Beste vrienden in de Heer JEZUS,
De Heer JEZUS heeft het vaak over ons als over graankorrels.
Binnen de normale ontwikkeling van een graankorrel heeft deze af te rekenen met de natuurlijke omstandigheden, en meer bepaald met koude en met warmte. Hij mag niet bevriezen of verrotten, maar ook niet uitdrogen of verdorren. Om in leven te blijven gedurende zijn ontwikkeling moet de graankorrel van beide omstandigheden een evenwichtige hoeveelheid toebedeeld krijgen.
De mens verschilt in dat opzicht van de graankorrel in zoverre dat hij zijn omstandigheden mede zelf kan bepalen. Om zich binnen de Waarheid van het leven te behouden, dient hij zich zowel tijdig te verwarmen wanneer het er te koel aan toe gaat, als er op toe te zien dat hij zich niet oververhit, wanneer de kilte als te groot wordt aangevoeld. Een gunstig evenwicht vormt de basis van een fortuinlijke evolutie.
Omdat de mens meer is dan alleen maar een organisme, kunnen we warmte en koude gerust vergelijken met hart en verstand. Het hart kan het leven verwarmen, door middel van de liefde, terwijl het verstand verkoeling kan brengen langsheen de wijsheid. De Waarheid van het leven ligt echter altijd in het midden, bij de LIEFDE uit de geest. De liefde uit het hart alleen, kan op den duur leiden tot sensualiteit en uiterlijke gerichtheid, terwijl de wijsheid uit het verstand op termijn kan evolueren tot arrogantie, afstandelijkheid en minachtig. Ja, zelfs wreedheid. Binnen de Waarheid van het leven is het zaak om de liefde van het hart te temperen door de verkoelende wijsheid, en de verstandswijsheid te matigen door de hartverwarmende liefde.
De ontwikkeling van de vrije wil, binnen de Waarheid van het leven, die we de LIEFDE Gods noemen, bestaat uit het opbouwen van de kunst om beide stromingen, de verkoelende wijsheid en de verwarmende liefde, tot een evenwichtig en gematigd klimaat te laten evolueren, waarbinnen de geest tot ontluiken kan komen. Want de geest is in zijn wezen de mens. En de mens wordt maar geest wanneer de omstandigheden er rijp voor zijn.
Nu we weten dat het hart verwarmt en het verstand verkoelt, is het aan ons om door middel van de liefde en de wijsheid onze thermostaat zodanig in te stellen dat de gematigde temperatuur ons de Waarheid doet ontwikkelen, en de gemiddelde temperatuur ons het leven binnen deze Waarheid mogelijk maakt. De Heer JEZUS zegt: “Ik ben de weg, het leven en de waarheid”. De Waarheid en het leven zijn ons gegeven. Wij moeten nog enkel de weg willen volgen. De weg van het soepel kunnen hanteren van onze thermostaat om het nooit te warm, noch te koud te laten worden, voor ons en voor onze medemens. Deze soepelheid heet bewustzijn, en dit bewustzijn leidt tot naastenliefde. Ten voordele van deze naastenliefde mogen we het al eens te warm of te koud hebben, maar gemiddeld vormt dit de constante van het leven, namelijk de naaste liefhebben zoals onszelf, en God, de Waarheid, boven alles.
Mogen we Liefde, licht en vrede uitstralen
Ivo