Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 67 van 263

...  55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80  ...
[11] Wel, en dit moet nu door het machtwoord van uw wil in een vruchtbare streek van de aarde veranderd worden?! Zoiets is vooraf wel een beetje moeilijk te geloven; maar u hebt het in de inleiding van uw leer gezegd, die, ofschoon ze zeer raadselachtig klonk, toch waar moet zijn, als ik in aanmerking neem dat u een man bent die ten eerste te zuiver denkt om mensen zoals wij voor de gek te kunnen houden, en die ten tweede hier al een aantal buitengewone tekenen heeft verricht. Daarom vraag ik u erom, als het u werkelijk niets kost dan een enkel woord van uw wil!'
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Ja, ja, je hebt gelijk en zeer goed gesproken; rust, de ware innerlijke gemoedsrust, is voor ieder mens het noodzakelijkste geestelijke element, zonder hetwelk hij niets waarachtig innerlijks en geestelijk groots kan bevatten, en daarom sta Ik jullie ook graag toe watje zojuist verlangde.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Een dergelijke rust, waarin het lichaam en de ledematen activiteit onthouden wordt, is eigenlijk geen rust, maar eerder een grote innerlijke activiteit van de ziel, die eruit bestaat dat zij meer en meer één wordt met haar geest die ze is gaan waarnemen. En als jij een dergelijke rust verlangt doe jij, zowel als ieder ander, daar goed aan; wanneer je een dergelijke innerlijke rust, of beter gezegd zielsactiviteit, dagelijks eenmaal houdt en dat voortzet, zul je pas gaan voelen wat voor een groot en waar nut je daardoor voor je leven hebt gewonnen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: 'Wat de anderen deden is goed, maar wat jij doet is beter. Want ieder woord dat uit Mijn mond komt is licht, waarheid en leven; als je Mijn woorden in je hart opneemt en ernaar handelt, dan valt je met Mijn woord ook het ware eeuwige leven ten deel.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar wanneer iemand Mijn woord hoort en er niet naar handelt, zal Mijn woord hem niet levend maken, maar hem slechts dienen tot gericht en dood. Ook al is dit op deze manier niet Mijn wil, maar enkel Gods eeuwige ordening, dan kan Ik hem toch niet helpen, omdat hij zichzelf moet helpen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als iemand, die hongert, voedsel wordt aangereikt en hij eet dit niet, maar kijkt er enkel naar, dan heeft degene die het eten aanreikt er geen schuld aan als de hongerende verhongert en sterft, maar natuurlijk de hongerende zelf, omdat hij geen voedsel tot zich wilde nemen. En precies zo is het met degene aan wie Ik Mijn woord als het waarste brood uit de hemelen voorzet, en die dit enkel aanhoort en er niet naar wil handelen. Daarom moet niemand Mijn woord enkel aanhoren, maar hij moet er ook naar handelen, dan zal hij hierdoor in zijn ziel waarachtig verzadigd worden met het brood uit de hemelen en voortaan geen dood meer zien, voelen of smaken, omdat hij zo zelf geheel tot het leven uit God is geworden. Begrijp je dit?"
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'O, dat is de volmaaktste waarheid en het is me ook zonder enige verdere uitleg helemaal duidelijk! Laten we aannemen dat ik of iemand anders een nieuw woonhuis wilde bouwen. Hij raadpleegt daarvoor een bouwkundige, die hem in woord en beeld moet uitleggen hoe hij als aannemer zijn huis moet bouwen. Daarna volgt de aannemer echter niet de raad van de verstandige bouwmeester op, maar omdat hem dat allemaal te moeizaam en te tijdrovend lijkt, voegt hij liever zelf stenen en balken zonder enige verbinding samen, trekt dan in zijn nieuwe woning en woont er een korte tijd heel behaaglijk, zonder gevaar te vermoeden. Dan komt er 's nachts echter een grote storm die tegen de wankele muren van het huis beukt, en deze storten al spoedig in en doden de eigenaar die tevens de bouwmeester is. - Wat heeft deze er nu bij gewonnen dat hij de raad van de verstandige bouwmeester niet wilde opvolgen?!
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] EPIPHANES zegt: 'Wat datgene betreft wat wij en alle goede mensen volgens Uw woord daarvan te verwachten hebben, natuurlijk buitengewoon goed; maar wat U, o Heer en Meester, van de onverbeterlijke domheid en slechtheid te verwachten hebt volgens Uw woorden, bevalt mij geenszins! Maar als het dan voor eens en altijd absoluut niet anders kan, laat het dan wel volgens Uw wil geschieden!
