Een schets van de verre toekomst van de mensheid
– Hendrik Klaassens –
Het is misschien een ongewoon onderwerp om je druk over te maken, maar wat me stoort is het bijna totale gebrek aan belangstelling onder theologen en filosofen voor het leven op andere werelden en de consequenties die dat heeft voor onze manier van denken over onszelf. Sinds de vijftiger jaren verkennen we ons zonnestelsel. Ruimteschepen met steeds krachtiger motoren en steeds scherpere camera’s worden erop uit gestuurd om foto’s te nemen van planeten, manen en kometen. Ook worden er tegenwoordig regelmatig landingen uitgevoerd op andere werelden. Zo zijn er al een paar satellieten geland op planetoïden. Zelfs in de atmosferen van Jupiter en een Saturnusmaan zijn aardse sondes afgedaald om metingen te verrichten en foto’s te nemen.
Ondanks al deze successen lijkt er in de theologie en de filosofie niets te zijn veranderd: het geocentrisme – een manier van denken waarbij de aarde steeds in het middelpunt staat – heerst als nooit tevoren. We lijken wel aardgebonden kabouters, gnomen, holbewoners in een oneindig veel grotere wereld. Hoe lang duurt het nog voordat we onszelf als kinderen van de kosmos serieus gaan nemen?
Eén ding weet ik heel zeker: ooit zijn wij niet meer dan een deel, een schakel, in een netwerk van kosmische beschavingen. We zullen andere werelden, ook buiten ons eigen zonnestelsel, bereiken, en met behulp van technieken waar we ons nog geen voorstelling van kunnen maken zullen we steden laten verrijzen onder andere zonnen. De toekomstige mens zal verre woestijnen laten bloeien en leven verspreiden op planeten die voor bewoning geschikt kunnen worden gemaakt. Maar het contact met andere beschavingen zal ons ook leren om bescheiden te worden en samen te werken met onze broeders en zusters die verder zijn dan wij. Want we zijn allemaal kinderen van één en dezelfde God, onder welke naam we Hem ook vereren.
Die tijd komt eraan. Het kan misschien wel duizenden jaren duren voordat we met andere kosmische rassen samenwerken, maar uiteindelijk is dat onvermijdelijk. We zullen ons dan niet langer zo eenzaam voelen, want een gevoel van eenzaamheid is deel van ons bestaan, ligt op de bodem van onze ziel. De diepste eenzaamheid – het afgesneden zijn van God – heft dit niet op, maar wel het afgescheiden zijn van andere werelden waarop ook kinderen van de enige God wonen. Ze zullen ons veel dingen kunnen leren, ook in religieus opzicht. Maar weinig mensen zullen zich daar ooit druk over maken voordat er definitief – en officieel – contact is gelegd. Dan pas zullen filosofen en theologen begrijpen dat ze hun tijd hebben verslapen, en dat ze hun kleingeestig geocentrisme zullen moeten opgeven. Aan religieus fundamentalisme komt dan een eind, ook al zullen godsdienstfanaten in het begin enorm tegenspartelen. Het bespottelijke van religieus fanatisme en godsdienstwaanzinnige doordraverij kan door niets zo gigantisch aan de kaak worden gesteld als door het contact met een andere, hogere beschaving, want zij zijn het die ons laten zien hoe bekrompen, egoïstisch en kleingeestig het is om anderen te veroordelen, te martelen en te vermoorden, alleen omdat zij andere opvattingen en een ander beeld van God hebben dan wij.
Ik geloof in een wereld die groter is dan de aarde. Ik geloof in een God die alle aardse beelden overstijgt. En ik geloof in een mensheid die vroeg of laat op een vreedzame manier omgaat met de bewoners van andere werelden, hoe ze er ook uitzien en wat voor opvattingen ze ook mogen hebben. De toekomst van de mensheid ligt in de ruimte. Daar zouden theologen, kardinalen en andere hotemetoten in de religieuze wereld wel wat vaker bij stil mogen staan!
Super artikel, er zijn enkele punten dat ik denk van daar had ook wel over verteld mogen worden, voor de rest is ‘ie echt top! TP