Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 659 van 1490

...  647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672  ...
[6] ja, ik heb ook de werken van mensen als Socrates en Plato met veel aandacht gelezen; maar samen met henzelf zijn ook hun bewijzen voor het voortleven van de menselijke ziel verstomd, doordat ze in de gehele bekende natuur geen weerklank vonden.Als het anders zou zijn, dan zouden deze toch wel hoog te waarderen schrijvers een duidelijk teken hebben moeten geven van hun als het ware in een andere wereld voortlevende ideeën, waaraan te herkennen zou zijn dat zij niet gestorven en vergaan zijn; zo'n teken zou voor ons, zoekende en denkende mensen, beslist van groot belang zijn geweest, want ik geloof dat een ziel, die na de dood voortleeft, er tenminste voor zou moeten zorgen dat de geestelijke werken die zij in haar lichaam heeft voortgebracht bij ons, mensen die nog op aarde leven, een positieve invloed hebben.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik heb mij zozeer vertrouwd gemaakt met deze zienswijze, die in waarheid erg voor de hand ligt, dat ik nu niet meer de allerminste vrees voor de dood heb, maar er alleen maar meer naar verlang; want mijn huidige bewustzijn zegt mij dat er vóór dit bestaan van mij eeuwigheden na eeuwigheden zijn verstreken, en ik heb in mijzelf nooit verdriet en treurnis gevoeld om het feit dat ik niet voortdurend ooggetuige ben geweest van die eindeloos lange tijden.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Kijk, buitengewone Heer en Meester, dat was sinds mijn jonge jaren mijn volkomen ware geloofsbelijdenis evenals die van mijn ouders, waarvoor wij in de natuur, die overal hetzelfde zegt, onweerlegbare bewijzen en redenen hebben gevonden! Wie deze grondbeginselen in zijn korte actieve leven geheel en al in acht neemt, zal tot zijn laatste uur nog een eerlijk mens blijven; want hij weet dat hij een volkomen niets is, en hij weet dan ook dat alles wat hem omringt met hem hetzelfde lot deelt.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Deze inrichting van de overigens zo wondermooie natuur is echt iets wat zich aan ieder rechtschapen denkend mens in hoge mate weerzinwekkend, verachtelijk en verwerpelijk moet voordoen, zelfs aan iemand die op de een of andere manier nog met een gekoesterd bijgeloof in zijn vlees gelooft aan een eeuwigdurend leven van zijn arme ziel; zo iemand zou beslist ook liever op een aangenamere manier afscheid van deze jammerlijke wereld nemen dan op de manier waarop dat gewoonlijk gebeurt!'
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Je hebt dus scherpe kritiek op de schepping, en bent helemaal niet tevreden met de inrichting van alle bestaande levensomstandigheden op deze aarde? Wat klopt er nog meer niet, behalve wat je al bekritiseerd hebt?'
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Daar wilde ik echter geen genoegen mee nemen, en ik verschafte mijzelf de boeken van de Joden, las ze met grote aandacht door, en ik moet eerlijk bekennen dat ze mij te geheimzinnig en onbegrijpelijk voorkwamen. Het beste eraan was nog dat daarin van slechts één God sprake is, die zeer goed en rechtvaardig is; maar verschillende dreigementen met aan gene zijde te verwachten eeuwige straffen ontbreken daar evenmin als in de oeroude mythenleer van de Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Ik legde de boeken dus aan de kant en zei: jullie zijn evenzeer een werk van zwakke mensen van deze aarde als onze afgoden, goden en de vele boeken over hen, waarvan de grote bibliotheek in Alexandrië er heel veel bezit.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] De opperstadsrechter zei: 'Och, grote Heer en Meester, als ik alles zou willen bekritiseren wat ik op de beste rechtsgronden bij de inrichting van deze wereld absoluut niet rechtvaardig en billijk kan vinden, zou ik een heel jaar nodig hebben! Maar als vriend van het recht wil ik het heel kort houden en slechts enkele hoofdzaken noemen; al het overige kan men zich dan zelf wel voorstellen.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Kijk eens naar de ellendige geboorte van de mens, die in zekere zin bestaat als kroon op de scheppende eigenschappen van de natuur! Waarom is zijn geboorte en zijn intrede in de wereld niet op zijn minst soortgelijk aan die van de dieren, en met name de vogels in de lucht, die reeds enkele dagen na hun intrede in deze natuurlijke wereld het volledige gebruik van hun levenskrachten verkrijgen en zich tot hun einde daarin kunnen verheugen?
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Maar nee, de mens moet armzaliger dan welk dier ook in deze wereld komen, naakt, zonder kracht, hulpeloos als een steen die op de weg ligt!
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als zijn ouders niet door een soort instinctmatige liefde gedwongen waren de nieuwe wereldburger zo lang te verzorgen tot hij het geluk heeft een soort halve mens te worden, zou het met het leven en voortbestaan van ieder in deze wereld geboren mens wel afgelopen zijn -hij zou na zijn geboorte nog geen twee dagen lang in leven kunnen blijven.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Als die de mensen geen betere manier van ontstaan heeft kunnen schenken, had ze het voortbrengen ervan wel voor eeuwig achterwege kunnen laten; want daardoor heeft ze voor zichzelf bij de ontwikkelde mensheid op de wereld weinig lof verworven. Maar ik wil op deze ellendige gang van zaken in de scheppende natuur nu niet al te veel aanmerken.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Als de natuur in de gestalte van een mens nu eenmaal koste wat kost een denkend en zich van zichzelf bewust wezen op deze aarde heeft willen hebben, met de bedoeling dat dit wezen zijn Schepper zou leren kennen, Hem loven en de eer geven; dan zou zij of die Schepper voor de mens de voorziening moeten treffen, dat de mens het in zijn denken minstens zover gebracht zou hebben als ik; hij zou dan een onverwoestbare standvastigheid hebben moeten aannemen en daarin even wijs, sterk en gezond moeten voortbestaan als de aarde in al haar voornaamste delen weinig veranderd voortbestaat, evenals de maan, de zon en de overige sterren.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Mijn beste grote Heer en Meester, dat is het voornaamste argument, op grond waarvan ik iedere andere reden van de scheppende natuur om te scheppen en voort te brengen in gelijke mate verwerpelijk en volslagen onwijs moet verklaren, en uiteindelijk moet ik nog die mensen loven, die zich in een zeer duister bijgeloof in slaap hebben laten sussen; want daarin vinden zij een zalige reden voor vergelding van al het bittere lijden, dat ze op deze wereld hebben doorstaan.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Ja, Mijn beste opperstadsrechter! Als wereldse rechter heb je heel goed gesproken, en ieder die zoals jij alleen van wereldse dingen verstand heeft, kan deze dingen ook alleen maar zo zien! Maar desondanks verkeer jij wat het leven van de mensen en alle andere schepselen betreft in een ongelooflijk ernstige dwaling.
Hoofdstuk 170: De Heer stelt aan de opperstadsrechter enkele vragen die tot nadenken stemmen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar als deze scheppende kracht in het volle bezit van haar grote wijsheid zo'n geweldig werk heeft kunnen voortbrengen, zal ze bij het voortbrengen van schijnbaar kleine werken op zo'n hemellichaam waarschijnlijk niet minder wijs zijn geweest. Of heb je wel eens gezien dat iets, wat in zichzelf dood is en niet bestaat, iets levends buiten zichzelf tot bestaan kan roepen?
Hoofdstuk 170: De Heer stelt aan de opperstadsrechter enkele vragen die tot nadenken stemmen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672  ...