Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 663 van 1166

...  651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676  ...
[20] Indien jij licht over deze zaak kunt werpen, laat dan je vader naast je niet in het duister; maar vergaat het je op dit punt niet beter dan mij, dan zal het wel moeilijk worden om hierover ooit een helder inzicht te krijgen!
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Maar luister, als hij bij mij intrekt en in mijn woonstee zal wonen en jij waarschijnlijk ook weer, dan zullen wij nog veel van hem te weten komen!
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Ik verheug mij daar ten zeerste op. Ik moet het je openlijk zeggen, of het juist is of niet, maar kennelijk omhelst mijn gevoel Asmahaël nu al inniger dan jou! Wat echter mettertijd uit mijn voorliefde tot Asmahaël wordt, kan ik je nu nog niet precies voorspellen; want zeer veel hangt er nog van af, of hij verder zichzelf trouw blijven zal. Maar je mag je daar niets van aan trekken; want je zult tengevolge daarvan bij mij, je vader, niets tekortkomen!
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Jared, wees blij dat Ik bij je intrek, en jij, Henoch, verheug je eveneens dat je Mijn liefde zo.hoog aanslaat! Want waar Ik Mijn intrek neem, daar zal de dood nooit zijn oogstfeest houden; wee echter de woning waar ik niet intrek! Daar zal geen eind komen aan het gejammer en de dood zal wonen in alle kamers van zo'n huis waar Ik niet binnen wil gaan.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Nu herstelde Adam zich, begreep de zin van deze woorden en zei: "Luister, mijn nu boven alles geliefde Asmahaël, U ziet mijn hart en kent mijn vrees! Mijn schrik is immers een schrik uit liefde! Uw liefde heeft mij zwak gemaakt, zodat ik daarop niet in staat was U te antwoorden zoals ik wel wilde; U weet toch zondermeer hoe het komt dat de overgelukkige geen macht meer heeft over zijn woorden!
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Eén uit het midden van de oudsten vroeg aan Henoch: "Beste jonge zoon van je vader Jared, die een kleinzoon is van degene die bij je is en die een zoon is van mijn broer, vertel mij eens, als je wilt en mag, wie eigenlijk die stevig op de tijger gezeten jongeling is en waar hij vandaan is gekomen!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En Asmahaël riep hardop: "Abedam! Abedam! Abedam! Als je wilt mag je ons volgen en Mijn reisgezel zijn; want Ik heb jouw hart en je nieren onderzocht en Ik heb gevonden dat in jou geen valsheid schuilt. Daarom moet je met ons meegaan, maar wees zonder zorgen en Ik zal je dan helpen de schat te zoeken en je die ook zeker laten vinden - en luister, spoedig, echt spoedig, echt zeer spoedig!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] De stoet trok nu het bos in en alles was stil; alleen Jared kon niet zwijgen en vroeg aan Henoch: "Luister, mijn zoon, hebben wij een gebod om onderweg te zwijgen?"
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En weer begon Jared: "Mijn lieve zoon Henoch, het zou goed zijn als ik het begreep! Maar dat is nu juist waarom ik het jou vraag, omdat ik het niet begrijp en toch boven alles graag zou willen weten wat er eigenlijk met Asmahaël gaande is! Want zie, ik was na jouw eerdere woorden geheel gerustgesteld en was met alles tevreden; maar nadat Asmahaël naar ons toekwam en aan het slot van zijn woorden in zekere zin liet doorschemeren dat, wanneer iemand hem in zijn eigen woning opgenomen heeft of indien hij in iemands woning intrekt, deze reden heeft zich hoogst gelukkig te voelen - want waar hij intrekt, daar is ook het eeuwige leven ingetrokken -!?
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Henoch, ik zeg je, wie dat van zichzelf verklaart en de aarde wordt niet boos op hem en de machtige tijger onder hem wordt als een lam, die is en moet immers vrijwel God zijn in zijn zichzelf bewuste kracht en macht, zoals ik in mijn vreesachtigheid slechts een mens ben; anders zou de gehele aarde zelf niets dan een samengestelde leugen zijn, indien zij in staat was een mens te dragen die zich op zo'n manier voor God uit zou geven en toch niets anders zou zijn dan een zwak mens net zoals wij, - nochtans getuigt Asmahaëls levend makende woord reeds meer dan voldoende van het tegendeel.
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Nu, als je kunt en wilt, weerleg dan mijn verklaring; maar ik geloof dat je zoiets wel heel goed uit je hoofd zult laten! Maar omdat ik het uit je eigen mond wil horen, zou ik nu graag in het kort jouw mening vernemen en spreek dus! Amen."
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Mijn oor en mijn oog zijn getroffen omdat ik het grootse hoor en me verbaas over het wonderbaarlijke; maar vanwaar dat grootse, vanwaar dat wonderbaarlijke te midden van ons? (15 juni 1841)
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Je zegt nu dat ik mijn kinderen slechts zou hebben zien praten; kijk, daarmee heb je alleen maar iets voor mij willen verbergen wat jezelf net zo goed als ik, met je beide eigen oren woord voor woord gehoord hebt! Hoe had ik tegen je kunnen zeggen dat die woorden in mij iets wonderbaarlijks deden gewaarworden als dat niet zo zou zijn, - anders zou ik immers voor jou en voor God als een schandelijke leugenaar moeten staan?!
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Maar zie, jouw woorden zeggen mij nog iets wat je zeker niet van plan was mij te zeggen en dat is dat jouw tong voor mij gebonden is en je mij voorlopig niets mag zeggen over hetgeen ik zou willen weten! Daarom was het ook niet nodig dat je het zo uitgebreid tegenover mij ontkende, hetgeen zinlozer is dan mijn vraag; zou je mij alleen de goddelijke binding van je tong hebben getoond, dan zou je immers op geen stukken na zo veel moeite hebben hoeven doen met zo veel nutteloze woorden. Zie, ik was voor jou immers steeds een buitengewoon gehoorzame zoon; waarom heb je mij dan nu miskend?
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] O vader, geloof maar niet dat ik je daarmee nu een je nog onbekende leer bij zou willen brengen! O neen, maar ik moest mij nu in zoverre voor jou rechtvaardigen dat wij beiden ten opzichte van elkaar en voor God oprecht weer kunnen voortgaan; en daarom deed ik dat meer ter wille van jou dan van mij.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676  ...