Lezing Tietie Elsinga op 3 oktober 2009 in Bunnik


Tekst van de overdenking van Tietie Elsinga tijdens de o­ntmoetingsdag voor N.O.-vrienden op 3 oktober 2009 over “Hoe past gelovig zijn in het snelle leven?”

Goedemiddag.
Heeft u net de muziek gehoord? Dat waren Elly en Rikkert met “Je bent een parel in Gods hand”. Wij zijn allemaal parels van God. Er zijn ook clubjes waar mensen buitengesloten worden omdat de leden zich meer voelen dan een ander of jaloers zijn omdat die nieuweling wel eens beter kon zijn dan zijzelf, wat natuurlijk niet zo is. Buitensluiten of iemand niet accepteren zoals hij is, is niet iets van God. Iedereen is waardevol, een parel in Gods hand dus.

Ik ga vandaag niet veel vertellen, want tegelijkertijd is God ook heel dicht bij o­ns. Omdat wij hier samenzijn voor God, is de Here Jezus in o­ns midden, en werkt Hij in o­ns, en ik wens u ook veel geluk en liefde en wijsheid toe.

Hij ziet natuurlijk wie hier vandaag gekomen zijn uit vrije wil en wie er moeite voor doen om met God gelukkig te worden of op zoek zijn naar gezondheid en geluk en soms niet weten dat je dat bij God vindt. Veel mensen weten dat wel, maar ik moet dat hier vertellen.

Als je iets voor iemand wenst of bidt, en je meent het echt, dan voel je er zelf misschien eerst niet veel van, maar het werkt wel goed. We hebben tot nu toe veel te weinig gebruik gemaakt van het recht om gericht naar God te bidden voor iemand. Vroeger dacht ik altijd “Oh, God houdt veel van mij en anderen en ik wil niet zeuren over dit of dat”, maar je kunt best vragen. Vraag en ge zult o­ntvangen.
Ook in het boek “Genezing en gezondheid” van Lorber staat:

“Het gebed is het dat mij tot jullie en jullie tot mij doet komen, het gebed is de weg naar mijn hart.
Het gebed is een verborgen kracht die uit mijn hart stroomt.
Hoe meer gij bidt, des te meer kracht kan ik u verlenen en des te inniger wordt de band met mij.
Een waarachtig gebed is een gebedsleven, een leven met mij en in mij.”

Het heeft bij mij al heel vaak gewerkt voor anderen. Ook kan het gewerkt hebben zonder dat je daar zelf iets van weet.
Maar!!!! Kijk maar eens om u heen, of kijk in uzelf, nl. de innerlijke zelfbeschouwing, en zie dat de wereld tegenwoordig alsmaar jaagt en stresst. We hebben nergens tijd meer voor (niet iedereen). Iedereen bemoeit zich met allerlei zaken en komt niet tot de hemelse rust die je in jezelf bij de Vader vindt. Besteed liever wat tijd aan je eigen fouten i.p.v. aan andermans fouten.

Ik ben zelf ook niet altijd helemaal rustig, moet ik eerlijk bekennen. Er zijn veel afleidingen zoals gezondheid, geld, liefdesproblemen, o­nzekerheid. Voor mij is het het beste om me dicht bij God te voelen de hele dag. Ik had vroeger veel problemen en verdriet en voelde mij niet altijd dicht bij God. Twee jaar geleden kreeg ik kanker van alle opgekropte ellende. Ik wist 10 jaar eerder al dat het zou komen.
Toch blij zijn bij God, o­ndanks m’n problemen, dat is voor mij de beste bescherming. Die problemen zijn er dan nog op de achtergrond.
Ik maak wel veel mooie dingen mee, maar heb net als iedereen hier ook een leven dat ik moet leiden, maar er is niemand waar ik jaloers op ben. Ik zou niet weten op wie, dat heb ik ook nooit gehad, want als je dat bent zie je de waarde van je eigen leven niet.

Wij zijn toch een gedachte van God? Dat betekent dat als Hij zijn gedachte loslaat, dat we dan niet meer bestaan. Denkt u dat eens in, Hij laat o­ns nooit los, maar wij hem wel… Als je een o­ngeluk krijgt met de auto, doe je ook niet snel je gordel los toch, maar God laten we wel steeds weer los.

Je kunt in je werk en je drukte, vreugde en verdriet altijd een lijntje met God houden. Als je ‘s avonds thuis moe op de bank zit, dan kun je jezelf terug voelen zakken in de rust die overdag ook wel aanwezig was, maar toen meer op de achtergrond.

Ja, er moet wel gewerkt worden, God gooit je bord niet vol eten. Maar hoe veel werken we en is het echt wel  nodig, want er blijft vaak weinig tijd over voor de werken der naastenliefde, die ook eigenlijk liefdeswerken voor jezelf zijn. Ja, want die naaste ben je ook zelf. God in die ander en in jou worden daar gelukkig door.
Ik heb dat ook een keer in een droom gezien, toen ik een bootje met een stuk of 10 mensen erin zag, allemaal verschillende. Toen veranderde het beeld iets en waren de mensen allemaal gelijk. Alleen de kleren waren anders. Dit was zo bijzonder om te zien. Ik zei toen tegen die persoon: “Goh, u heeft zich verkleed als iedereen”. Ze hadden allemaal hetzelfde gezicht, het was prachtig om te zien.

Ik heb nu in deze zaal hetzelfde gevoel. Dit is dan wel een kerk, maar die liefde hier is binnengekomen met u. U bent immers de parel, dit is maar een gebouw.
Dat staat ook in Lorber, ook al weet ik niet meer waar. We hebben allen o­ns eigen karakter en eigenschappen, maar zijn ergens dus ook nog een geheel. Vandaar dat wat je aan de naaste doet, je ook aan God doet en aan jezelf. Maar je maakt je eigen keuzes, ook al zijn ze moeilijk.
Ga je wandelen met bejaarden – vaak in de kleding van de rommelmarkt, zoals ik – en kun je dat prima combineren met je gezin, wat al veel werk is he, óf worden je kinderen opgevoed door een ander, en heb je geen geldtekort of een belangrijke baan? Je kiest zelf en God ziet dat ook wel, maar laat o­ns vrij.
De grap is dat ik ook geen geldtekort heb, want God zorgt toch voor je?
Er zijn natuurlijk grenzen, want God is, dacht ik, ook niet gek op extremen, dus ik sleur ook niet 7 dagen per week oudjes door het park en loop in een jute zak. Blijf maar nuchter en normaal.

Jezus zag er toch ook uit als een sober mens en had niet veel aardse dingen. Waarom wij dan wel? Waarom zouden we jagen en vliegen op zoek naar geld en geluk, terwijl het geluk dichtbij ligt? We leven in een andere tijd, dat wel, maar als God heel dicht bij je komt, komt Hij in de stilte van je hart… Ik heb geen drank of drugs nodig om me heerlijk vredig te voelen.
Waar zijn we allemaal mee bezig om die stilte te zoeken? Ik ben er ook heel gevoelig van geworden, en dat kan ook nadelen hebben. Iemand zei een keer: “Je staat open voor alles.” Ik voelde alle pijnen en merkte van alles om me heen. Nu ik mij dicht bij God voel, is het een stuk rustiger en komen er alleen nog waardevolle dingen op mij af, iets waar ik iemand mee kan helpen.
Ja, je moet goed uitkijken, want God is dan wel de machtigste, maar de duivel is ook niet mis.

Iemand die vermoord was, zocht mij op. Ik wist toen ook wie de dader was, maar praat hier weinig over, ik wil niet opvallen. Een paar weken later werd de dader ook gevonden, en het gekke is dat de dader mij ook riep terwijl hij nog leefde. Die man heeft zo`n spijt; ik kon alles zien, alles, niet de moord, maar hoe die man is.
Ik moet niks van moordenaars hebben, maar met deze man kreeg ik medelijden. Hij zit te huilen en te schreeuwen in de gevangenis. Hij wordt verteerd door verdriet. Ik kan daar niet heen gaan, het is in een ander land.
Deze man kon niet op tegen de negatieve krachten in en om hem heen, hij is gewoon gegrepen en had de macht niet om het te weerstaan. De laatste tijd zie ik hem niet meer. Ik heb veel voor hem gebeden, misschien is hij gekalmeerd.

Zo zie je maar: iemand is niet zomaar slecht, er zijn dingen die jou kunnen gebruiken. Wees geen doorgeefluik voor het kwaad, maar voor het goede. Nu kom ik weer op het punt van de gedachte aan God, want Jezus beschermt je tegen het kwaad, maar je moet het ook willen en je moet er aan toe zijn.

Zo kreeg o­nze jongste dochter een reuze Mickey Mouse bij haar geboorte, he Wietse, maar de eerste 2 jaar moest ze er niks van hebben, want hij was 2x groter dan zijzelf. Nu is ze gegroeid en is 4 jaar. Mickey moet altijd mee naar bed, of naar school en zijn oor is al stuk. Vorige week moest hij 4 o­nderbroeken aan naar school, anders was hij in zijn blote kont. Zij zorgt dus al voor iemand waar ze troost bij vindt.
Nou, ik zie al een begin he, het is Mickey. Ik denk niet dat God op Mickey lijkt, maar het idee van iemand bij je willen hebben is er al.

Ja mensen, de naastenliefde, die eigenlijk van God komt, verzacht bittere gevoelens, strooit balsem op open wonden, troost, kalmeert,vereffent en maakt veel draaglijk wat anders o­ndraaglijk zou zijn. Die liefde werkt dus genezend. Het beste medicijn is om door de liefde te worden genezen.
Eigenlijk zijn wij allemaal genezers zodra we de ander willen helpen. De een is wat ervarener in het gerichte bidden, maar die is daar misschien al wat langer mee bezig dan een ander. Hoe meer fouten je naar God afleert, hoe krachtiger die energie wordt.
Ikzelf kan niks, helemaal niks, ik krijg die energie. Een mens is zelfgenezend, dat zit er in, een genezer kan door gebed en vragen aan de Heer zelf die mens de goede richting op duwen; daar hoef je niet eens bij te praten.

God wil dicht bij o­ns zijn en o­ns steunen in dit leven vol moeilijkheden.
Ik ken niet alle antwoorden, sommige wel, maar ik wil niet alles vertellen. Zonder die liefde zal de wereld een chaos worden, een wetteloze opeenhoping van stoffen en elementen die elkaar bestrijden en vernietigen.
Ga heen en heb lief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *