Volksgeneeskunde – Geurt Stoffels
De volksgeneeskunde reikt terug tot in een ver verleden. De natuur heeft de eerste apotheek geopend. De primitieve mensen en dieren waren aangewezen op de beschermende werking van de aanwezige planten en kruiden om ziekten te voorkomen en gezond en sterk te blijven. Omdat mens en dier zich voortdurend verplaatsten, waren er overal filialen van de natuurlijke apotheek te vinden. Waar ter wereld de mens ook ziek werd, altijd vond hij in het veld de middelen om te genezen, de ingrediënten voor een geneeskrachtig kruidenaftreksel of voor een smeersel.
Onze vroegste voorouders hebben de eerste beginselen van de volksgeneeskunde ontdekt, toen zij zagen dat dieren geneeskrachtige planten gingen zoeken zodra ze last hadden van koortsen of wonden. Door nauwkeurig te observeren hoe de dieren zichzelf konden genezen, leerden de mensen hoe ze op een natuurlijke manier gezond konden blijven. Ik heb bewondering voor de dieren die instinctief en gevoelsmatig de natuurlijke wetten volgen om te kunnen genezen. Zij weten feilloos welke kruiden ze bij bepaalde kwalen nodig hebben om beter te worden.
De in het wild levende dieren zoeken allereerst de afzondering op waar ze zich volkomen kunnen ontspannen. Verder vertrouwen ze op de middelen van de natuur: de genezende kracht van planten en zuivere lucht. De beer graaft naar wortels van de varenplanten; een dier dat gebeten is door een gifslang, kauwt vol vertrouwen op slangewortel. Een dier dat koorts heeft, zoekt zo vlug mogelijk een koel, schaduwrijk plekje op bij het water. Daar blijft het rustig liggen, het eet niet en drinkt veel tot het beter is. Een dier dat door reumatiek wordt geplaagd, zoekt een plekje in de volle zon en blijft daar tot zijn kwaal door warmte is verdreven.
Laten we als voorbeeld een dier nemen dat weigert te eten als het ziek is. Door het voedsel te laten staan ontstaat er in zijn lichaam een biochemische toestand die meehelpt zijn herstel te bespoedigen. Als wij ziek zijn, eten we dikwijls alles op wat ons wat ons wordt voorgezet, uit vrees dat men anders zal denken dat wij het niet waarderen! De mens denkt gewoonlijk dat er iets verschrikkelijks zal gebeuren als hij een maaltijd overslaat. Hij vergeet dat het lichaam reserves vormt voor tijden van nood en, zo nodig, gedurende de gehele periode van een ziekte zonder voedsel kan. Als hij 25 jaar is, zijn het beendergestel, het spier- en zenuwstelsel, het hart en het bloedvatenstelsel, de ademhaling’s en de spijsverteringsorganen volledig ontwikkeld. Vanaf deze leeftijd heeft hij dagelijks alleen nog maar voedsel nodig om deze stelsels en organen in stand te houden.
Met 50 jaar is het nodig aan de vernieuwing van het lichaam te beginnen: we moeten dan niet eten omdat we trek hebben, maar voedsel kiezen dat doelmatig is voor de elementaire samenstelling van het lichaam. Wij handelen dus regelrecht in strijd met de biochemische wetten. Als wij de dieren zouden navolgen, zouden wij ook meer lopen (zie hiervoor ook de lezing “Wordt de consument patiënt?”).
In de zogenaamde ‘ontwikkelingslanden’ doen de mensen eenvoudig de dieren in de natuur na om gezond te blijven; niemand probeert daaraan naar willekeur iets te verbeteren. Zij beschikken nog, eenmaal volwassen, over alle instinctieve gewoonten uit hun jeugd. Toen de wereld nog jong en niet verontreinigd was, was de natuur de enige dokter die de mens kende. Haar planten, kruiden, wortels en bladeren waren zowel voedsel als medicijn. De mens werd wel gedwongen daarmee stapje voor stapje te experimenteren, er de goede eigenschappen van te leren kennen en die toe te passen.
