De strijd tussen licht en donker
(I) Het belang van spirituele kennis
– door Roelof Tichelaar –
Op onze aarde is een strijd gaande tussen licht en donker, tussen goed en kwaad. Heel ons aardse bestaan zit als het ware gevangen in de dualiteit: de realiteit van de tegenstellingen die onder andere zichtbaar wordt in het vaste ritme van dag en nacht. Het leven op aarde kán eigenlijk niet zonder deze tegenstellingen.
In mijn praktijk voor psychische, pastorale en spirituele hulpverlening kom ik regelmatig in aanraking met het onzichtbare kwaad dat op onze aarde aanwezig is en dat soms de levens van mensen binnendringt.
De reacties op dit thema zijn uiteenlopend: van ontkenning en spot tot een diepgewortelde angst. Veel mensen kijken dan ook liever niet naar deze donkere kanten van het bestaan. Maar zolang we niet bereid zijn het kwaad als realiteit onder ogen te zien, zullen we het ook niet kunnen bestrijden.
Vijftien jaar geleden had ik er nog geen weet van dat dit thema zó belangrijk zou worden in mijn leven. Ik hield mij wel intensief bezig met spiritualiteit, las erover en bezocht een gespreksgroep. Ook had ik zelf regelmatig paranormale ervaringen, waaronder voorspellende dromen. In die dromen gebeurde het herhaaldelijk dat ik in een huis was waarin ik donkere, demonische gedaanten zag ronddolen. In die dromen gaf ik hen het krachtige bevel: ‘In naam van Christus ga weg!’ En dan verdwenen deze donkere figuren van het ene op het andere moment.
Enige tijd daarna stond er midden in de nacht een demonische vrouwelijke geest naast mijn bed. Ze staarde mij onheilspellend aan en aanvankelijk schrok ik even. Maar dat duurde niet lang; ik herinnerde mij de woorden uit mijn droom die ik inmiddels had opgevat als een leerschool. In onze dromen worden wij soms opgeleid door de geestelijke wereld om ons op onze aardse taken voor te bereiden. Daarom herhaalde ik die woorden driemaal achter elkaar, waarop deze geest onmiddellijk verdween.
Het was niet lang daarna, dat ik gebeld werd door een therapeute uit de provincie Utrecht. Zij vertelde mij dat een cliënte van haar bezeten was en dat zij de hulpverlening zélf niet meer aankon. Ze vroeg mij nadrukkelijk om hulp, anders zou de jonge vrouw – een moeder van twee jonge kinderen – waarschijnlijk voorgoed in een psychiatrische inrichting verdwijnen. Zij had namelijk gehoord dat ik gespecialiseerd was op dit gebied. Dat klonk wel interessant, alleen wist ik het zélf op dat moment nog niet.
Achteraf bleek dit mijn grote vuurdoop te zijn. De vrouw bleek inderdaad zwaar bezeten en de geest schreeuwde tegen mij dat hij Satan toebehoorde. De vrouw had diverse trauma’s in haar leven opgelopen en had zich ingelaten met spiritisme. Er ontstond een wild tafereel wat mij deed denken aan de film ‘The Exorcist’ en ik bleef de geest in naam van Christus bevelen uit haar te gaan. Dit, terwijl we haar met vier mensen in bewang moesten houden. Uiteindelijk heeft deze geest de vrouw verlaten, en wel van het ene op het andere moment. Hij brulde nog dat hij terug zou komen als we weg zouden zijn en schreeuwde: ‘Morgen pak ik haar!’ Het is er nooit van gekomen. De vrouw was bevrijd van deze geest en kon de therapie weer hervatten.
Kort hierna heb ik mijn boek ‘Ongewenst bezoek – een spirituele visie op bezetenheid en bevrijding’ (1) geschreven. Ik besefte hoe hard dit nodig was, omdat veel mensen onnodig in de psychatrie terecht komen en volgestopt worden met medicijnen. De ervaringen in de tijd hierna leerden mij overigens dat gevallen zoals ik hierboven heb omschreven, maar zeer zelden voorkomen. Meestal bezitten de mensen nog een helder bewustzijn en verloopt de strijd tegen het kwaad ook heel anders. Dan ben ik niet degene die alleen maar hoeft te roepen dat de geest in naam van Christus weg moet gaan. Dan ben ik als het ware een coach aan de zijlijn die de mensen de weg wijst, hen probeert te behoeden voor de valkuilen op deze weg en hen bewust probeert te maken van die immense Christuskracht die zó bevrijdend kan werken. Met andere woorden: dan moeten de mensen zélf hard aan het werk om tot bevrijding te komen, moeten zij zichzelf afstemmen op die dimensie van Christus in hun leven. Want dát is wat er in onze tijd gebeuren mag: dat de Geest in onszelf geboren wordt en ons tot kracht zal zijn.
