Moony het kind, Moony de wijze, (domweg gelukkig) – door Neeltje Diepeveen –
Ik leerde Moony kennen toen ze nog een kind was, gewoon een meisje uit de straat. Met een broertje en een zusje die haar plagen, de gek aansteken en van haar houden. Toch is ze niet gewoon. De mensen noemen haar een kind met het syndroom van Down.
De coniferen chique en groen daartussen `t kerkje in de noen `t verkeer raast door, een orgeltoon bereikt mijn oor de klank met het verkeer verward, blijft rusten in mijn woelig hart.
Zoek je God, je zal Hem vinden waar je Hem niet meer verwacht… Eigenlijk kan je niet zoeken want je leeft, bestaat in Hem zoals de vis is in het water, zoals de roos haar geur verspreidt en het niet kan laten; Al je beelden vallen stuk en je vindt slechts leegte, maar juist daar is Hij. Hij is in het niets, in het Zijn, in de stilte van de afwezigheid. Zo is het goed.
Wat drijft ons toch naar onbekende verten?
– Adeleyd –
Wat drijft ons toch naar waar we nimmer waren,
waar alles vreemd is en ons hart niet thuis;
wat zit er achter al dat trekken, vragen,
dat vol van onrust zijn en uit ons huis?
Wat is het goed dat Gij barmhartig zijt en dat Gij weet hoe wij het lijden vrezen, want nu de herfst ons hart weer wil genezen van al te helder licht en zeeën tijd,
nu schenkt Gij valer tinten in het bos en stuurt Gij wind die snoeit zonder te breken. Gij die ook zonder woorden weet te spreken, maak in ons hart weer nieuwe liefde los,
mijn bomen groeiden tot in de hemel en Jezus plukte er de vruchten van althans dat had ik voor mijzelf berekend maar ik twijfel nu of hij wel vruchten plukken kan
in navolging van zijn voorbeeld het leven vormgeven ach het duurt maar even ik pluk er nu de wrange vruchten van wat christen democraten met Jezus beleven
Als de dag nog onbeduimeld is en Hij mijn prentenknipboek op de juiste bladzijde opent, bekijk ik aarzelend het gaaf en kreukvrij blad. Het prentje kijkt me nieuwsgierig en uitdagend aan, benieuwd hoe ik het kan bevrijden uit zijn papieren schoot. Ik zie slechts vaag de randen van mijn dagprent, en pas vanavond zal ik zijn betekenis kennen, misschien.