Naarmate de eeuwen vergleden, kwamen er dokters om de mens te behandelen. Maar de dokters waarover verslag is gedaan, kenden geen ander medicijn dan die welke zij destilleerden uit natuurlijke bronnen! Er bestonden toen nog geen farmaceutische industrieën en geen chemici – slechts de chemische werking van de natuur om je aan over te geven!
De Codex Alimentarius, die op 22 december 2012 voor het eerst in Nederland werd ingevoerd, veroorzaakte grote onrust t.a.v. de beschikbaarheid van de geneeskrachtige kruiden; de Voedsel- en Warenautoriteit bestond toen nog niet. Met sommige kruiden moet je voorzichtig omgaan. Dat is bekend bij kruidendeskundigen, maar ik vraag mij als garagehouder af hoe scheef de vergelijking is in verhouding met de gebruikelijke chemische geneesmiddelen! Volgens de NPCF (Nederlandse Patiënten- en Consumenten Federatie) moeten al jaren lang 19.000 mensen per jaar naar het ziekenhuis – of ze zijn daar al – door bijwerkingen of door verkeerd gebruik van medicijnen (iatrogene ziekten).
‘Laat eten je medicijn zijn‘, sprak Hippocrates, de vader van de geneeskunst, al 2500 jaar geleden, om de gezondheidsbalans te herstellen. Aan hem die hem navolgden, liet hij een lijst na met 400 kruiden die men in de vierde eeuw voor Christus als medicijn gebruikte. Ik citeer een natuurarts: “In Nederland leer je als arts nauwelijks iets over andere geneeswijzen. Je krijgt vooral te horen hoe slecht en gevaarlijk de alternatieve geneeswijzen zijn, en dat er geen alternatief is voor de reguliere aanpak. Verder krijg je wat basisles over eiwitten, koolhydraten, vetten en energie. Je leert nauwelijks iets over mineralen en vitaminen. Over diëten en voedingsvoorschriften leer je helemaal niets, daarvoor moet je doorgestuurd worden naar een diëtist. En die heeft gestudeerd op voeding en dieet, maar niet op behandeling van ziekten. Gelukkig hebben we natuurartsen. Bij hen kan je wel terecht als je wilt weten welke voeding iets kan doen bij ziekte. Helaas zijn er niet zo veel meer van over. Ze zijn weggepest door de onwil en betutteling van zorgverzekeraars en door de laster van anti-kwakzalverfanaten. Jammer, want natuurlijke geneeskunde is een waardevolle aanvulling op de reguliere geneeskunde. Dat veel reguliere artsen kruidengeneeskunde (fytotherapie), de oudste geneeswijze ter wereld, inzetten voor eigen gebruik en niet beroepsmatig, zegt volgens mij genoeg over de controversiële benadering betreffende de natuurlijke geneesmiddelen uit de apotheek van GOD.
De strijd om de werkzame stoffen van planten te kunnen patenteren wordt steeds feller (zie de vorige lezingen van mij ). Als er door wetenschappers een doorbraak gevonden is met behulp van een natuurlijk middel, en dat is niet te patenteren, hoor je er meestal weinig meer van! (Dit valt volgens mij onder de noemer ‘publieke geheimen’).
Veel positief beoordeelde inzichten en remedies van vroeger worden nu veroordeeld, maar worden in de toekomst volledig gerehabiliteerd met de dan geldende inzichten. Kortom: De geschiedenis herhaalt zich steeds weer !
Soms zie je door de bomen het bos niet meer. Zo zie je dat bij veel onderzoeken een tegenonderzoek de resultaten van het vorige onderzoek onderuit haalt, al of niet vanwege de economische belangen van de chemische industrie, en soms ook vanwege de natuurlijke, niet integere fabrikanten van geneesmiddelen, c.q. aandeelhouders of beleggers.
Zo vond men chocola vroeger slecht. Nu is het zogenaamd gezonder dan een koekje bij de koffie (pure chocolade met minstens 70 % cacao). Dat geldt ook voor het dr. Frank eierendieet voor de lijn; dat is nu niet meer slecht vanwege de cholesterol! Ook is er discussie over de vraag of verbrande hamburgers al of niet kankerverwekkend zijn.
