17481 resultaten - Pagina 661 van 1166
... 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 ...
[32] O Heer, als U ergens liefde en erbarmen hebt, doe dan nu met mij, wat U na mijn zonde wilde doen en vernietig mij voor eeuwig! Maak mij zo, alsof ik nooit bestaan zou hebben; want het is oneindig veel beter eeuwig niet te bestaan dan te bestaan als een vrij, zichzelf bewust wezen onder de eeuwige druk van Uw onoverwinnelijke macht en U als speelgoed te dienen, ja tot een smadelijke speelbal van Uw eeuwig onmetelijke moedwilligheid, waar U alleen maar genoegen in schept.Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Zeg me, als U wilt en kunt, of ik als vader ten opzichte van mijn kinderen ooit zo met opzet heb gehandeld! Heb ik hen ooit geleerd voor U de stomme te spelen?! Waarom bindt U hun tongen en sluit hun harten voor mij?
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] De Heer weet het en moet het ook weten, hoe open mijn gedrag tegenover jullie altijd was! Alles wat je ook maar zou kunnen helpen, deelde ik met jullie, ofschoon ik als vader eerder het recht zou hebben gehad er geheimen voor jullie op na te houden dan jullie voor mij, je vader!
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Henoch, denk goed na over hetgeen ik je zeg en geef me het verlangde antwoord! Ja, geef mij mijn vrede weer, als dat jou mogelijk is; want kijk, ik ben bedroefd tot op de bodem van mijn leven! Het is nacht geworden rondom mijn ziel; en door het kreupelhout van de dood laat zich nergens ook maar één sterretje zien!
Hoofdstuk 94: Adams verzoek aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O vader, als je ook maar zou kunnen vermoeden hoe groot, ja hoe oneindig groot je vergissing is, zou je niet uit boosheid, maar uit berouw de Heer willen bidden om je voor eeuwig te vernietigen; want je zou jezelf tengevolge van een dergelijke grove aantijging moeten verdoemen en moeten wensen dat alle bergen zich op je zullen storten om je te verbergen voor het aangezicht van Diegene die jou en ons allemaal nog nooit zo ontzettend nabij was en Wiens liefde nog nooit zo onuitsprekelijk werkzaam was als juist nu, nu je Hem het verst van je verwijderd denkt en daarom tegen Hem van leer trekt alsof jij Zijn heer zou zijn.
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Daar zit Hij op het grimmige dier; Die heeft tegen mij en tegen Kenan en Seth gesproken! Of aan al hetgeen gezegd is iets van belang kleeft, zal niet ik, maar Hij daar op het dier je getrouw verkondigen; bovendien zal Hij de reden aangeven waarom mijn tong voor jou door God geheel gebonden is geworden.
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij geschapen en nu zo geheel en al verlaten?
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Toentertijd, toen ik, door U verworpen, gedurende eeuwigheden ben gevallen, kwam U, eeuwige liefde, tot mij, arme, en begeleidde mij, bouwde uit Uw woord voor mij de aarde en plaatste mij, zoals ik nu nog gedeeltelijk ben, daarop; maar nu roep ik in mijn hart tot U of U mij zou willen vernietigen of redden, maar U wilt mijn stem niet horen en laat mij versmachten van honger en dorst en verbiedt zelfs mijn kinderen mij datgene aan te reiken, waarnaar ik zo zeer verlang!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O mijn God, mijn God! Waarom bent U zo hard geworden tegen mij?
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O Heer, verleen mij nu honderd harten en zevenhonderd oren, opdat niets verloren gaat van hetgeen U - ahum, O ja! - uit U uit Asmahaëls mond zal vloeien als ware het geheel uit Uw mond! O Heer en God en Vader vervuld van de hoogste liefde en alle erbarming, kijk mij gedurende U - ahum, o ja - de woorden van Asmahaël dikwijls aan, opdat de ernstige en milde blik van Uw oog de dwaling van mijn onreine hart verlichten zal?! Amen."
