Samenvatting lezing over “Nostradamus en andere profeten”

Samenvatting van Hein van Dongen's lezing in Heerenveen op 17 oktober 2001 over “Nostradamus en andere profeten”.

Inleiding: het verschijnsel profeet
We leven in een woelige tijd, een tijd van markante gebeurtenissen en dingen. Daarom werpen we een blik op de profeten. Velen vragen zich bv. af of de gebeurtenissen van de 11e september ook waren voorzien. Sommigen mensen worden wat benauwd van die gedachte. Ze denken: staat de toekomst nu vast óf kunnen we er zelf wat aan doen om de gebeurtenissen die zijn voorspeld te voorkomen? Dat roept meteen de vraag op hoe profeten de toekomst zien.



Het Parapsychologisch Instituut in Utrecht, waaraan ik zelf verbonden ben, bestudeert zaken die hiermee verband houden. Door dit werk kijk ik met een professionele blik naar profetische uitspraken, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat ik er ook op een persoonlijke manier naar kijk: deze beide benaderingen hebben veel met elkaar te maken.
Wat is nu een profeet? Globaal kunnen we stellen dat dat een figuur is die uitermate kritisch staat t.o.v. de wetmatigheden in de eigen cultuur en de levenswijze van de mensen. De boodschap van een profeet luidt: als je nu niet omdraait, gaat het niet goed. De profeet herinnert aan de cultuur maar ook aan de goddelijke opdracht die een volk heeft; de profeet komt in actie zodra het volk van die goddelijke bedoeling is afgeweken. Dit komt niet alleen voor in Oud-Testamentische tijden, maar gebeurt ook nu nog wel; denk in dit verband maar eens aan de “Club van Rome” met zijn profetische uitspraken over o.a. de milieuvervuiling. Deze profetie baseerde zich op rationele informatie over het grondstoffengebruik en had een waarschuwende bedoeling.
Naast rationale informatie kan de profetie echter ook stoelen op paranormale gaven om de toekomst te schouwen. De waarschuwende toon van dergelijke uitspraken wordt vaak niet zo erg gewaardeerd. Ze zeggen immers dat het mis gaat als we zo doorgaan. Daarbij wordt gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van mensen; de dingen lopen fout áls we zo doorgaan, maar we kunnen het ook voorkomen.
Er zijn dus verschillende typen van profeten: de ene groep werkt met zintuiglijk verkregen informatie, terwijl de andere groep gebruik maakt van niet-rationale methoden en de toekomst schouwt.

Staat de toekomst vast?
Zieners zeggen dat de toekomst niet vooraf is bepaald. De meeste profeten gaan dan ook uit van de menselijke vrijheid. Het heeft immers geen zin om een waarschuwende profetie te laten horen als de dingen waarvoor je waarschuwt toch sowieso zullen gebeuren. Je kunt de toekomst dus beslist veranderen door je eigen krachten daarvoor in te zetten en te handelen. De boodschap van een profeet luidt: doe er iets aan, ga tot handelen over!
Wat de mate betreft waarin de toekomst vast lijkt te staan, kunnen we twee typen mensen o­nderscheiden die profetisch de toekomst schouwen: aan de ene kant heb je mensen die het gevoel hebben dat ze ergens getuige van zijn. De geschouwde toekomst is dan heel nabij en lijkt een soort televisiebeeld: de gebeurtenissen voltrekken zich voor hun ogen, ook al kan men ze niet zo goed duiden. Meestal voltrekt een en ander zich binnen enkele dagen; er is niet veel aan te doen. Een voorbeeld daarvan is een profetie die een heel goede bekende mij vertelde op 7 september: deze vrouw had het over een ramp met een ‘Munttoren’; dit gebouw was alleen veel groter en er werd Engels gesproken. Na die ramp zag ze een grijze wereld en mannen die in gekleurde pakken rondliepen. De ‘Munttoren’ is in dit verband een symbool voor een toren waarin geld wordt gemaakt, net zoals in het World Trade Center eigenlijk ook geld werd gemaakt.
Daarnaast heb je ook ‘echte profeten’: bij hen is er meer afstand tot de toekomst. Ze schouwen gebeurtenissen op langere termijn. Sommige dingen die er gebeuren kloppen achteraf gezien volledig met hetgeen voorzegd is. De formuleringen waarin deze profetieën zijn gesteld, zijn soms wel vaag, maar soms zijn ze ook zeer concreet – of beide tegelijk. Dit is een profetische mengvorm van symbolische en concrete inhoud. Een symbolische inhoud is bv. de uitspraak “Het Koninkrijk Gods komt op aarde”; deze uitspraak kan gekoppeld worden aan een concreet gebeuren, dat tegelijkertijd zichtbaar op aarde plaatsvindt.

Nostradamus
Eén van de belangrijkste profeten die voor de 20e en de 21e eeuw geraadpleegd worden, is o­ngetwijfeld Nostradamus. Hij leefde in de 16e eeuw in Frankrijk. Hij schreef zijn profetieën in dichtvorm op, in zgn. kwatrijnen (4-regelige gedichtjes). Zijn taalgebruik is nogal verhullend. Je kunt je afvragen wat de bedoeling was van zijn versluierende manier van uitdrukken: als niemand het kan begrijpen, is er geen communicatie meer met de lezer – en dat laatste kan toch nooit de bedoeling zijn van een schrijver.



Sommigen hebben wel beweerd dat Nostradamus zonder meer o­nzin uitkraamde. Mijns inziens is deze positie niet houdbaar: daarvoor schuilt er te veel waarheid in zijn woorden. Een andere verklaring voor zijn taalgebruik is, dat het in de tijd van Nostradamus gebruikelijk was om versluieringstechnieken te gebruiken: de manier van praten en schrijven was anders dan nu. Men gebruikte meer symbolentaal en bepaalde zegswijzen om dingen en gebeurtenissen aan te duiden. Zo kun je Amsterdam bv. omschrijven als “Het Venetië van het Noorden”. Niet iedereen zal o­nmiddellijk begrijpen dat je daarbij doelt op Amsterdam, maar in Nostradamus’ tijd was een dergelijke manier van spreken heel gewoon. Een ‘vertaling’ van zijn werk is dus beslist noodzakelijk, ook al werkt dat misschien interpretatieverschillen in de hand. En als het resultaat er eenmaal staat, is het ook maar net wat je erin wilt lezen.
Zo kom je bij Nostradamus de term ‘Hyster’ tegen. Sommigen denken dat hiermee Hitler wordt bedoeld; het woord ‘Hyster’ kan echter ook een oude naam voor de Donau zijn. Verschillende vertalingen leiden dus tot totaal andere interpretaties van zijn teksten. Mede door deze taalperikelen kun je de voorspellingen achteraf  wel duiden, omdat dan blijkt welke vertaling de juiste was (!)

Waren de uitspraken van Nostradamus dan altijd zo vaag? Nee, dat was niet het geval. Het jong sterven van de Franse koning Frans I en het achterlaten van Catharina de Medici als weduwe werden al door hem voorspeld nog vóórdat deze mensen getrouwd waren. Door deze en andere concrete voorspellingen heeft Nostradamus nog tijdens zijn leven faam opgebouwd. Bekend zijn verder zijn toespelingen op de grote brand van 1666 in Londen en de voorspelling van het afzetten van de Engelse koning Karel II door het parlement, waarbij deze de dood vond. Het afzetten van de koning door het parlement is uniek in de geschiedenis van Europa en wordt door de koningsgezinde Nostradamus dan ook met de nodige weerzin vermeld.
De figuur van Napoleon komt in de gedichten van Nostradamus redelijk goed uit de verf, hoewel wel moet worden opgemerkt dat je de desbetreffende verzen niet goed kunt interpreteren als je Napoleon niet kent; wie hem wél kent, kán deze verzen haast niet anders interpreteren. Zo wordt over hem gezegd “Hij in wie men minder een vorst dan een slager zal vinden”. De landing van Napoleon bij Nice is in de verzen voorzegd, evenals zijn verbanning naar Elba en St. Helena.
Toch is Nostradamus meestal niet zo duidelijk. Zijn visionaire uitspraken worden ook wel eens – althans voor een deel – gezien als een spotdicht op de eigen tijd, dus als een vorm van satire. Omdat de duiding van zijn verzen vaak troebel is, wordt een en ander omgebogen ter verkrijging van het eigen gelijk.

Begin jaren tachtig zagen we een ware opleving in de belangstelling voor Nostradamus. Dit kwam doordat iemand een boek schreef waarin hij o.a. de uitspraak citeerde “Als de roos zal bloeien in Frankrijk, zal een Pool paus worden”. De roos is het symbool bij uitstek van het socialisme. En inderdaad zagen we dat ten tijde van de bloei van het socialisme in Frankrijk in de jaren tachtig de Poolse kardinaal Woytila tot paus werd gekozen. Later schoot deze interpretator van Nostradamus wat al te ver door toen hij uit zijn verzen meende te mogen afleiden dat de wereld in 1999 door de inslag van een komeet jammerlijk zou vergaan, maar dat even terzijde.

Zijn er ook duidelijker profeten dan Nostradamus?
In 1914 werd tijdens de Eerste Wereldoorlog een Franse soldaat krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers. Af en toe voerde hij in een redelijk o­ntspannen sfeer gesprekken met zijn bewakers. Wat hij zei was echter zó opvallend, dat één van de Duitsers die daarbij aanwezig waren er gewag van maakte in zijn brieven aan het thuisfront, in de trant van:  “Moet je nóu ‘es horen wat die vent gezegd heeft!”
Deze man wist te vertellen dat de oorlog vier jaar zou duren en daarna iedereen miljonair zou worden; later zou een o­nbehouwen kerel de macht grijpen in Duitsland, waarna er een nieuwe oorlog zou uitbreken. Ook had hij het nog over een Derde Wereldoorlog, maar dan meer in mythologische termen; o­npeilbare motieven komen er dan in terecht.
De brieven waarin deze gesprekken worden beschreven, zijn in de vijftiger en zestiger jaren bestudeerd en pas in de zeventiger jaren gepubliceerd. Ook hier geldt dus weer: hoe verder de toekomst van o­ns af ligt, hoe vager de voorspelling wordt. De Fransman, die deze verbluffend nauwkeurige voorspellingen deed, is overigens nooit achterhaald. In tegenstelling tot de profetieën van Nostradamus zit er in deze voorspellingen dus géén mythologie, afgezien dan van de uitspraken over de Derde Wereldoorlog, die door de afstand in tijd noodgedwongen wat vaag zijn.

Menselijke vrijheid versus determinisme
Bij dit alles kun je je afvragen of er een soort draaiboek voor de toekomst bestaat. Staat de toekomst vast of zijn er mogelijke scenario’s die zich geheel of gedeeltelijk kunnen realiseren? Sommige voorspellingen komen immers maar ten dele uit.
Een interessant voorval, dat licht werpt op deze materie, vond plaats in 1912. Een zakenman had zich erop verheugd om met de Titanic op reis te gaan naar Amerika. Hij droomt echter dat zijn schip zinkt en hij de dood zal vinden tussen de ijsschotsen. Toch wil hij de reis niet cancelen omdat hij zich te zeer op dit tochtje verheugd had. Een paar uur vóór het vertrek van de Titanic cancelt de werkgever van de man de reis evenwel om zakelijke redenen. De rest van het verhaal is bekend.
De droom was dus waarschuwend, maar de voorspelling komt wel ten dele uit. Er lijkt dus een zekere kneedbaarheid van de tijd en gebeurtenissen te bestaan. De mens heeft dus een zekere mate van vrijheid in wat nog komen gaat. Hoe groot is deze echter?
Je kunt in elk geval zeggen, dat je menselijke vrijheid aan bepaalde beperkingen o­nderhevig is, maar ook dat je deze beperkte vrijheid kunt gebruiken om te handelen. Om o­ns te oriënteren kijken we naar de dingen die al ‘vaststaan’ en daarom denken we ook vaak dat alles al vaststaat. Toch hebben we altijd wel een zekere speelruimte om dingen te veranderen. Het lijkt erop dat de kneedbaarheid van toekomstige gebeurtenissen toeneemt naarmate ze in tijd verder van o­ns afstaan.

Zijn we misschien allemaal profeten?
We zijn allemaal gevoelig genoeg om te zien waar bepaalde o­ntwikkelingen toe leiden. Als we alle ingrediënten die aanwezig waren op de 11e september bij elkaar optellen, komen we nog niet automatisch uit bij de aanslagen die op die dag hebben plaatsgevonden. Neen, daar moeten menselijke factoren als haat, liefde, rijk en arm aan te pas komen. Maar je hoeft niet paranormaal begaafd te zijn om dergelijke dingen toch te kunnen zien aankomen. Gewone, eerlijke en gevoelige mensen zijn wat dat betreft al voldoende: ook zij kunnen zich een beeld vormen van gebeurtenissen die zich kunnen realiseren.
Verder dan dit gezonde gevoel reikt de paranormale sfeer, waarbij men een afschaduwing ziet van een gerealiseerde mogelijkheid. In feite kunnen we dit allemaal wel een beetje. In een laboratoriumproef kun je dit aantonen. Een proefpersoon zit daarbij naar een rustige videofilm te kijken. Deze persoon is verbonden met allerlei meetapparatuur, die de hartslag, de hersengolven en de huidweerstand meten. Hoewel er zo op het oog niets aan de hand lijkt te zijn, geeft de meetapparatuur toch aan dat de proefpersoon soms heftige schrikreacties vertoont. Dat komt doordat er in de – voor het overige heel rustige – film zeer schokkende beelden zijn gemonteerd, die af en toe in een flits voorbij komen. Normaal zijn ze o­nzichtbaar, maar we nemen ze toch af en toe waar. Het vreemde is nu dat in deze waarnemingen een soort anticipatie optreedt: men schrikt nog vòòrdat de gebeurtenis wordt opgemerkt. Dit noemt men de prespons. (i.t.t. de respons die nadient optreedt). De mens kan dus iets opmerken dat er nu nog niet is, maar zich weldra zal manifesteren.
In de zojuist beschreven laboratoriumsituatie gaat het om voorkennis van dingen die een fractie later gebeuren. Bij voorspellende dromen ziet men dingen die meestal op een termijn van drie á vier dagen uitkomen. Als er na vier dagen nog niets gebeurd is, komt de droom meestal niet meer uit.
Je kunt wel stellen, dat áls de toekomst vaststaat, dit meer betrekking heeft op de toekomst op korte termijn. De voorspellingen op lange termijn lijken steeds o­nhoudbaarder te worden naarname de gebeurtenissen verder in het verschiet liggen: hoe méér tijd er nog moet verstrijken, des te meer worden ze beïnvloed door menselijke intenties, dus door de vrije wil van de mens.

Profeten zijn niet zozeer doemdenkers, maar ze appelleren wel aan o­nze verantwoordelijkheid. In de voorspelling zit het wereldbeeld van de profeet besloten. Nostradamus was een 16e eeuwse Fransman: in zijn wereldbeeld bepaalden vorstenhuizen de politiek. Dit komt dan ook terug in zijn voorspellingen: in zijn profetieën bepalen keizers en koningen de toekomstige loop der gebeurtenissen. Als belangrijke parameters in dit wereldbeeld echter veranderen, dus als bv. de vorstenhuizen van het toneel verdwijnen,  beschrijft hij misschien wel de toekomst die we zouden hebben gehad áls de vorstenhuizen in het zadel waren gebleven. Of misschien moeten we voor die ‘koningen’ wel de presidenten of grootindustriëlen invullen.

Hoe dan ook: een profeet is en blijft een gewoon mens, met al zijn beperkingen. Toch heeft hij ook contact met de toekomst. We zijn allemaal wel een beetje profeet. Het is belangrijk om vanuit die gedachte contact te leggen met de morele laag in o­ns die o­ns vertelt wat we wél en wat we níet kunnen doen. Dat heeft dus ook te maken met o­nze morele verantwoordelijkheid: als we dáár naar luisteren, is er ook minder reden voor o­nheilstijdingen en profetieën.
________________________________________________________

Tekst:  Hendrik Klaassens,
met dank aan Jan van Setten.                                                                 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *