Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 667 van 1112

...  655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680  ...
[7] Neen, zij hebben een heel ander plan gesmeed: Zij weten dat zij door Rome met argusogen worden bespied, vanwege hun geheime intriges. Vorig jaar heeft Pilatus scherpzinnig als hij is -zo'n hogepriesterlijke poging om een opstand uit te lokken -hoe subtiel ook voorbereid -precies doorzien; en, zoals U wel zult weten, heeft hij omstreeks het Feest bijna vijfhonderd man, zowel armen als welgestelden, in hoofdzaak helaas Galileeërs, laten oppakken en standrechtelijk voor de Voorhof laten onthoofden! Hierdoor heeft hij zich uiteraard de vijandschap van Herodes op de hals gehaald, waar hij vooral diens onderdanen had getroffen.
Hoofdstuk 13: Zevende brief van Abgarus aan Jezus (negen weken na ontvangst van de zesde antwoordbrief geschreven, en vijf dagen voor Diens intocht in Jeruzalem in het bezit van de Heer gekomen) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] O Heer, vergeef mij mijn grote brutaliteit, waarmee ik zo onbeschaamd tot U doordring! Maar U weet ongetwijfeld dat goede artsen bij de mensen altijd al in groot aanzien hebben gestaan. Want ook in natuurlijke aangelegenheden hadden zij veelal de juiste inzichten, zodat een ieder zich bij het zich voordoen van bijzondere natuurverschijnselen, bij voorkeur tot hen wendde om een verklaring daarvan, hoe vaag eventueel ook. En hoe eindeloos veel hoger dan alle natuurheelmeesters ter wereld staat U immers in mijn ogen, omdat U niet slechts voor alles een Geneesheer bent, maar tegelijk ook de Schepper en Heer van heel de natuur, van eeuwigheid her!
Hoofdstuk 11: Zesde brief van Abgarus aan Jezus (tien weken later geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Heel Mijn Rijk, zowel het tijdelijke als het eeuwige, zal Ik daarom afnemen van de kinderen, en Ik zal het geven aan jullie! En de kinderen zullen zich dan moeten voeden met de wereldse 'modder'!
Hoofdstuk 10: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Een paar dagen geleden heeft de liefde tot U van mijn doodzieke zoon mij geconfronteerd met zijn liefdevol verlangen naar U! Vergeeft U het mij Heer, dat ik U dit door middel van dit schrijven opnieuw doe weten; want ik weet heel wel dat onze gedachten U reeds éérder bekend zijn, dan ik en mijn zoon ze hebben gedacht! Desniettegenstaande schrijf ik U toch als mens aan mens, en ik doe dat op aanraden van die arme jongeman, die U mij had aanbevolen, en die zich thans in goede welstand bij mij bevindt. Hij zei mij dat wie van U iets gedaan wil hebben, op déze wijze tot U moet naderen!
Hoofdstuk 5: Derde Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] O mijn Jezus, goede Heiland, ik moet U berichten dat mijn oudste zoon, die mijn troon zou moeten erven, en die zich tezamen met mij al zo bijzonder over Uw komst naar onze stad had verheugd, doodziek is geworden! Een kwade koorts, die hem elk ogenblik zou kunnen doden, heeft hem aangetast. Maar ik weet dat U, naar mij door mijn koerier is bezworen, dergelijke ziekten zonder medicijn en uitsluitend door Uw woord en wil op afstand kunt genezen! O Jezus, goede Heiland, Gij waarachtige Zoon van de Allerhoogste God, want dat zijt Ge ongetwijfeld, Laat mijn zoon, die zó veel van U houdt, dat hij zelfs bereid is om voor U te sterven, aldus door het machtige woord van Uw wil weer gezond worden!
Hoofdstuk 3: Tweede Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[8] (De Heer:) 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht' -.De kloof betekent weer het nooit te overbruggen onderscheld tussen Mijn geheel vrije orde in de hemelen en de daar lijnrecht tegenover staande en weerstrevende wanorde in de hel. Deze tekst duidt dus enkel op de onverenigbaarheid van orde en wanorde; echter niet op een eeuwig gesloten poort voor wie zich in die wanorde bevindt. Amen.'
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[5] Zijn gevangenis en gevangenschap niet voor iedereen dui­delijk twee verschillende dingen? De gevangenis is en blijft weliswaar eeuwig, en het vuur van Mijn ijver mag nooit uit­doven; maar de gevangenen blijven slechts zolang in de gevan­genis tot ze zich bekeerd en hun leven gebeterd hebben!