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Dat U wat Uw ware innerlijke wezen betreft niet zult sterven, is mij nu wel zeer duidelijk; want wie anders zou U uit de dood van het lichaam moeten opwekken dan Uzelf, met de macht van God die in U is?! Deze macht is derhalve onvernietigbaar; wat komt het sterven van een lichaam er dan op aan, als U het altijd wanneer U wilt kunt opwekken?! Maar het grote lijden dat natuurlijk gepaard gaat met het doden van Uw lichaam, bevalt me toch bepaald niet!
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Kijk naar dit allerheerlijkste gebied dat nu van ons is! Amper een uur geleden was het een onherbergzame dorre streek, een waar beeld van de dood evenals wij dat waren in onze voormalige zielstoestand, die Hij ook door Zijn woord in een levende toestand heeft veranderd -, en nu haalt de ondoorgrondelijk wonderbaarlijke macht van Zijn woord zelfs uit de harde steen, die eerst tot goede vette aarde werd vermalen en omgevormd, de weelderigste planten tevoorschijn.
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Het komt daarbij op het niveau van de innerlijke ontwikkeling aan waarop een ziel haar lichaam verlaat. Is dit in overeenstemming met de bestaande goede wetten, dan zal de toestand van de ziel aan gene zijde zeker meteen zodanig zijn, dat ze zich dadelijk naar een hogere voleindingstrap van het vrije leven kan begeven en aldoor naar een hogere trap verder kan gaan.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als de een of andere ongelukkige en zeker ook onzalige ziel zich dit aantrekt, zal deze ook meteen in een betere toestand overgaan; maar wil ze dat door haar innerlijke geheime hoogmoed niet, wel, dan blijft zij de oude dwaas en zal bij een volgende gelegenheid weer hetzelfde te verwachten hebben. En dan kan men zoals de Romeinen zeggen: Volenti non fit iniuria *, (* Degene die het zo wil geschiedt geen onrecht) -ook al zouden zulke vrijwel onverbeterlijke zielen zichzelf gedurende aeonen aardse jaren zo willen kwellen!
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Laten we aannemen dat er zich hier voor ons ongeveer een paar honderd buitengewoon sterke strijders bevinden, honderd aan de ene en honderd aan de andere kant. Zodra ze op elkaar afstormen, hef Ik ze met Mijn innerlijke macht omhoog de lucht in en laat hen door een heftige wind naar alle kanten en richtingen verspreiden. Vraag: Hoe zullen zij nu zonder enig vast steunpunt hun strijd beginnen en voltrekken? Zal iemand zich zelfs met de krachtigste voeten in de lucht ook maar een stap verder kunnen bewegen of een echt geweldige slag met zijn hand kunnen geven en daarbij recht overeind blijven?
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer iemand bijvoorbeeld iets wil verwerkelijken, begint hij te denken en er zullen een aantal vluchtige beelden als afzonderlijke gedachten door zijn gemoed stormen. Als de denker zich enige tijd bezighoudt met de beschouwing van de innerlijke beelden in zijn geest, die men 'gedachten' noemt, en hij deze ook steeds meer begint vast te houden, zal hij al spoedig en gemakkelijk gewaar worden dat enkele betere gedachten zich verenigd hebben en zich in zekere zin al tot een helder idee gebundeld hebben. Zo'n idee houdt de ziel dan als een duidelijk beeld vast in haar bewustzijn, en men zou dat een grondidee kunnen noemen.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen EPIPHANES weer met zijn voeten op de grond stond, was hij buitengewoon blij, loofde Mij en kwam snel naar ons aan tafel en zei: 'O Heer, alles wat U wilt, -maar niet meer zo'n verschrikkelijk experiment! Ik had jullie vanuit de lucht moeten vertellen wat ik onderging en voelde! Ja, dat had ik vanuit de verticale positie, waarin ik me tamelijk prettig voelde, wel kunnen doen, namelijk dat het echt aangenaam was en mij wel kon bekoren; maar toen ik op Uw verzoek begon te bewegen en me alle posities moest laten welgevallen omdat ik ze niet kon veranderen, was het met het spreken gedaan. Ik had het hooguit op een angstig schreeuwen kunnen zetten als ik me niet geschaamd had, maar een verstandig woord was absoluut onmogelijk geweest! Als je door duizend duizelingen wordt bevangen en je machtelozer voelt dan een mug, -spreek dan maar eens als je kunt; voor mij was het totaal onmogelijk!
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80  ...