De ware christelijke kerk van de toekomst
– G.K. Holderer –
Voordat Jezus op aarde leefde, werd één volk bijzonder op zijn komst voorbereid – en dat was het volk Israël. Zij hadden één kerk – voor hun God – om voorbereid te worden op Gods leer en te leren hoe de mens zich moet gedragen tegenover zijn medemensen, maar ook om kennis te verkrijgen over wie hij zelf is. In de tempel – hun godshuis – brandde een licht dat de aanwezigheid van God bevestigde. De tempel was de heilige plaats die de verbinding tussen God en het volk Israël voorstelde. God leerde door de profeten, en de tempel was het oord waar zijn woord aan het hele volk werd verspreid.
Met de geboorte van Jezus veranderde iets belangrijks. God zelf was in de mens Jezus naar de aarde gekomen om nu niet alleen het volk Israël te leren waarom de mens op aarde leeft en hoe de verbinding van God met de mens moet zijn, maar om te leren dat God de hemelse Vader is en de mens zijn kind moet worden. “Worden” wil zeggen dat wij mensen hier op aarde een voorbereidingsleven moeten doormaken om vervolgens de goddelijke regels en orde in ons op te nemen om de liefde te beleven, die na ons einde op aarde en de geboorte in het eeuwige geestelijke rijk van levensbelang is. Jezus maakte zijn goddelijke leer overal, waar hij in het land was, bekend. Hij had daarvoor geen kerk nodig. Hij leerde vast en zeker ook in de tempel, maar dit was ook juist de plek waar de priesters hem gevangen wilden nemen. Wij zien dat de priesters al eerder de goddelijke leer zo verdraaiden dat zij er zelf veel profijt van hadden.
Later – na zijn dood en opstanding – ontwikkelde het geloof in de enige eeuwig levende God zich ook in andere landen, en vooral in Europa. In Rome werd de algemene katholieke kerk opgericht met een paus als aardse leider. Iedereen moest zijn geloof aanpassen aan de leer van de paus en zijn kardinalen. Er werden overal grote en kleine kerken gebouwd, waar de leer van God aan het volk werd doorgegeven. Maar deze oorspronkelijke, reine leer werd meer en meer veranderd om de macht en het aanzien van de paus te vergroten. Niet God stond in het middelpunt, maar de paus! Dat is goed te zien aan de oorlogen die de paus in de middeleeuwen voerde tegen allen die niet naar zijn geboden luisterden. Er werden honderdduizenden vermoord. Wij zien dat een kerk niet bepaald een trefpunt voor Gods kinderen werd.
Door mensen als Luther, Calvijn en Zwingli werd in de 16e eeuw geprobeerd de algemene kerk weer tot een plek te maken waar het ware woord van God aan de mensen werd verkondigd. Behalve de katholieke kerk ontstonden daardoor andere christelijke kerken die zich op menselijke voorstellingen baseerden. Jezus had geleerd: “Heb God boven alles lief en je naaste zoals jezelf.” Hoewel de drie tegenstanders van de paus belangrijke valse leren van hem corrigeerden, verschilden zij onderling toch van mening over de vraag hoe je moest geloven. Zo werden de mensen – de gelovigen – wel gedwongen de een of andere interpretatie van de leer kiezen.
Wanneer wij vandaag hier in Nederland rondkijken, zien wij een heel groot aantal geloofsgemeenschappen. Iedere geloofsgemeenschap leert wel volgens de Bijbel, maar iedereen begrijpt de Bijbel een beetje anders. Iedere kerk houdt stevig vast aan haar mening – wel te verstaan: een menselijke mening – en wil niet toegeven dat God deze verschillende opvattingen niet heeft geïnspireerd, want zij zijn uit het menselijk verstand te voorschijn gekomen. Op die manier dwalen wij steeds verder van de verbinding tussen hemelse Vader en Gods kind af. Wij zijn niet meer in staat de leer van de twee liefdesgeboden van Jezus in ons op te nemen en te versterken. Die zijn beslist doorslaggevend wanneer wij na ons aardse leven in het geestelijke rijk aankomen. Als wij deze twee geboden niet in ons leven in de praktijk hebben gebracht, komen wij in het hiernamaals op een ongekende omweg met veel pijn terecht.
Laten wij nog eens kijken naar de manier waarop de mens met de twee liefdesgeboden van Jezus omgaat. De christelijke opvoeding van kinderen is een van de belangrijkste opgaven. Maar wat doet de mens? Hij brengt zijn kinderen naar een crèche of kindertehuis in plaats van zijn kinderen zelf met moederliefde op te voeden. Dieren zoals een leeuwin of berin zijn liefdevoller voor hun nakomelingen dan een mens. Lijkt het er dan niet op dat wij tot onder het niveau van dieren zijn gezonken?
Is het dan niet begrijpelijk dat God, onze hemelse Vader, een andere kerk wil hebben om ons op aarde de gelegenheid te geven om op een eenvoudiger manier zijn geboden in ons op te nemen?
De religie van de toekomst heeft meer met God te maken. Hij is geest en wanneer wij tot hem bidden, dan moet dat op een geestelijke manier gebeuren. Dat kan niet door ceremonies of voorgelezen gebeden, maar dat kan alleen in het eigen hart gebeuren. Daar kunnen wij de hoogste liefde tot de hemelse Vader voelen en die vasthouden voor het praktizeren in het dagelijkse leven. Dan is het ook niet meer zo moeilijk om voor een ander mens respect, geduld en naastenliefde op te brengen.
De liefde die wij mensen in ons hart opbouwen, is de basis van de religie van de toekomst. Daardoor zullen wij ook de natuur en zelfs het hele universum beter kunnen begrijpen. Het eigen hart is dan de kerk van de toekomst. Er zijn geen grote gebouwen voor nodig. Het eigen hart zorgt voor geloof in God, die voor ons de hemelse Vader is. Hij zelf is toch in elk hart aanwezig. Door een echt levend geloof neemt het vertrouwen in God toe. Dat is weer noodzakelijk om in ons aardse leven alle gebeurtenissen die op ons afkomen, met rust en geduld te aanvaarden.
In deze toekomstige kerk, die zich in ieders hart bevindt, zullen de twee liefdesgeboden de belangrijkste uitgangspunten van het leven worden en de mens zal op een directe weg naar de hemel kunnen komen.
– G.K. Holderer, januari 2020 –
==================================================