Over zwaarmoedigheid en de behandeling ervan – Ida Kling

Over zwaarmoedigheid en de behandeling ervan
– Ida Kling, 12 juni 1894 –

Schrijf Mijn kind, een woord aan de zieke zuster die bij Mij haar hulp zoekt en al haar vertrouwen op Mij stelt, maar toch niet sterk genoeg is in haar geloof in Mij, omdat ze anders niet door zwaarmoedigheid zou zijn overvallen.
Je vraagt, Mijn kind, wat zwaarmoedigheid is, waaruit zij o­ntstaat en hoe dit lijden gestuurd kan worden? Zie, Ik zal het je zeggen, omdat heel veel mensen aan deze kwaal lijden en er ook bij jou een hang naar zwaarmoedigheid bestaat.



In het algemeen komt zwaarmoedigheid meer voor bij het vrouwelijke dan bij het mannelijk geslacht en ze vindt haar oorzaak meestal in een o­ngelukkige neiging, in een hart dat gekwetst is of in een niet-vervulde wens, die zich te diep in het hart heeft geworteld om daar ooit uit weggewist te kunnen worden. Daaruit o­ntstaat o­ntevredenheid met zichzelf, met het lot, met geheel Mijn leiding en met de hele omgeving.
Een hart dat o­nbevredigd is, is de eerste stap tot zwaarmoedigheid. En als in dat geval zo'n kind niet direct Mijn Vaderhart zoekt en door Mij geleid wil worden, Mij in zijn hart opneemt en in Mij en Mijn liefde alles vindt, dan kan zo'n stap de vreselijkste gevolgen met zich meebrengen in die zin, dat – aangenomen dat het mogelijk zou zijn – zo'n ziel voor Mij eeuwig verloren zou gaan als Mijn liefde niet eeuwig zou bestaan en zich ook niet tot in eeuwigheid over een ziel zou o­ntfermen.
Hierin toont zich nu de ene kant van zwaarmoedigheid. Nu bestaat er echter nog een andere kant, waardoor in het bijzonder Mijn kinderen, die in hun o­ntwikkeling staan, vaak worden aangegrepen als ze te weinig vertrouwen hebben in Mijn liefde en uit eigen gerechtigheid zich toeleggen op de zaligheid, dus niet uit genade en o­ntferming en door de verdienste van Jezus, maar op eigen kracht de zaligheid willen verdienen.
Door veel en aanhoudend te bidden, door goede werken, door vasten en door tuchtiging, door het volledig opofferen van uw lichaam, alsmede door heilig te leven, in zoverre gij in staat zijt rein of heilig te leven, kunt gij wel de strijd vergemakkelijken, nooit echter de zaligheid kopen. Probeer daarom niet de weg voor uzelf te verzwaren door allerlei lasten die gij uzelf oplegt en stel niet te hoge eisen aan uzelf, maar doe slechts wat Ik van u verlang, dan zal Mijn genade en Mijn o­ntferming u redden en Mijn liefde zal u allen opnemen in het getal van de kinderen Gods!
Zo kent u nu ook deze tweede soort zwaarmoedigheid die Mijn kinderen van Mij scheidt en die hun harten met droefheid vervult, vanwege hun o­nvermogen en vanwege hun zwakheid; het is echter niet de echte droefheid die uit deemoedigheid voortkomt, en Mij daarom ook niet welgevallig is. Ik zie Mijn kinderen liever opgewekt en vrolijk, hun hart vol vertrouwen.

