Geest en waarheid
– G.K.Holderer –
De twee woorden uit de titel kennen wij voornamelijk van de woorden van Jezus: “Wie tot God bidt, moet het in de geest en in waarheid doen!” Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want hoe moet ik dat doen? Wij komen dichter bij de oplossing wanneer wij de belangrijkste woorden van deze tekst onder de loep nemen. Deze woorden luiden: God – bidden – geest – waarheid.
God is de schepper van al het bestaande. Dat is niet alleen de materiële wereld maar vooral ook de geestelijke wereld, die oneindig veel groter is dan wat wij met onze ogen kunnen zien. God zelf is een geestelijk wezen met de allerhoogste energie en macht. Maar Hij is voor ons mensen ook de hemelse Vader die in ons zijn kinderen ziet en ons opvoedt voor een leven in het geestelijke rijk.
Het woord ‘aanbidden’ wijst op het verschil tussen de heilige God en ons nog armoedige mensen. Wij aanbidden de heiligheid van God. Maar Hij wijst ons erop dat wij naar Hem als de Vader moeten komen en Hem moeten vragen wanneer wij iets willen weten of in moeilijkheden verkeren. Wij mogen het woord ‘aanbidden’ dus aanvullen met het woord ‘vragen’. De verbinding tussen Vader en kind is gebaseerd op vertrouwen en niet op angst.
De geest is de hoogste vorm van leven. Hier op aarde hebben wij mensen een materieel lichaam; daarin bevindt zich een ziel en in de ziel bevindt zich een geest. Terwijl het materiële lichaam het laagste niveau van het leven voorstelt, heeft de ziel al een hogere energievorm. Zij bevindt zich tussen het lichaam en de geest in. Oorspronkelijk behoorde de ziel tot de geest. Door de vereniging van de ziel met haar geest – waarvoor wij hier op aarde moeten strijden – is de basis gelegd om in de hemel, het hoogste niveau van het geestelijke rijk, te kunnen worden opgenomen. De geest is niet hetzelfde als het verstand, maar is de hoogste vorm van energie. Dat komt ook tot uitdrukking in het Oude Testament, waarin wordt meegedeeld dat God zich in een ongenaakbaar licht bevindt, dat zo’n geweldige uitstraling heeft dat niemand het kan zien en overleven. Omdat wij mensen ook een geest bezitten, zijn wij in staat om met de hemelse Vader in contact te komen.
Het woord ‘waarheid’ lijkt heel eenvoudig, omdat wij het vaak in onze gesprekken met medemensen gebruiken. Maar er bestaat ook het tegendeel van waarheid, namelijk de leugen, en dat maakt ons duidelijk dat hier op aarde een wirwar bestaat van ware en onware gedachten, woorden en daden. Om dat te illustreren werpen wij een blik in de natuur. Laten wij eens een bloem bekijken, bv. een tulp. Zij bloeit in het voorjaar, wordt op een dag afgesneden en staat dan voor korte tijd in een vaas. Door het afsnijden hebben wij haar het leven ontnomen. De tulp vergaat al snel en lost op. Hetzelfde is van toepassing bij de dood van een dier en een mens. Opgelet, wij spreken alleen over het materiële lichaam. Een ander voorbeeld: wanneer wij een gebouw bezien, dan zal dat in het gunstigste geval voor verschillende honderden jaren blijven bestaan, maar daarna wordt het een ruïne en verdwijnt dan helemaal.
Op onze aarde is alles aan verandering onderhevig. Alles, maar dan ook alles wat zichtbaar is, bestaat maar voor een bepaalde tijd. Het woord ‘waarheid’ is daarom niet van toepassing op al het materiële, omdat waarheid met het woord ‘eeuwig’ verbonden is. Als wij de materie verlaten en de geest bekijken, dan zien wij dat het daar heel anders is. Het hoogste niveau van het geestelijke rijk, de hemel, bestaat uit zuivere waarheid. Zij is gebaseerd op de zeven goddelijke eigenschappen, en dat zijn: liefde, wijsheid, wilskracht, orde, ernst, geduld en barmhartigheid. Alles wat in de hemel gedacht, gesproken en gedaan wordt, blijft eeuwig bestaan.
Door het onderzoeken van de bovenstaande woorden zijn wij ons doel – nl. het begrijpen van de verbinding van geest en waarheid in het gebed – een stap dichter genaderd. God aanbidden mag niet uit angst voor de Heer gebeuren, maar moet het vertrouwen van het nog onmondige kind in zijn hemelse Vader weerspiegelen. Dank zeggen aan Hem is één van de belangrijkste menselijke opgaven, want Hij is ononderbroken met onze geest verbonden om in te grijpen en ons vervolgens terug te brengen op de juiste weg. Het kind – wij mensen – kan altijd aan God, die onze hemelse Vader is, vragen stellen. Het is in dit verband belangrijk om te beseffen dat God ons uit de materie in het geestelijke rijk wil leiden. Ingrijpen in onze belangen kan daarom alleen op geestelijk gebied gebeuren, om ons uit de materiële dwaling en vergissing naar de waarheid van de geest te leiden. Vragen kunnen daarom alleen worden beantwoord als zij verband houden met onze geestelijke weg, want dat is het enige dat telt! Moeilijkheden zoals een conflict beëindigen of te weinig geld hebben horen daar niet bij. Een fout is ook dat veel mensen pas bidden wanneer zij zich door nood daartoe gedwongen voelen. Dat wijst op een gering vertrouwen in de hemelse Vader. Maar juist daarop moet het gebed zijn gebaseerd. Als wij om iets bidden en dan toch besluiten om onze eigen weg te gaan, hoe kan God dan helpend ingrijpen?
De mens blijft zijn vrijheid behouden om beslissingen te nemen. Wel moeten wij accepteren dat veel moeilijkheden, waarin wij verzeild raken, door eigen verkeerde beslissingen zijn ontstaan. Een gebed hierover zal ons in ons hart duidelijk maken welke fout wij hebben gemaakt. Het is dan aan onszelf om te handelen! Dat geldt niet alleen voor de individuele mens, maar ook voor een volk in zijn geheel.
God is geest en zal als zodanig onze vragen beoordelen. Ook wij moeten er een gewoonte van maken om al tijdens ons leven op aarde het geestelijke de voorkeur te geven boven het wereldse-materiële. onze zichtbare omgeving is aan de ene kant de prikkel om het onzuivere en kwade te herkennen en het te vermijden. Aan de andere kant is die zichtbare omgeving er ook om het inzicht te doen rijpen dat het echte leven zich in het hart, dus in de geest, afspeelt. Laat ons daarnaar handelen!