Hoofdstuk 96: Asmahaëls spreekt over het woord Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Na deze aanroep van Seth deed Adam toch weer zijn mond open en zei: "Seth, ik merk en ik zie uit jouw enigszins verlegen uitroep zeer goed in, dat aan de komende woorden van Asmahaël jou meer gelegen is dan aan alle woorden van Henoch, die toch ook uit God waren, en aan al mijn woorden, waardoor je toch in de eerste plaats het wezen van God leerde kennen als de Schepper van alle dingen en ook als een liefdevolle Vader voor diegenen van mijn nakomelingen die Hem bovenal liefhebben; want nog nooit heb ik je, zoals nu, de Heer horen aanroepen om honderd harten en zevenhonderd oren om onze woorden op te kunnen nemen!
Hoofdstuk 96: Asmahaëls spreekt over het woord Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Luister, kinderen, ik zeg jullie: doe wat je goeddunkt en Asmahaël mag tot de kinderen spreken zoals hem goeddunkt; hij zal evenwel mijn door mijn kinderen niet gestilde honger en dorst niet lenigen! Want van nu af aan zal de maag van mijn geest mijn hele leven lang honger en dorst lijden; en ik wil geen kruimel en geen slok meer uit vreemde hand slikken, maar dat wat mij mijn eigen innerlijke grond aan zal dragen, wil ik verteren, maar niemand zal ik daarvan mee laten delen! Mijn nieuwsgierigheid zal in het moeras van mijn schuld aan God verstikken en late tranen van berouw zullen het door het vuur van mijn blinde naijver verdorde leven drenken! En als ik er niet langer meer zal zijn, moge God in de nacht van de wereld mijn kleed aantrekken om mij te redden en mijn van gif druipende wond te genezen, die de slang uit mijn eigen hart met haar scherpe tanden in mijn vlees heeft gemaakt en die tot de dood leidt van alle mensen die deze aarde betreden!
Hoofdstuk 95: Adam wordt terechtgewezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Tot nu toe was het voortdurend min of meer nacht in mij en al mijn vermeende licht was geen daglicht, maar slechts het bedrieglijke, vluchtige schijnsel van de maan, dat nauwelijks toereikend is om de uiterlijke vorm van een voorwerp te zien; maar wat de kleur betreft, die een verkwikkende weerschijn van de goddelijke waarheden en de diepste geheimen van het innerlijke leven is, daarvan is en blijft er slechts één trouw, namelijk alleen de gele kleur van de dood, - alle andere zijn vernietigd en omgevormd, zodat ze daarna zijn alsof ze helemaal niet bestonden.
Hoofdstuk 97: Adams bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Henoch heeft dat gedaan en wel uit de Heer Zelf; maar voor mijn nacht was zijn vonkje te zwak en ik begreep - om de waarheid te zeggen zowel erna als ervoor niets meer dan slechts de woorden waaruit deze mooie, heerlijke toespraak bestond.
Hoofdstuk 97: Adams bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, zo doet de Heer het ook! Jullie zijn het graan; je lichaam is de halm, je ziel is de gereinigde spijs uit de aarde, je geest is de spijs uit de hemel en Mijn levende woord is het manna uit de allerhoogste hemel, dat je pas het ware, eeuwige leven brengt, als je dat aanneemt zoals de aren en de bloesem aan de verwelkende stam van de wereld dat aannemen. Doch, zoals gezegd, het woord wordt tweemaal in je gezaaid en wel ten eerste levend in het aardrijk van je hart tot een beproevende en je louterende ontbinding. Dit woord vindt ieder reeds ten dele in zichzelf en ten dele hoort hij het van gewekte leraren en sprekers. Maar wanneer dit zaad vergaan is en de ontbinding nieuwe wortels gemaakt heeft om een nieuw leven te voeden, dan komt het andere, levende woord zoals nu van boven over de aren van je nieuwe leven en maakt dat geheel rijp en vrij voor het eeuwige leven. Word daarom als het graan, dan zullen jullie al heel spoedig erkennen, dat alleen Hij het leven heeft en geeft die zich te midden van jullie bevindt! Luister om te leven! Amen."
Hoofdstuk 96: Asmahaëls spreekt over het woord Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)