Over het vergaan van de wereld.

De Dag van het Laatste Oordeel betekent NIET het vergaan van de wereld !


uit: Het Laatste Oordeel, door Emanuel Swedenborg.

De Dag van het Laatste Oordeel betekent NIET het vergaan van de wereld !

1. Zij, die de geestelijke zin van het Woord niet hebben gekend, hebben niet anders begrepen, dan dat ten dage van het laatste oordeel alles zal vergaan wat zich in de wereld voor de ogen vertoont. Want er wordt gezegd, dat dan de hemel en de aarde zullen vergaan, en dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal scheppen. In deze mening worden zij bevestigd, omdat er gezegd wordt, dat dan iedereen die in het graf is zal opstaan, en dat de goeden dan van de bozen gescheiden zullen worden, enzovoort. Maar dit wordt gezegd in de letterlijke zin van het Woord, omdat de letterlijke zin natuurlijk is, en het laatste is in de Goddelijke orde. Maar iedere bijzonderheid bevat in zich een geestelijke zin. Om die reden kan iemand die het Woord alleen in de letterlijke zin verstaat, tot verschillende meningen gebracht worden, zoals ook in de Christelijke wereld is gebeurd. Dit is de reden waarom er zo veel dwaalleringen bestaan, die allemaal worden aangetoond uit het Woord. Niemand heeft tot nu geweten, dat er in alles en in elke bijzonderheid van het Woord een geestelijke zin is, en zelfs weet men niet wat een geestelijke zin is. Daarom zijn zij die deze meningen over het laatste oordeel aanhangen te verontschuldigen. Toch mogen zij nu weten dat de hemel, die zich voor de ogen vertoont, niet zal vergaan, en ook de bewoonde aarde niet, maar dat beide zullen blijven voortbestaan. Onder een “nieuwe hemel en een nieuwe aarde” moet een nieuwe kerk worden verstaan, zowel in de hemel als op de aarde. Er wordt gesproken van een nieuwe kerk in de hemelen, omdat daar eveneens een kerk is zoals op aarde; want daar zijn eveneens het Woord, predikingen en Goddelijke eredienst als op aarde. Het verschil is, dat daar alle dingen in een volmaakter staat zijn, omdat ze daar niet in de natuurlijke, maar in de geestelijke wereld zijn. Iedereen daar is een geestelijke mens en geen natuurlijke, zoals zij in de wereld waren. Dat dit zo is, kan men zien in het werk “Hemel en Hel”, en vooral daar waar gehandeld wordt over de verbinding van de hemel met de mens door het Woord (n.303-310) en over de Goddelijke eredienst in de hemel (n.221-227).

2. Plaatsen in het Woord waar gesproken wordt over het vergaan van de hemel en de aarde zijn de volgende: “Hef uw ogen op naar de hemel en aanschouwt de aarde beneden… de hemel zal als een rook verdwijnen, en de aarde zal als een kleed verouderen” (Jes.51:6). “Ze, Ik zal scheppen nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer herdacht worden” (Jes.65:17). “Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde zal Ik maken”(Jes.66:22). “De sterren des hemels vielen op de aarde… en de hemel is weggeweken als een boek, dat toegerold wordt” (Openb.6:13,14). “Ik zag een grote troon en Degene die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden.” (Openb.20:11). “Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan” (Openb.21:1).

In deze plaatsen wordt met een “nieuwe hemel” niet bedoeld de hemel die zich voor onze ogen vertoont, maar de eigenlijke hemel waar het menselijk geslacht verzameld is. Vanaf het begin der Christelijke kerk werd uit het menselijk geslacht een hemel gevormd, maar zij die daarin waren, waren geen engelen, maar geesten uit verschillende godsdiensten. Deze hemel wordt bedoeld met de “eerste hemel” die zou vergaan. Hoe dit gebeurde zal in hetgeen volgt in bijzonderheden worden medegedeeld. Het wordt hier alleen aangehaald, opdat men weet wat er bedoeld wordt met de “eerste hemel” die zou vergaan. Iedereen die volgens een enigszins verlichte rede denkt, kan ook inzien, dat hier niet de sterrenhemel, dat onmetelijke uitspansel der schepping, moet worden verstaan, maar de hemel in geestelijke zin, waar de engelen en geesten zijn.

3. Dat onder een “nieuwe aarde” (of land) een nieuwe kerk op aarde wordt verstaan, was tot nu niet bekend, omdat iedereen onder “nieuwe aarde” het land heeft verstaan, terwijl daarmee toch de kerk wordt bedoeld. “Aarde” in de natuurlijke zin, is het land, maar in de geestelijke zin is het de kerk. De reden hiervoor is, dat zij die in de geestelijke zin zijn, dat wil zeggen die geestelijk zijn, zoals de engelen, wanneer het woord “aarde” genoemd wordt niet het land zelf verstaan, maar het volk dat daarop woont, en zijn eredienst. Vandaar is het, dat door “aarde” (of land) in het Woord de kerk wordt aangeduid. Dat dit zo is, kan men zien in het werk “Hemelse Verborgenheden”. Enkele plaatsen zal ik uit het Woord aanhalen, waaruit men enigermate kan begrijpen, dat door “land” de kerk wordt aangeduid.

“De watervallen van de hoogte zijn opengedaan, en de fundamenten van het land zullen beven; brekende is het land verbroken… bevende is het land bewogen; waggelende waggelde het land als een dronkaard, het wordt heen en weer gevoerd als een nachthut; en zwaar zal zijn overtreding daarop zijn” (Jes.24:18-20). “Ik zal een mens zeldzamer maken dan zuiver goud… daarom zal Ik de hemel beroeren en het land zal bewogen worden van zijn plaats, ten dage van Jehova’s verbolgenheid (Jes.13:12,13). “Voor Zijn aangezicht is het land beroerd, de hemelen beven, de zon en de maan zijn zwart geworden, en de sterren trekken hun glans in” (Joel 2:10). “Het land schudde en werd beroerd, en de fundamenten der bergen beefden en schudden” (Psalm 18:7,8). En in vele andere plaatsen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *