Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 661 van 1490

...  649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674  ...
[5] In het begin treden ze stilletjes op en proberen ze de ziel in het vlees te trekken. Als dat gebeurd is, is de ziel al zo goed als verloren voor alles wat juist, rein, goed en waar is. En Ik ben juist Zelf in het vlees in deze wereld gekomen om aan deze oude kwalijke praktijken een definitief einde te maken ten behoeve van al diegenen die in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen -want kijk, Ik alleen ben de Heer over alles in de wereld en over alles in het rijk der geesten! Geloof dat, dan zul je leven!'
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Maak je daar maar niet zoveel of helemaal geen gedachten over! De boze geesten, die men duivels noemt, keren uiteindelijk ook in zichzelf, maar daar vinden ze enkel uiterst kwade dingen, die hun eigenlijke liefde zijn. Hieruit scheppen ze voor zichzelf oorden die volkomen gelijkenis vertonen met hun innerlijke karakter, en geleidelijk aan zonderen ze zich af in bepaalde groepen -al naargelang de mate van hun boosaardigheid -en proberen iedereen te schaden. Als ze onder de mensen op deze aarde soortgelijke karakters bespeuren, vinden ze ook al gauw wegen om hen op bijna dezelfde manier te benaderen als jouw vader jou heeft benaderd, nemen dan eerst het vlees in bezit en vervullen het met van alles wat men maar slecht en boosaardig kan noemen.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Wat jij zou willen, is door Mij ook altijd gebeurd, en er is nog nooit een enigszins goed mens verloren gegaan; maar voor hetgeen nu gebeurt, was de mensheid op deze aarde nog te jong en is ze ook nu nog lang niet rijp genoeg.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Maar ter wille van de weinige goeden heb Ik Mij over deze wereld ontfermd en wil Ikzelf voor hen aan gene zijde een rijk vestigen, waar ze eeuwig bij Mij zullen zijn en samen met Mij zullen heersen.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na deze woorden van Mij begonnen allen -ook zelfs mijn apostelen Mij zeer te loven, en ze zeiden: 'Nu, o Heer, hebt U weer eens heel duidelijk en verstaanbaar over verborgen dingen gesproken, en wij hebben een echt licht gekregen over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en hoe het daar is; alles wat op deze manier bestaat kan alleen door U, o Heer, in een helder licht geplaatst worden, en daarvoor zij aan U de innige dank van ons aller hart luid en welgemeend uitgesproken!'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard zei: 'Heer opperstadsrechter! Op dat punt kunt u mij gemakkelijk bevelen geven -want bij deze rekening ben ik de enige schuldenaar, en alle gasten zijn mijn schuldeisers; want als zij mij in rekening zouden willen brengen wat zij voor mij hebben gedaan, dan zou ik een flink bedrag aan hen moeten betalen. Wees dus niet bezorgd, want bij deze gelegenheid ben ik geen waard, maar een mens en net als jij een echte vriend van al het goede, ware en buitengewone. Morgen zien we elkaar weer!'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] De waard zei tegen haar: 'Luister eens, brave en trouwe vrouw! Nu wij het geluk hebben gehad de werkelijke, ene en enig ware God lichamelijk en persoonlijk te leren kennen, zullen wij morgen deze afgodsbeelden ter hand nemen en ze allemaal vernietigen; want ze zijn ons nog nooit van nut geweest en zullen ons ook in de toekomst nog minder van nut zijn.'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik laat me die figuren nog welgevallen als het werken van echte kunstenaars zijn; maar deze figuren, die de slaapkamer van moeder sieren, zijn voor het merendeel werken van Griekse herders; naast het hoeden van hun vee maken zij dergelijke figuren van hout, leem, zachte steen of lood, laten ze daarna door de priesters wijden, pakken er tenslotte grote kisten mee vol en geven ze dan tegen een schandalige prijs aan bepaalde beeldenhandelaars om verder te verkopen. Die komen dan in onze streken, en onze vrouwen hebben in hun domme piëteit geld genoeg om die armzalige rommel van de handelaars te kopen. En de keuken moet daar dan onder lijden, want alles wordt zuiniger en slechter op tafel gezet, en dan hebben vreemde gasten werkelijk geen reden om te bedanken voor een goede en overvloedige verzorging. Daarom liever wat meer vet en olie op tafel voor de gasten dan zoveel dwaze en belachelijke goden in de slaapkamer!
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Deze priester van ons is echter ook verstandelijk ongelooflijk dom en weet niets anders te vertellen dan oude, al meer dan duizend keer uitgekauwde godenfabels; daarbij vreet hij als een wolf en zuipt hij als een os, vooral als hij ergens wijn vandaan kan halen. Daaruit bestaat zijn Apollinische wijsheid; en voor zo iemand zou ik vrees en respect moeten hebben? Werkelijk, dan zou ik me moeten schamen om zelf een mens en dan ook nog een Romein te zijn!'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Bespaar je die moeite, want als Ik Mij wil wassen, kan Ik overal voldoende fris water krijgen! Maar vlak bij deze stad is een berg, die beroemd is uit de tijd van de profeet Mozes, die Ik nog voor zonsopgang wil beklimmen. In de Oudhebreeuwse taal heet hij 'Nebo', maar jullie noemen hem 'mons Mosis'*. (* Latijn voor: 'berg van Mozes'.) Maak het ochtendmaal dus niet te vroeg klaar, want Ik wil daar ongeveer drie uur blijven!'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De waard zei: 'O Heer en Meester, alles zal nauwkeurig volgens Uw wil gebeuren; maar sta ook mij en mijn oudste zoon toe om samen met U deze met name voor de Joden gedenkwaardige berg te bezoeken, want hij ligt hier helemaal niet ver vandaan; binnen een klein half uur komen we met gemak helemaal boven op de top.'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Vanaf deze kant van de stad gezien verhief de berg zich nauwelijks meer dan honderd el*, (* Een el = 60 tot 80 cm.) maar naar het Jordaandal toe had hij een zeer steile helling van iets meer dan tweeduizend el, en zodoende zag hij er vanuit het Jordaandal uit als een echte berg; alleen vanuit het oosten was het slechts een heuvel, zoals er langs het Haurangebied wel meer van zulke heuvels zijn.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] In de vlakte van het Jordaandal viel door louter nevel niets te ontdekken; dat vond de opperstadsrechter erg jammer, waarna Ik tegen hem opmerkte dat hij slechts een paar uur geduld moest hebben. De zon zou die nevels wel verdrijven en deze streek van de Jordaan ook vrijmaken van de kwalijke dampen. 'Maar we zullen nu niet naar deze omgeving, maar naar die van het oosten kijken.'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Nu zei de Farizeeër Dismas tegen Mij: 'O Heer en Meester, is deze berg, waar wij nu op staan, dezelfde als die waar de grote profeet Mozes, voor de ogen van degenen die hem vergezeld hadden, met achterlating van zijn lichaam als een vlam van licht naar de hemel opvoer en verdween, waarna, zoals de Schrift zegt, aan de ene kant de aartsengel Michaël en aan de andere kant satan als overste van de duivels verscheen, die drie dagen lang met de aartsengel om het lichaam van Mozes streed en tot overmaat van ramp ook nog van de aartsengel won en met het dode lichaam van Mozes verdween?
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De opperstadsrechter en de twee genoemde Farizeeën vroegen Mij allervriendelijkst of ze Mij daarbij mochten vergezellen, en wij vingen onmiddellijk onze reis aan en bevonden ons een klein half uur later al boven op de berg, waar de opperstadsrechter voor zijn genoegen banken had laten neerzetten om te zitten. De banken bestonden voor het grootste deel weliswaar uit basaltblokken; maar ze waren heel geschikt voor het doel waarvoor ze gebruikt werden. Bovendien had hij het plateau van deze berg, dat tamelijk ruim was, beplant met rozenstruiken en andere geurende boompjes, en het was dus heel aangenaam om zich voor zonsopgang op deze heuvel te bevinden, die vanaf onze kant van de stad gemakkelijk te beklimmen was, en daar de opgang van de zon af te wachten.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674  ...