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Overigens staat er in de hele Schrift geen letter over het eeu­wig verwerpen of verdoemen van een geest, maar alleen over een eeuwige verdoemenis van de 'chaos' tegenover Mijn eeu­wige 'orde', die noodzakelijk is, omdat er anders niets zou kunnen bestaan. De zonde als tegen-orde is werkelijk eeuwig verdoemd, maar de zondaar slechts zolang hij zich in de zonde bevindt. Er bestaat dus werkelijk een eeuwige hel, maar geen geest die vanwege zijn zonden eeuwig tot de hel verdoemd zou zijn; hij bevindt zich daar slechts totdat hij zich betert! Wel heb Ik tegen de Farizeeën gezegd: 'Daarom zullen jullie des te meer verdoemd zijn!', maar nooit: 'Daarom zullen jullie voor eeuwig worden verdoemd!' Begrijp je nu die zo gevaarlijk uit­ziende schriftteksten?'
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Wie zich nu Iaat meeslepen door de wereld en haar materie (die immers noodzakelijkerwijze gericht moet blijven omdat ze anders geen 'wereld' meer zou zijn), moet inderdaad zo lang als verloren en dood beschouwd worden als hij zich niet van de gerichte materie wil losmaken. Er moet dus omwille van het geschapene wel een eeuwig gericht, een eeuwig vuur en een zogeheten eeuwige dood bestaan, maar daar volgt niet uit dat een in het gericht gevangen geest even lang gevangen moet blijven als dit gericht op zichzelf voortduurt, evenmin als op aarde gevangenen veroordeeld zouden moeten worden voor de tijdsduur dat de gevangenis blijft bestaan.
Hoofdstuk 14: 'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die? - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[46] Laat ieder van jullie zich dus hoeden voor het zelfzuchtig streven naar aardse goederen, rijkdom, glans en aanzien, maar zoveel mogelijk milddadig zijn tegenover zijn armere broeders en zusters; dan zal de strijd met de duisternis ook gemakkelijk zijn. Amen­
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[43] En dat alles zal dan een groot, eeuwigdurend gerealiseerd weerzien zijn in de eindeloze volheid van al datgene wat een goddelijke geest eeuwig onuitputtelijk in zich draagt. En dat is dan pas het volmaakte, grote weerzien!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[41] Degenen die zich zo'n grondige scholing laten welgevallen en dus vrijwillig de orde binnengaan -en wel de enige waar­binnen voor hen een eeuwig zelfstandige, geheel vrije levens­toestand mogelijk is -komen dan ook tot het grote weerzien met Hem, uit wie ze zijn voortgekomen. Zij zullen zien hoe, waarom en door Wiens macht en wijsheid en niet aflatende volharding zij van het eigenlijke niet-zijn tot het volste, meest vrije en zelfstandige zijn en kennen zijn gekomen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[45] Maar degene die het alleen maar leest uit een soort nieuws­gierigheid en daarbij zijn wereldse verstand als maatstaf gebruikt, zal het eens precies zo vergaan als in deze beschrij­ving te lezen staat. Want Mijn erbarmen kan en mag zich nooit ofte nimmer uitstrekken tot buiten de grenzen van Mijn onveranderlijke orde, waarvan Ik nu de grondslag heb laten zien. Want deze orde is op zichzelf al Mijn eeuwige erbarmen. Wie echter buiten de grenzen van deze orde treedt, zal een buitengewoon lange, ongelukkige toestand in het hiernamaals alleen aan zichzelf toe kunnen schrijven. Want iedereen moet zichzelf vormen, als hij wil zijn wat hij moet zijn. Als iemand zich die moeite niet wil getroosten, moet hij dan ook net zolang in het eeuwig noodzakelijke gericht blijven tot hij zich­zelf begint om te vormen -wat de ziel echter een zware strijd zal kosten!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[38] De talloze gedachten en ideeën moeten in zekere zin in allerlei soorten zeer kleine geestelijke deeltjes geleidelijk aan steeds vrijer worden gemaakt, maar daarbij toch lange tijd door een hoofdidee van God -dat als een vast hemellichaam in de eindeloze ruimte van gedachten en ideeën zweeft -wor­den aangetrokken en vastgehouden, totdat ze zich langzamer­hand op grond van hun gelijksoortigheid aaneensluiten en zo overgaan in een steeds groter wezen, tot aan de mens.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[34] Tussen deze twee hoofdtoestanden in zijn er nog talloze bestaansvormen, die hier niet beschreven hoeven te worden omdat die in de boeken 'De geestelijke wn', ~rde en maan', 'Bisschop Martinus' en 'Van de Hel tot de Hemel' meer dan voldoende geschetst zijn, evenals in diverse andere mededelin­gen. Alle daarin beschreven bestaansvormen, van welke aard dan ook, zijn gebaseerd op de nu getoonde hoofdregel en de fundamentele wegen naar boven of naar beneden zijn op zich­zelf beschouwd hetzelfde.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662 - 663 - 664 - 665 - 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680  ...