Het begrip productiviteit (met een minimum aan middelen een maximaal resultaat behalen) is volgens mij niet van toepassing op de farmaceutische industrie (zie mijn lezing “Wordt de consument patiënt”). Als iets eenvoudig is, wordt het gewantrouwd. Het moet uitgedacht zijn door specialisten. Als we het zelf kunnen bedenken, vinden we het al gauw onnozel. (Bijvoorbeeld een methode om te kunnen zien zonder bril) Toch vind ik persoonlijk dat elk mens zijn nut heeft in de grote keten van de maatschappij, zeker als die mens zichzelf hanteert en niet gehanteerd wordt! Dat geldt bijvoorbeeld voor de toepassing van probiotica na een antibiotica kuur. Kortgeleden was dat nog controversieel. Nu wordt het steeds meer geaccepteerd in het reguliere allopatische circuit. Zo hebben wetenschappers van de universiteit van Wageningen ontdekt dat bacteriën in probiotica en yoghurt e.d. ziekten tegenhouden door zich met grijparmpjes aan de darmwandslijmlaag vast te klemmen en zo de toegang van ziekteverwekkers te blokkeren. Door antibiotica kunnen deze bacteriën tijdelijk verdwijnen, met alle risico’s vandien, maar door probiotica kan dit snel weer op peil gebracht worden. Wij hebben met zijn allen de grote voordelen van antibiotica nog mogen meemaken, maar dat is niet blijvend.
In mijn lezing van enkele jaren terug heb ik hier meermalen voor gewaarschuwd, met name voor de koppelbestuiving bij kuikens met de nieuwste soorten antibiotica, en voor de ESBL bacterie – en wat is er nu veranderd? Weinig tot niets. Ik noem dat altijd zekerheid op de investering. Op 24 mei 2013 werd de uitkomst van een onderzoek naar de aanwezigheid van de ESBL-bacterie in vlees gepubliceerd. Het gaat om een onderzoek van vlees van supermarkten en slagers in opdracht van het ministerie van Economische zaken, uitgevoerd door de consumentenbond. In 40% van het kalfsvlees en in 13% van de biefstukken en in bijna alle kip was ESBL aanwezig !
In “Gezond Nu” stond een artikel van Prof. dr. Jan Kluytman, hoogleraar microbiologie aan het VU medisch centrum in Amsterdam. Hij werd bekend i.v.m . zijn onderzoeken naar MRSA in varkensvlees en ESBL-bacteriën in kippenvlees, bekend onder de noemer ziekenhuisbacteriën. Vroeger waren deze vrijwel altijd uit buitenlandse ziekenhuizen afkomstig; nu is dat maar ongeveer 5 %. Ze komen nu door de voordeur binnen. In Nederland zijn al 1,5 miljoen gezonde ESBL-dragers met honderden varianten van resistentiemechanismen, en dat arsenaal neemt veel sneller toe dan de ontwikkeling van nieuwe soorten antibiotica. Als je een paar weken of maanden stopt met voedsel waar de E-colibacteriën in zitten, verdwijnen ze uit de darmen. Bij ons is de situatie nog heilig . In ontwikkelingslanden zoals India zijn antibiotica zo’n beetje uitgespeeld. De kindersterfte neemt daar nu verder toe. Artsen in Griekenland geven daar nog een overdaad aan antibiotica bij een totaal gebrek aan hygiëne! Mevrouw Chan, directeur-generaal van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) zei in 2012: “Antibioticaresistentie betekent het einde van de moderne geneeskunde zoals wij die kennen.” Maar de wereld vergaat niet. Tot 1940 hebben we het zonder antibiotica ook behoorlijk goed gedaan. Daar moet ik even iets aan toevoegen en je zou er KIPPIG van worden in verband met het KIP ZONDER KOP BELEID dat volgens mij van de leg is waar het de natuurlijke, weerstand verhogende kruidenmiddelen en andere natuurlijke middelen betreft .
Als je met je boeren- of garagehouderverstand de oorzaak van de grote explosie van darmziekten wilt achterhalen, dan valt het op dat dit vroeger niet zulke proporties aannam als nu. Dan vraag ik mij als garagehouder af: wat en wanneer is er iets veranderd in de leefwijze van de mensen? Het viel mij op dat in het verleden veel minder medicamenten werden geslikt dan nu. Wat zijn de iatrogene effecten en interacties en bijwerkingen van al deze middelen op de darmwand, waar alles doorheen gaat voor het in de w.c. pot wordt gedeponeerd? Weinig farmaceuten houden zich hiermee bezig. Als leek denk ik – maar dan zal ik wel weer tegen heilige huisjes aan schoppen – dat de sterk geconcentreerde afwasmiddelen, die vroeger niet beschikbaar waren, wel eens een kwalijke rol hierin kunnen spelen. Kijk maar eens op de verpakking wat je moet doen bij inwendig gebruik. Slechts één waarschuwing van een onderzoeker kon ik vinden; afwasmiddelen behoren tot de schade veroorzakende stoffen van deze tijd; zij veranderen de oppervlaktespanning in de darm waardoor gemakkelijk opname kan plaatsvinden van niet-wenselijke verbindingen!
Persoonlijk gebruik ik – en dat hoort enigszins controversieel, denk ik – het liefst sterk geconcentreerd afwasmiddel. Dan wordt het lekker snel schoon, maar je moet wel goed afspoelen.
Gezondheid bereiken we volgens mijn inzichten als garagehouder niet door onderdrukking van symptomen of het negeren van signalen, zoals controlelampjes e.d. Het gaat er om dat het lichaam in staat wordt gesteld om de balans op een natuurlijke manier te herstellen. De voorwaarden voor het zelfherstellende vermogen zijn echter niet altijd aanwezig, maar alle kracht hiervoor zit toch in onszelf.
Ik zeg altijd: de geest staat boven de materie! Mijn vorige lezing over spontaan herstel en regressie heeft mij daar wel van overtuigd, na vele interviews met ervaringsdeskundigen over mentale en niet te vergeten geestelijke of gebedsgenezingen.
Één voorbeeld waaruit blijkt dat gedachten krachten zijn, wil ik hier toch even aanhalen. De huisarts die het boek schreef “Hoe overleef ik mijn huisarts”, kreeg recentelijk een vitale heer van ruim tachtig op het spreekuur met een indrukwekkende c.v. wat ziekenhuisopnames betreft. Desondanks is hij gelukkig en staat volop in het leven.
De huisarts vertelt hierover: “Ik vroeg hem of hij ook bang was toen hij in 1988 maagkanker had. Hij kijkt verbaasd. Bang? De chirurg had mij verteld dat ik na de operatie helemaal genezen was en dat het nooit weer terug zou komen, en daar heb ik op vertrouwd, vertelde hij. Toen hij weg was, pakte ik zijn dossier toch even uit de archiefkast, met het operatieverslag. Er staat heel duidelijk: ‘De operatie is alleen bedoeld om de klachten te verlichten, maar hij zal niet meer genezen.’ “
Dit doet mij denken aan iets wat ik ergens opgepikt heb, zullen we maar zeggen: “Wanneer de geest de omgeving als veilig inschat, groeien de lichaamscellen. In stressvolle situaties nemen de lichaamscellen een afwerende houding aan. De energiebronnen worden aangewend voor de beschermende maatregelen in plaats van voor groeiprocessen.” Groeiprocessen stoppen wanneer het systeem gestresst is. Ons lichaam is opgewassen tegen korte perioden van stress. Aanhoudende stress kan dysfuncties en ziekten veroorzaken.
BRONVERMELDING:
“Leef lang en gezond”, dr. D. C. Jarvis
“Natuurgeneeswijzen”, Helmut Lóffler
“De genezende kracht van natuurlijke middelen”, Lelord Kordel
“Gezond Nu 9/2010”, dr. J. Bolhuis, natuurarts
Huisarts Metta Hofstra, Gezond Nu, 04/2013
NPCF (Ned. Patiënten Consumenten Federatie), 01-02-2011
“Gezond Nu”, 3/2013, Prof. Jan Kluytmans, microbioloog
NOS 24/ 05/ 2013.