Zowel de kerk als de psychiatrie hebben onvoldoende antwoord op het verschijnsel bezetenheid of gebondenheid. In gesprekken met dominees bleek dat zij mensen met stemmen in hun hoofd dikwijls blindelings doorsturen naar de psychiater. En dat, terwijl zij op zondag vol vuur preken over Jezus die boze geesten uitdrijft. Uit een rapport dat de Gereformeerde Synode heeft aangenomen (2) bleek ook dat de kerk geen duidelijk standpunt durft in te nemen over de realiteit van het kwaad op aarde. Dat komt doordat veel spirituele kennis over de geestelijke wereld binnen het kerkelijke christendom verloren is gegaan. En waar kennis en inzicht ontbreken, daar kan een probleem nooit adequaat aangepakt worden.
De versplintering en leegloop van de kerken is ook te wijten aan de teloorgang van deze spirituele kennis waarin lage geesten als realiteit worden beschouwd. Zelfs de engelen zijn door veel moderne theologen tot symbool verklaard met als gevolg dat de mensen de geestelijke werkelijkheid niet meer serieus nemen. De kerkelijke concilies hebben de plaats ingenomen van de engelenwereld die de mensheid graag tot God leiden wil.
Maar er is gelukkig een kentering: steeds meer mensen getuigen dat zij een engel hebben gezien of ervaren. Helaas zijn er ook vele getuigenissen van mensen die de lage geestenwereld nadrukkelijk in hun leven ervaren.
En de psychiatrie? Die heeft evenmin een antwoord. De spirituele realiteit wordt binnen een groot deel van de psychiatrie als een psychologisch verschijnsel verklaard. Plat gezegd: het zit gewoon allemaal tussen de oren. Daarmee zeggen zij eigenlijk dat de waarneming van deze mensen niet in orde is. Zij nemen de mensen in die gevallen niet serieus en verklaren de verschijnselen tot waan. Het getuigt van arrogantie om voor andere mensen te bepalen wat wel of geen werkelijkheid is. Beter is het om náást de mensen te gaan staan en werkelijk te luisteren naar wat zij te zeggen hebben.
Het is dus duidelijk dat er bruggen geslagen moeten worden tussen de reguliere zorg (in dit geval de psychiatrie etc.) en de spirituele dimensie in ons leven. Daarnaast is het herstel van de brug tussen het christendom en die spirituele dimensie óók heel hard nodig. Zo mag die spirituele dimensie de spil worden die al die werelden met elkaar verbindt en die in de mens samenkomen. De mens is immers een eenheid van lichaam, ziel en geest.
We moeten ons ook bewust zijn van de voortdurende wisselwerking tussen deze verschillende lagen in de mens. Daarom is het op het gebied van demonische gebondenheid ook nodig te kijken naar de verborgen psychische patronen die de toegang voor de lage geestenwereld vormen. Zo kan bijvoorbeeld een diepgeworteld schuldgevoel een toegangspoort vormen waardoor de mens verzwakt wordt. Maar ook angst kan mensen erg kwetsbaar maken. Aan die wisselwerking tussen onze psyche en beïnvloeding vanuit de lage geestenwereld, maar ook aan de strategie van de duisternis zal ik in mijn volgende artikel uitgebreid aandacht besteden.
(1) Ongewenst bezoek – een spirituele visie op bezetenheid en bevrijding’. Ook verscheen over dit onderwerp: ‘De kracht van Christus in ons – bescherming tegen ongewenste invloeden’, beiden uitgegeven door Ankh Hermes, Deventer. Mijn laatste (en nog uitvoeriger) boek over dit thema heet ‘Ervaringen van een hedendaagse exorcist’.
(2) Herzien rapport van de deputaten voor Contact met de Charismatische Werkgemeenschap aan de generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Mijdrecht, 1991.
Roelof Tichelaar heeft een praktijk voor psychische, pastorale en spirituele hulpverlening, is auteur en geeft lezingen. Meer informatie kunt u vinden op www.roeloftichelaar.nl