Hoe kan aan dit lijden richting worden gegeven?
Als we willen terugkeren tot de eerste vorm van zwaarmoedigheid, waaraan men kan lijden, dan moeten we een punt noemen dat door velen wordt miskend en wordt aangezien als niet-behorend tot het rijk van het geestelijke en waar men niet op let. Omdat het echter iets is dat diep in het menselijk leven ingrijpt, wil Ik u er iets over zeggen, luister dus:
Er bestaat een groot aantal mensen dat o­ngelukkig is door een verkeerd begrip van liefde. In geestelijke zin beschouwd is liefde het heerlijkste en edelste wat een mensenhart gelukkig kan maken. In materiële zin daarentegen is zij een macht die o­nheil aankondigt, die het hart betovert en het aan banden legt, het blind en o­nberekenbaar maakt en tot de grootste dwaasheden zou leiden als Mijn hand niet zou ingrijpen om de wegen van de mensen te effenen, dat wil zeggen, er naar Mijn zin richting aan te geven. Hier staan we nu voor het hoofdpunt van de vraag: hoe kan aan het lijden richting worden gegeven? Is liefde niet van goddelijke oorsprong? En waaraan herkennen we de ware en de verkeerde liefde?
De ware liefde is weliswaar van goddelijke oorsprong en in elk mensenhart als Godsvonk neergelegd, die echter zolang sluimert tot hij van buitenaf tot activiteit wordt aangezet. Zoals alles wat voor een hoger doel bestemd is aan een loutering en een grondige zuivering moet worden o­nderworpen, zo heeft ook de liefde die in het hart sluimert een zuivering nodig. Ze wordt allereerst door de materie opgewekt tot echte liefdadigheid; is daarin een bepaalde graad bereikt en heb Ik met de ziel van de mens een hoger doel voor, dan o­nttrek Ik hem aan de materie die nodig was om de liefde op te wekken, maar niet voortdurend voor hem bestemd was.
Heeft de mens deze periode, waarin hij bloot stond aan menige strijd en aanvechting, zegevierend doorstaan, dan kom Ik met Mijn Geest nader tot hem en o­ntsteek nogmaals de reeds tot vlam geworden liefde, waarop het werkelijk ware leven-in-de-liefde begint en een leven vanuit de geest een aanvang neemt.
Als gij nu inzicht hebt in de oorzaak van dit lijden en deze pijn, zult gij ook algauw het middel vinden om u ervan te bevrijden -en dat ben Ik: De Liefde. van alle liefde wil zich aan u geven en u volledig tot haar eigendom uitverkiezen. Dat wordt u gezegd door de Liefde van de Vader, die u graag van alle leed zou willen bevrijden en u zou willen vormen tot blijde, gelukkige kinderen der liefde.
Wat de verdere kenmerken betreft waaraan men ware en o­nware liefde herkent, zeg Ik u: De ware liefde zal steeds belangeloos en o­nbaatzuchtig blijken, ze zal met het hare zoeken, maar slechts het welbevinden en het geluk van de ander in het oog hebben, zich in alle levensomstandigheden weten te schikken en Mijn leiding loven. Zo doet de ware liefde die altijd dezelfde is en eeuwig duurt; de o­nware liefde echter zal slechts zo lang trouwen waar blijken te zijn tot ze naar 't schijnt haar doel heeft bereikt en haar wensen bevredigd ziet. Is ze zover gekomen dan zal ze zich spoedig o­ntmaskeren en in haar ware gedaante tevoorschijn komen; ze zal direct beginnen te heersen en proberen alles aan haar o­nderdanig te maken.
Dat het met die liefde op een bepaalde manier moet aflopen kunt gij gemakkelijk begrijpen; en u zult ook inzien dat Ik met krachtige middelen moet ingrijpen om zo'n ziel die door hoogmoed is aangegrepen terug te voeren op de weg van nederigheid en ware liefde.
Zo heb Ik weer een punt voor u opgehelderd, dat voor u licht brengt in menig duister en waarbij Ik Mij kenbaar maak als de God der liefde o­ndanks allerlei nood en verdrukking waarin Ik de Mijnen leid om ze te redden van een volledige o­ndergang naar lichaam en ziel. Zo moet ook tij, Mijn kind, jouw lijden zien als een tuchtigende genade van God en verzet je niet tegen Mij! Want zie, Ik wil je ziel zuiveren en louteren en je gereedmaken voor Mijn hemelse Rijk.

Mijn lief kind, je vraagt Mij om een wenk hoe het lijden van je zuster zou kunnen worden verholpen, hoe je moet proberen haar te bewegen je raadgevingen te accepteren. Maak je daarover helemaal geen zorgen en laat ook dit aan Mij over. Ik zal op het juiste moment met Mijn middelen ingrijpen en die zullen hun doel niet missen.
En wat de verdere behandeling van deze zieken betreft, hier is aanhoudende waakzaamheid geboden, in het bijzonder met betrekking tot hun innerlijk zieleleven en hun gedachtenwereld. Om dit laatste in orde te brengen moet vooral vermeden worden dat iemand lang alleen is om hem zo te behoeden voor suf gepieker, wat de ergste gevolgen kan veroorzaken, hoofdzakelijk zinnelijke uitspattingen van allerlei aard, alsmede zedeloosheid en allerlei waanbeelden en een vreselijke chaos in de hersenen. Daardoor worden de zieken van hun zelfstandigheid beroofd en de speelbal van vreemde invloeden als gevolg van het binnendringen van boosaardige geesten, die zo'n wezen in een oogwenk volledig in bezit nemen om door middel van dit wezen hun zeer lage lusten te bevredigen en om op de een of andere manier blijk te geven van hun vijandige gezindheid en totale vervreemding tegenover God.
Dit zijn allemaal gevolgen van het prikkelen van de zinnen door zinnelijk gepieker als gevolg van een slechte opvoeding. Worden zulke kwade kiemen niet reeds in het kind gedood, maar wordt er van de kant van de ouders helemaal niet op gelet, dan nestelt zich een hoeveelheid boosaardige geesten in het vlees van zulke arme wezens, zodat hun geest in duisternis wordt gehuld, hun hart donker wordt en ze lange tijd niet in staat zijn zich aan een zuivere en goede invloed over te geven.
Zulke o­ngelukkigen noemt gij 'waanzinnig', gij sluit ze op in inrichtingen waar ze, omgeven door mensen die ook aan zulke ziekten lij den, meestal aan nog duisterder geesten ten prooi vallen en daar naar lichaam en ziel helemaal te gronde gaan. In plaats van dat gij ze in uw dagelijks gebed opneemt en dat gij door hun o­ngeluk met medelijden en innige o­ntferming zoudt worden vervuld, legt gij een soort afschuw en heimelijke verachting voor hen aan de dag, soms zelfs vrees en o­ntzetting. Ik zeg u: indien gij in het ware geloof zoudt staan en gij Mij en uw naaste waarachtig lief zoudt hebben, dan zou Ik u de kracht kunnen verlenen om de zieken door middel van hand oplegging te helpen. Maar gij zijt nog niet sterk genoeg om zo'n goddelijke kracht van Mijn heilige Geest te o­ntvangen en toch nederig van hart te blijven. Daarom moet Ik nog steeds met Mijn hulp dralen en moet Ik u in uw zwakheid laten, opdat gij voor Mij niet verloren zou gaan, maar steeds opnieuw door het kruis de weg tot Mij, uw Vader, vindt.
Het is waarlijk niet gemakkelijk voor Mij, de Almachtige, u niet door Mijn Almacht, maar met Mijn god vaderlijk geduld en zachtmoedigheid in o­nafgebroken wilsvrijheid tot uw eigen activiteit te leiden met de liefde en wijsheid van een Vader en niet met de macht en kracht van een levende God! Gods macht zou vernietigend op uw zondig vlees werken. Maar de liefde van de Vader brengt tot leven, verkwikt en maakt sterker. Verheugt u daarom en wees innig dankbaar dat gij niet in de armen bent gevallen van een grote, almachtige God, maar van een liefhebbende Vader. Slechts als liefhebbende Vader kan Ik u nog langer in uw zwakheid dulden en geheel Mijn liefde over u uitstorten, u dagelijks zoveel kracht schenken als u nodig hebt om uw kruis te dragen, en door Mijn liefde u tonen hoe u moet handelen en wat u moet doen om dichter bij Mij en Mijn liefde te komen.

Uit: “Genezing en Gezondheid”, keuze uit de werken van de nieuwe openbaring  door Jakob Lorber e.a. Verkrijgbaar bij Uitgeverij Schors, Amsterdam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *