de zon boven het lichtende omhulsel van de zon uitsteekt.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Deze keer moeten jullie echter een heel zeker antwoord krijgen. Maar hoe zullen we het aanleggen, dat jullie een zeker antwoord over dit verschijnsel krijgen? Jullie zeggen natuurlijk in jezelf: op de gemakkelijkste manier, want Ik hoef het jullie immers maar te vertellen, en dan zullen jullie Mij volkomen geloven. Dat is wel waar; maar wat Ik hier zeg, zou toch ook eens de wereldse geleerden onder ogen kunnen komen. Zullen die ook zo zonder meer geloven, wat Ik jullie in dit opzicht zou zeggen? - O nee, die soort heeft geen geloof. Ze geloven niet eens zonder meer of vanuit hun hart dat Ik het ben, of dat er in feite een God bestaat zoals de openbaring Hem toont, maar hoogstens zoals hun zeer wijze verstand Hem bedenkt. Daarom zouden ze dus ook, zoals gezegd, een op zichzelf staand verhaal niet geloven, maar dat allemaal uitleggen als een product van dichterlijke fantasie.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Voordat we dat echter met het juiste nut kunnen doen, moeten we eerst toch wat nader kennis maken met de bewoners van de buitenste zon.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Wat de grootte van de zonnemensen betreft: deze is heel verschillend. - Op de evenaar of veeleer in het gebied van de evenaar wonen de kleinste mensen van de zon7, die niet veel groter zijn dan een zeer grote man bij jullie op aarde. Deze mensen zijn vrijwel allemaal wit gekleurd en zijn dus de mooiste op de gehele zonneplaneet. - Rond de polen van de zon wonen echter haar grootste mensen, bijna donkerrood van kleur, maar eveneens helder glanzend. Als zo’n mens op aarde ter hoogte van het zeeoppervlak zou staan, zou het hem helemaal niet moeilijk vallen om, zonder zijn hand naar boven te hoeven uitstrekken, de toppen van de Himalaya tussen duim en wijsvinger te pakken en naar de zuidpool van de aarde te slingeren. - Vanaf deze grootste mensensoort tot aan degenen, die aan de evenaar wonen, neemt de grootte af.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Een vierde hindernis, waarvan het nauwelijks nog nodig is die te noemen, vormen de vele vulkanen en andere hoge bergen langs de oever van zo’n watercirkel. De vulkanen razen en woeden voor het merendeel onophoudelijk en hier en daar zelfs zo geweldig, dat jullie op aarde je daar geen duidelijke voorstelling van kunnen maken. Want daar zijn sommige kraters groter dan jullie hele Europa, en uit die kraters schieten ieder moment onder het heftigste geraas en gedonder triljoenen van de hevigste bliksems op. Van zulke geweldige natuurtaferelen zijn de zonnebewoners echter absoluut geen grote vrienden. Bij hen is het dus ook daadwerkelijk, zoals bij jullie in woorden: ‘Blijf flink uit de buurt, dan blijf je buiten schot’. - Deze vulkanen verhinderen ook de in het binnenland wonende mensen eventuele pogingen te doen de wereld rond te zeilen; en dus blijven zij, zoals jullie plegen te zeggen, steeds lekker thuis.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Ten zuiden en noorden van deze gordel bevinden zich echter buitengewoon hoge, ononderbroken en absoluut niet te beklimmen bergen, die zich hier en daar dwars door het gebied van de evenaar ook wel in minder steile hoogten uitstrekken, die gemakkelijk te beklimmen en te overklimmen zijn. Maar aan de zuidelijke en noordelijke grens van de evenaarsgordel is dat niet zo; daar zijn de bergen niet zelden honderd tot tweehonderd Duitse mijlen hoog en voor het merendeel zo steil en tevens gepolijst glad, dat niemand in staat is om daar, waar de hellingen beginnen, ook nog maar één voet verder te zetten.
Hoofdstuk 10: De middengordel van de zon. Landschap en bewoners daar. Uitbarsting van een zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Tevens strekken zich op de vlakten hier en daar grote meren uit, waar de zonnebewoners heel graag naar kijken; te dichtbij willen ze er echter niet bij komen, omdat deze meren dikwijls onverwacht buiten hun oevers treden, en dan zouden de bewoners niet snel genoeg aan de achter hen aan gutsende vloedgolven kunnen ontkomen; want zo’n meer bevat soms meer water dan alle zeeën van de aarde.
Hoofdstuk 10: De middengordel van de zon. Landschap en bewoners daar. Uitbarsting van een zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Jullie hebben op aarde vast al eens een tuinspel gezien, dat ‘duiven schieten’ heet. Kijk, zo ziet ook zo’n boom eruit; alleen zijn er geen takken afgehakt en heeft hij geen ingeboorde zijstokjes, maar het is een ronde boom, ongeveer vijf klafter in doorsnee en ongeveer driehonderd klafter hoog, waaruit aan twee kanten in plaats van takken zijstokjes als reusachtig grote ossenhorens gegroeid zijn. Helemaal bovenaan kromt de boom zich zijwaarts over een afstand van ongeveer vijf klafter, en is daar als sier van een willekeurige kroon voorzien. Aan deze zijwaarts uitstekende boog wordt een lang touw gebonden, en helemaal onderaan, niet van de grond, wordt aan dit touw een kogelrond, relatief zwaar slingergewicht gehangen. Vervolgens pakt een mens de bol en slingert die zo ver zijn kracht dat in één worp toestaat. Daarna slingert deze pendel geruime tijd. En aan de hand van de slingeringen van deze lange pendel wordt daar het allermeest de tijd bepaald.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[25] Nu werpen we echter nog een blik achterom naar ons vroegere gezelschap, en zien hoe dit zich reeds van de derde heuvel af begint te begeven naar de tweede heuvel, waar zich een grote tempel bevindt. Want het gezwel is alweer zover teruggeweken, dat het water weer van de eerste heuvel, waar zich zo’n tijdmeter bevindt, is verdwenen. En dus rent iemand van het gezelschap erheen om de pendel weer aan het slingeren te brengen, om nog nauwkeuriger het verloop van het hele gezwel te kunnen bepalen.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[26] Voor vandaag zullen we ons sterk glanzende gezelschap echter niet langer meer gadeslaan; in plaats daarvan zullen we het verdere verloop van de dingen bij de volgende mededeling wel inhalen. En dus is het genoeg voor vandaag!
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Nu merkt ook B echter een overdwarse groef op in het uitgestrekte gezwel en wijst A erop. Ook het hele gezelschap merkt met blijdschap hetzelfde op, en de vrouwen schreeuwen: ‘Kijk, kijk, er is een dwarsgroef te zien!’
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Nu zegt A echter weer tegen het gezelschap: ‘Let op! De breedtegroeven zijn gaan trillen; de krater zal niet kalm wegzakken, maar overeenkomstig zulke voortekenen neerstorten. Bereidt je dus voor en schrik niet van het plotselinge geraas, en ga op de grond zitten, opdat jullie niet omvallen wanneer het plotselinge neerstorten tevens onze bodem min of meer hevig zal schudden! En vraag de grote God of Hij onze woningen en tempels wil bewaren!’
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Om deze reden bestaat de voorliefde om voortdurend jong te zijn alleen meer bij het vrouwelijke geslacht, en bij het mannelijke geslacht alleen dan, wanneer ze zich met een vrouw in de echt willen verbinden. Maar wanneer het erom gaat een belangrijk ambt te krijgen, worden zelfs de stilstanden van de pendel geteld, zodat bij zulke gelegenheden menigeen dan beweert zo’n hoge leeftijd te hebben, dat hij ook door de werkelijk wijze leraren en verleners van het ambt hartelijk wordt uitgelachen. - Bij zulke gelegenheden wordt de leeftijd dan echter ook niet aan de hand van de aangetoonde slingeringen van de pendel beoordeeld, maar aan de sollicitant worden door de leraren in een speciaal daarvoor bestemde tempel heel moeilijke vragen ter beantwoording gegeven; als hij deze naar volkomen tevredenheid van de leraren beantwoordt, dan wordt hij door hen weldra geschikt verklaard voor het ambt en wordt hem een getal gegeven, dat zijn leeftijd aangeeft. En ook al is zo’n ambtskandidaat in natuurlijk opzicht niet ouder dan dertig, dan wordt hij toch op grond van zijn wijsheid voor zestig verklaard.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Op de zon en met name op onze gordel bestaat weliswaar absoluut geen zogeheten eigendomsrecht zoals bij jullie op jullie planeet; maar in plaats daarvan bestaat er een rechtvaardige orde, en die heeft als basis het grondbeginsel: dat niemand zonder grondbezit mag zijn. De grond wordt echter altijd door de voor dat doel aangestelde beambten uitgemeten en aan de een of ander gegeven om te gebruiken. De grondbezitters zijn dus alleen maar onbelemmerde vruchtgebruikers van het hun toegemeten stuk grond zolang ze leven.
Hoofdstuk 13: De ordening van het bezit en de levensbehoeften van de bewoners van de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Na hun overlijden mogen echter niet zij, maar de door de hoofdleraren aangestelde beambten overeenkomstig de orde over deze stukken grond beschikken. Om die reden houdt dan op de zon ook ieder kindererfrecht op te bestaan, dat door Mij op jullie aarde zo gehaat is. Maar de kinderen worden, wanneer ze de vereiste kennis en vaardigheden bezitten, geheel en al door de beambten verzorgd.
Hoofdstuk 13: De ordening van het bezit en de levensbehoeften van de bewoners van de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671  ...