Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 659 van 1112

...  647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672  ...
[1] Toen Jozef zich na enkele on­deronsjes met de dokter over mo­gelijke timmerwerkzaamheden, weer op weg begaf, begeleidde de arts hem tot aan een volgende vriend, een onderwijzer te Naza­reth, die Dumas heette.
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Deze herkende hem echter niet direct; hij had zich namelijk zijn oude vriend geheel ontwend.
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Nu wreef Dumas zich over het voorhoofd en zei:
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] deze overigens zeer recht­schapen kerel moest in diezelfde periode ook naar Bethlehem om zich te laten registreren; hij is er bepakt en gezakt heengegaan.
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Intussen onderhield het Kindje Zich met enkele schoolkinderen, die daar juist aanwezig waren, en die lezen en wat schrij­ven leerden.
Hoofdstuk 276: De heilige familie bij onderwijzer Dumas. Jozef vertelt hem zijn wedervaren. Het Kindje tussen de schoolkinderen van Dumas - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Jozef, die bemerkte hoeveel moeite Dumas zich gaf om te ach­terhalen, waar dit Kindje zijn zeer bijzondere kwaliteiten vandaan had, zei tegen hem:
Hoofdstuk 277: Verbaasde vragen van Dumas vanwege het Kindje. Een antwoord van Jozef, filosofisch wijs a la Socrates. Dumas' lof voor de filosofen. Toespraak van het Kindje over de profeten en de filosofen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Een van die uitspraken was bijvoorbeeld: een mens behoeft niets te Ieren, hij behoeft slechts zijn geest op te wekken om zich alles te herinneren.
Hoofdstuk 277: Verbaasde vragen van Dumas vanwege het Kindje. Een antwoord van Jozef, filosofisch wijs a la Socrates. Dumas' lof voor de filosofen. Toespraak van het Kindje over de profeten en de filosofen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Nu greep Dumas zich naar het voorhoofd, en met zekere pathos zei hij:
Hoofdstuk 277: Verbaasde vragen van Dumas vanwege het Kindje. Een antwoord van Jozef, filosofisch wijs a la Socrates. Dumas' lof voor de filosofen. Toespraak van het Kindje over de profeten en de filosofen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Nu moest Jozef toch wel even glimlachen, want hij zag nog heel precies die oude vereerder van de Grieken voor zich, maar tegelijk ook de zelfvoldane man, die op eigen roem uit was;
Hoofdstuk 277: Verbaasde vragen van Dumas vanwege het Kindje. Een antwoord van Jozef, filosofisch wijs a la Socrates. Dumas' lof voor de filosofen. Toespraak van het Kindje over de profeten en de filosofen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Dit betekende voor Dumas een geweldige opstopper. Hij nam zijn toevlucht tot een geleerde geeuwen zei slechts in het Latijn tegen Jozef: ' Dixit puer ille! Ergo autem intelligo eius ironiam quam acerbam. Dixi!'* (* Het is nog maar een knaap die dit zegt. Daarom vind ik zijn spot werkelijk wat scherp) Vervolgens maakte hij zich uit de voeten en liet Jozef aan diens lot over; voor deze reden genoeg om verder te gaan.
Hoofdstuk 277: Verbaasde vragen van Dumas vanwege het Kindje. Een antwoord van Jozef, filosofisch wijs a la Socrates. Dumas' lof voor de filosofen. Toespraak van het Kindje over de profeten en de filosofen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Dus begaf Jozef zich nu weer op weg naar huis. Maar daar aangekomen, vond hij tot zijn niet geringe verbazing zijn vier zoons die thuisgebleven waren in hevige woordenstrijd gewikkeld met een paar inspecteurs van Archelaüs.
Hoofdstuk 278: Jozef overweegt naar huis terug te keren. Edele woorden van Maria als Jozefs echtgenote. Goede raad van het Kindje. Jozef keert terug. Strijd met Archelaüs tolgaarders - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Er gingen nu twee jaren voorbij waarin zich niets opvallends in het huis van Jozef voordeed.
Hoofdstuk 279: Het Kindje onderbreekt Zijn wonderwerken gedurende twee jaren. Aankomst van Jonatha uit Egypte. Het Kindje adviseert Jonatha. Jonatha als visser aan het meer van Galilea getrouwd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Salome bleef inmiddels wel vol zorg om het gezin van Jozef waar mogelijk van dienst te kun­nen zijn; het Kindje hield Zich dan ook veel ten huize van Salome op.
Hoofdstuk 279: Het Kindje onderbreekt Zijn wonderwerken gedurende twee jaren. Aankomst van Jonatha uit Egypte. Het Kindje adviseert Jonatha. Jonatha als visser aan het meer van Galilea getrouwd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] De andere kinderen zetten zich nu op de daar grasrijke bo­dem, en ze hielden zich heel rustig en muisstil.
Hoofdstuk 280: Het nu vijf jaar oude Kindje speelt bij een beekje. Van twaalf kuiltjes en de twaalf lemen mussen. Verklaring van deze afbeelding. Ergernis van een aartswettische jodenman; een nieuw wonder van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Nu haalde het Kindje een zakmesje te voorschijn en sneed daarmee in het naast het beekje platgetreden pad twaalf kleine ronde kuiltjes, die Hij met water uit het beekje vulde.
Hoofdstuk 280: Het nu vijf jaar oude Kindje speelt bij een beekje. Van twaalf kuiltjes en de twaalf lemen mussen. Verklaring van deze afbeelding. Ergernis van een aartswettische jodenman; een nieuw wonder van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672  ...